Wachten op de hoogtepunten

Tijdens een bergetappe in de Tour de France is het altijd wachten op de bergen; de beklimmingen zijn de hoogtepunten die de etappe spannend maken. Het vlakke deel tussen de bergen is vaak saai en het is wachten tot de renners weer een berg over moeten. Chalet 152, de nieuwe roman van Anton Valens (Paterswolde, 1964), is te vergelijken met zo’n bergetappe: er zitten een paar hoogtepunten in, maar tussen die passages, die zonder overdrijven van de buitencategorie zijn, zitten veel vlakke delen die niet zo meeslepend zijn.

Djoeke van ’t Hull gaat in het chalet van zijn oom wonen op vakantiepark ‘t Ezeltje vlakbij de kust. Het aanbod daar te verblijven komt op een goed moment voor Djoeke, want veel geld heeft hij niet meer. Djoeke vindt zichzelf lelijk, maar zijn uiterlijk is geen obstakel voor de kunstenares Audrey om een affaire met hem te beginnen. De spirituele Audrey, die Djoeke op het vakantiepark heeft ontmoet, leidt bij volle maan een ritueel in waar Djoeke en een aantal bewoners van het vakantiepark aan meedoen. Valens schakelt, somtijds stroef en schokkend, tussen het in de tegenwoordige tijd geschreven ritueel en de gebeurtenissen die hier aan vooraf gingen.

 

Djoeke drinkt thee waarin de plant ayahuasca is verwerkt. Het effect van deze thee is heftig. Nu kan Djoeke communiceren met ‘het Ander dat geen Ander is’ en dit is een buitentalige ervaring: ‘De taal is opgeheven. Toch voelt Djoeke een aanwezigheid. Er vloeien onbekende kennisgebieden over.’ Valens doet in deze passage iets bijzonders: in lucide zinnen beschrijft hij een ervaring waarin de taal is opgeheven. Djoeke vraagt die onbekende entiteit (hij zal het later zijn ‘gesprek met God’ noemen) naar het eeuwige leven en naar de grondbeginselen van het bestaan: het kennen en het zijn, wat hij weet en wie hij is. En opeens: ‘Whammes! Flups! Djoeke is eruit.’

Dan schakelt Valens van het heden naar het verleden en vertelt hij hoe Djoekes relatie met Audrey tot stand kwam. Audrey moet zinnenprikkelend zijn, maar ze is te weinig het ongrijpbare, raadselachtige personage dat voor spanning moet zorgen. Wat Chalet 152 enerverend maakt, zijn Valens’ schitterende beschrijvingen van Djoekes transcendentale ervaringen: het overstijgen van het rationele en kenbare door het drinken van de thee. De gedeeltes over de bewoners van ’t Ezeltje en hun onderlinge relaties zijn, ondanks Valens’ gave stijl, niet echt intrigerend. Of: die delen zijn minder boeiend omdat de pieken van Chalet 152 indrukwekkend zijn. Dat kan ook.

Koen Schouwenburg

Anton Valens – Chalet 152. Atlas Contact, Amsterdam. 192 blz. € 19,99.

Deze recensie verscheen eerder in het Dagblad van het Noorden.

Lees ook de recensie van André Keikes over dit boek.