Gebroken harten en een cowboyhoed

De romanreeks Decade van Bill Mensema (Delfzijl, 1960) bestaat uit tien delen: één jaar per deel, van 1978 tot en met 1987. Schrijvend in de breedte probeert Mensema de tijdsgeest te vangen. Mannenborstjes, het eerste deel van de reeks, speelt zich af in Parijs. De stad van liefde is in deze roman het decor van liefdesverdriet.

Jan is samen met Han in Parijs. Beide zijn opgegroeid in Delfzijl en studeren in Groningen. In Parijs ontmoeten ze Henri. Zijn cowboyhoed waait weg, beneden pakt een mimespeler de hoed, zet die op en loopt er mee weg. De cowboyhoed is een running gag in de roman: telkens keert de hoed terug, duikt hij op of meent een van de mannen de mimespeler te zien lopen met de hoed. Door de herhaling moet het steeds grappiger worden, maar het tegendeel is het geval en zo verliest het de functie van lichtvoetige tegenhanger voor al dat lijden om verloren liefdes.

Jan lijdt, aan liefdesverdriet en aan zijn lichaam. Hij is dik, hij heeft ‘fucking mannenborstjes’. Nadat Nienke hem heeft verlaten, is hij van plan om zichzelf, net als Nicolas Cage in de film Leaving Las Vegas, dood te drinken, maar de poging is wat halfslachtig. Hierna onderneemt hij nog een halfbakken zelfmoordpoging en net als de eerste keer schiet zijn vriend Han te hulp. Jan is niet de enige met liefdesverdriet, ook Henri is somber omdat Sofia hem heeft verlaten. ‘De vrijgevochten vrijdenker’ snapt er niks van ‘want het neuken ging altijd prima’. Dan blijkt later dat ook Han in de put zit, ook hij heeft liefdesverdriet. Al die gebroken harten schept een band. Na de afbraak, volgt de opbouw: ‘Ook al is het dus echt een droeve aanleiding en zijn er verscheidene deuren dichtgegaan, toch is er blijkbaar een andere deur opengegaan,’ zegt Henri. Wat heeft hij dit mooi gezegd, vinden Han en Jan: ‘Jemig.’

Deze pathetiek is kenmerkend voor de personages van Mannenborstjes: niet alleen lijden ze heftig, het leed wordt ook nog eens niet zo fijnzinnig beschreven. Daarnaast praten de personages niet tegen elkaar, maar leggen ze dingen uit. Zo wordt Delfzijl gemansplaind aan de mannen die er zijn opgegroeid: ‘De noordelijkste havenstad van het land, zegt Henri, aan de monding van de Duitse rivier de Eems.’ Mannenborstjes is een vlotte vertelling, maar het ontbeert dit eerste deel aan fijngevoeligheid en dat is zonde voor het begin van zo’n interessant project als Decade.

Koen Schouwenburg

Bill Mensema. Mannenborstjes. Passage, Groningen. 134 blz. € 15.

Deze recensie verscheen eerder in Dagblad van het Noorden (1-11-2019)