Memoirs of a book thief zet literaire wereld heerlijk voor schut

In de zwarte komedie Memoirs of a book thief worden de literaire pretenties van een dolle horde Parijse artistiekelingen op een genadeloze manier gefileerd. Als de matte en gesjeesde rechtenstudent Daniel Brodin op een keerpunt in zijn leven is aanbeland, flikt hij een waar kunststukje op een rumoerige dichtersbijeenkomst: hij draagt een gedicht voor dat niet van hem is, maar van een of andere onbekende Italiaanse poet maudit. Zijn vertaling, uit het hoofd – dat dan weer wel – zorgt voor de onmiddellijke acceptatie van Brodin in de gemeenschap. Wat volgt is een periode van omhoogvallen en drankgelag, maar ook van twijfel en gevaar: een van de aanwezigen herkende het existentialistische gedicht ‘La Cagna del pastore’ toevallig wél en laat Brodin bungelen ‘omdat hem die aanblik zo bevalt’.

Niet bekend met de mores van de literaire scene bluft Brodin zich een slag in de rondte. Zijn entourage is zeer te spreken over zijn inbreng, Brodin is de frisse wind die het literaire Parijs in de jaren vijftig zo node miste. Als hij in complete dronkenschap murmelt dat ze de Eiffeltoren moeten uitzetten omdat het licht hem pijn aan de ogen doet, zien zijn medestanders daarin een groter doel: het omverwerpen van de heersende mening, op weg naar een avant-gardistische toekomst.

Zo buitelen de scènes over elkaar: Brodin trekt in bij een groep revolutionaire bohemiens die inbreken vanuit levenskunstige motieven. Een baan is nu eenmaal onverenigbaar met het artistieke bestaan dat ze ambiëren (maar dat verder nergens uit blijkt). Brodin, die altijd al boeken stal voor de kick ervan, kan zich prima vinden in die kliek.

Hij ontmoet er een rijk meisje dat de thuissituatie ontvlucht omdat haar vader een rechtse conservatief is die niets moet hebben van luie kunstenaars en poseurs als Sartre. Zij trekt bij Brodin in, maar raakt gaandeweg verveeld omdat ook Brodin zich steeds verder van zijn omgeving vervreemdt.

Het scenario van de Italiaan Allesandro Tota waaiert gaandeweg alle kanten op. Het is een opeenvolging van anekdotes die met dunne draadjes aan elkaar zijn verbonden. Dat maakt het vermakelijk op de korte termijn, maar zorgt er ook voor dat het verhaal ons uiteindelijk nergens naartoe brengt. Brodin raakt niet bekeerd of begeesterd, keert niet op zijn schreden terug. Hij wil nog steeds een literair auteur worden, maar dat was al zijn idee aan het begin van de geschiedenis.

Toch is Memoirs of a book thief een geweldige leeservaring. De personages, die Fransman Pierre van Hove met veel gevoel voor emotie neerzet, passen perfect in het tijdsgewricht. De cafés zijn echte Parijzer uitspanningen uit de jaren vijftig, aan alles is te zien dat Van Hove zich goed heeft gedocumenteerd. Tegelijk is zijn tekenwerk gedienstig aan het verhaal. Van Hove kiest niet voor bijzondere perspectieven en uitgewerkte panorama’s, maar houdt het zelfs opvallen rustig: de pagina-opmaak is eenvoudig en klassiek.

Memoirs of a book thief is een aanrader omdat het literaire wereldje er zo zalig op de hak wordt genomen. Alle zelfingenomenheid, pretenties en opdringerige ismen met hun dweperige gevolg, het wordt genadeloos gefileerd door een buitenstaander die met open armen wordt binnengehaald als de… ja, wat eigenlijk? Brodin weet het zelf niet eens.

In die dwaasheid zit het plezier van deze graphic novel. Dat het een anekdotisch sfeerverslag is, zonder al te veel verhalende diepgang, is nergens een bezwaar. In dat opzicht sluit het perfect aan bij de verhalen die Brodin hoort in het café: die gaan ook nergens heen, maar klinken voor het moment zelf machtig interessant.

Stefan Nieuwenhuis

Alessandro Tota & Piere van Hove – Memoirs of a book thief. SelfMadeHero. 176 blz. hardcover. € 18,99.