Recensie: Michiel Cox – Messias van niks
Concurrerend circus
Dat de Rooms-Katholieke kerk circusachtige trekjes bevat, valt moeilijk te ontkennen met al die kleurige gewaden, rookgordijnen en slingerende rekwisieten. Michiel Cox, onder meer opgeleid aan de Toneelacademie Maastricht en schrijver van toneelstukken en korte verhalen, laat in zijn debuutroman Messias van niks een ‘concurrerend circus’ opduiken in het fictieve Vlaamse gehucht Vuchelt, dat het hele jaar sluimert, behalve in de week dat de jaarlijkse Hadewijchprocessie plaatsvindt. Dan is het er een drukte van belang en komen toeristen vanuit de hele wereld, de laatste jaren zelfs Chinezen, zich vergapen aan de wonderlijke rituelen rondom de middeleeuwse begijn.
Wie katholiek is opgevoed, ziet het misschien niet zo helder, omdat het in hun ogen zo ‘gewoon’ is, maar verkleed rondlopen met flonkerende kruisen en overblijfselen van geestelijken van eeuwen her in kastjes en kistjes, is toch allerminst alledaags. Michiel Cox (Tongeren, 1989), maakt optimaal gebruik van de frisse blik, dat wil zeggen het perspectief van degene die dit allemaal voor het eerst meemaakt en zich er over verbaast.
Hij laat de Groningse journaliste Miriam verzeild raken in het gehucht, waar alles gaat zoals het altijd is gegaan en tot voor kort niemand ooit vragen stelde. Cox deelde zijn roman in drie delen in, die de gebeurtenissen grofweg ordenen, daarnaast biedt hij vier personages elk hun eigen kijk op het verhaal. Aan elkaar gekoppeld, leest Messias van niks zo als een samenhangend geheel, dat begint met een scene waarin veel onrust al achter de rug is. Met flashbacks en -forwards wordt vervolgens stap voor stap duidelijk wat het provinciegat zo drastisch uit een diepe slaap heeft gehaald. De plotselinge komst van een excentrieke vrouw, Odetta, is de aanleiding van alle oproer en verwarring.
Haar komst was voor mijn moeder en de rest van Vuchelt de gebeurtenis van het jaar: een nieuwe inwoner is even uitzonderlijk als een niet-failliete winkel.
Odetta is, dat wordt meteen duidelijk, geen plattelandstype, wat zich vertaalt in brutale initiatieven, waar de dorpelingen slechts moeizaam op weten te reageren (In Vuchelt beweegt het leven zich traag, trager dan in de hoofdstad, dan in Heuksel’). André, de al vijftien jaar zwijgende man van wierookverkoopster Jeannine, doet na Odetta’s komst opeens weer zijn mond open, en hoe. Ongewassen Sven, de onder meer met zijn potentie worstelende ‘oudere jongere’, ervaart nieuwe hoop, de (ongelovige) mijnheer pastoor raakt verstoord, aangezien zijn autoriteit opeens niet langer vanzelfsprekend is, en Miriam, de Hollandse journaliste, voelt dat hier een fantastisch verhaal in zit.
Odetta blijkt zo iemand te zijn die intuïtief aanvoelt op welke manier ze goedgelovige, simpele mensen kan manipuleren. Al snel gebruikt ze de Hadewijch-cultus in Vuchelt om de brave inwoners voor haar eigen zaak in te zetten. Ze roept zichzelf uit tot Nieuwe Hadewijch, die de zaak van de oude zegt te dienen. Een met het Rooms-Katholieke circus concurrerende spektakelshow is het kolderieke gevolg. Michiel Cox blijkt echter steeds in staat om zijn roman, ondanks de veelheid aan zotternij, literair geloofwaardig te houden. Zijn wapens daarbij: trefzeker toegepaste ironie en leuke, noem het breugheliaanse details.
Mooi gevonden zijn ook Odetta’s, uit Gambia geïmporteerde, religieuze methoden, allemaal geleerd van de grote, geile Yahyah, die haar in Afrika meenam naar kerkdiensten die de volgelingen compleet hypnotiseerden:
Die pastoor: de man danste en zong, hij klapte luid en juichte samen met ons. En hoe hij sprak, madame, dat was niet te geloven, zo mooi. Hij sprak de hele tijd in een ritme. Taaa ta ta taaa. God is so great, we are the sinners, taaa ta ta taaa, Hij had zo’n stalen blik in zijn ogen. Begrijp je? Alsof hij het allemaal wist, alles.
Daar had de in alle opzichten grijze kerkman in Vuchelt geen antwoord op. Messias van niks eindigt echter niet in het complete echec van de aloude Roomse kerk. Ook in dat opzicht ziet Cox het scherp: zo’n in beton gegoten instituut kan nog zo in de hoek geduwd worden, in nog zo veel schandalen betrokken raken, ook de lokale vertegenwoordigers kunnen ten onder gaan, maar het gevestigde circus lijkt onverwoestbaar.
André Keikes
Michiel Cox – Messias van niks. Atlas Contact, Amsterdam. 224 blz. € 21,99.