Recensie: Taylor Jenkins Reid – Daisy Jones & The Six
Beter geschikt als tv-serie
Taylor Jenkins Reid steekt niet onder stoelen of banken dat ze al een groot deel van haar leven gefascineerd is door Stevie Nicks, vanaf 1975 zangeres in Fleetwood Mac. Dit is de reden dat Jenkins Reid haar negende boek sinds haar debuut in 2013 heeft opgebouwd rond de fictieve zangeres Daisy Jones. Daisy Jones & The Six is dan ook een soort van poproman, een fictionele popbiografie. In dit genre zijn in de loop der jaren vele romans verschenen. Voor de aardigheid som ik hier voor de geïnteresseerde lezer een aantal vertaalde romans op: Graig Strete – Twee spionnen in het huis van de liefde (1982), Jerzy Kosinski – Speelbal (1982), John Niven – Kill your friends (2009), Toby Litt – Ik ben de drummer van de band okay (2009) en Nick Hornby – Juliet, naakt (2009). Ook in het Nederlandse taalgebied verschenen pop- en rockromans: Jip Golsteijn – 1 met stip (1978), Bert Jansen – De zanger niet het lied (1979), Ivan Wolffers – Doorlopende voorstelling (1981) en, ahum, mijn eigen Road (2004). En nu terug naar Daisy Jones & The Six dat onlangs in vertaling verschenen is.
Daisy Jones, geboren in 1951 in Los Angeles, Californië, is een superknap hippiemeisje en groupie. En al snel verslaafd aan alcohol en allerhande heavy drugs (‘dexies’). Maar Daisy wil meer zijn dan een groupie van rocksterren: ze wil zelf een rockster zijn. Aan de andere kant is daar Billy Dunne in Pittsburgh, Pennsylvania die met zijn jongere broertje in 1967 het garagebandje The Dunne Brothers opricht. De band gaat toeren, er zijn wat personeelswisselingen en ze vinden in Rod Reyes een manager. The Dunne Brothers worden dan The Six en bestaan uit Billy Dunne (zang), Graham Dunne (gitaar), Karen Sirko (toetsen), Warren Rhodes (drums), Eddie Loving (gitaar) en Pete Loving (bas). In 1972 besluit The Six te verhuizen naar Los Angeles:
Eddie: In Californië gebeurde het, weet je wel. De echt gave dingen.
Warren: Ik was er klaar voor. Ik zei: ‘Gaan met die banaan.’
Dit zal het taalgebruik in 1972 onder de hippe jongeren geweest zijn, maar de vertaler maakt hier een uitglijer: een rondgang op internet leert dat de uitdrukking ‘gaan met die banaan’ in 1989 voor het eerst in Nederland gebruikt werd. Oeps. En zo zijn er meer incongruenties, maar daar kom ik later op terug.
Jenkins Reid kiest voor een gewaagde vorm. De roman is namelijk geheel opgebouwd uit interviews die de fictieve schrijver/journalist optekent uit de monden van de meeste hoofdrolspelers. Een soort oral history, maar meer nog een vorm doet denken aan de Amerikaanse televisiedocumentaires rondom een beroemde band, zoals The Eagles, Fleetwood Mac of Crosby, Stills, Nash & Young. Veel pratende hoofden die in retrospect alles mooier maken dan het was. Persoonlijke herinneringen van soms onbetrouwbare vertellers. Dit laatste aspect past Jenkins Reis overigens geraffineerd toe. Anderzijds blijft de roman vlak. Nergens tref ik een spoortje psychologische diepgang aan in de karakters. Het verhaal van Daisy Jones & The Six, een soort van liefdesverhaal van Daisy Jones en Billy Dunne, verpakt in een matig aansprekende popbiografie, kan het best geconsumeerd op de bank voor de buis. Dat gaat trouwens ook gebeuren: de rechten zijn inmiddels verkocht voor een dertiendelige tv-serie.
Dan nog over de incongruenties. De vader van Billy en Graham Dunne verlaat in 1954 zijn gezin. Billy en Graham zijn dan zeven en vijf jaar. In 1967, als de beide broers nog op de middelbare school zitten, richten ze hun bandje op. Middelbare school? Billy is dan al twintig jaar. Gitarist Chuck is zelfs een paar jaar ouder. Later blijkt hij op 24 april 1949 geboren te zijn, terwijl Billy in 1947 (of 1946) geboren is. Als de band een tijdje aan de gang is en op een zeker bruiloftsfeest speelt, zegt Billy ‘denk ik een jaar of negentien’ te zijn geweest. Huh? Hij was twintig toen hij de band oprichtte. En dan Daisy. Die werd geboren in 1951. Zij haalt een herinnering op aan toen ze ‘een jaar of zeventien’ zal zijn geweest. In die herinnering figureren ‘Mercedes Benz’ van Janis Joplin en het album Tapestry van Carole King. Tapestry verscheen in februari 1971; Janis Joplin schreef en zong ‘Mercedes Benz’ voor het eerst in augustus 1970. Of de beide hoofdpersonages doen zich gedurende de hele roman jonger voor dan ze zijn – en dan is de fictieve schrijver/journalist ook het spoor geheel bijster – of Jenkins Reid heeft in haar gefingeerde popbiografie haar zaakjes simpelweg niet voor elkaar.
Wiebren Rijkeboer
Taylor Jenkins Reid – Daisy Jones & The Six. Vertaald door Lette Vos. Ambo|Anthos, Amsterdam. 396 blz. € 19,99.
Lees ook deze recensie van Daisy Jones & The Six