Recensie: Anneke de Bundel en Nicole Franken – Eiland blues, Overleven op 60° noorderbreedte
Indrukwekkende combinatie van tekst en beeld
Niet vaak zijn tekst en beeld zo nauw met elkaar verbonden als in het prachtig vormgegeven Eiland Blues van journaliste en reisblogger Anneke de Bundel en fotografe Nicole Franken. De ondertitel ‘Overleven op 60° noorderbreedte’ met op de kaft van het boek een verwaaid meisje in een wit fleecevest dat met haar grote schooltas voor een leeg landschap staat, prikkelt de nieuwsgierigheid. Wie wonen er op die desolate plekken op aarde, wat doen de mensen daar, kun je daar überhaupt op een beetje comfortabele manier overleven?
In zes hoofdstukken worden bewoners en hun omgeving op de verschillende eilanden beschreven en gefotografeerd. De foto’s zijn indrukwekkend: verlaten grindwegen die in de verte verdwijnen, gebouwen voor een verder lege horizon, een jonge boer met een aantal ganzen in een uitgestrekt dal, witte kruizen van een kerkhof op rotsachtige grond. Maar met de tekst erbij krijgen ze nog meer betekenis en weet je wie het zijn die daar rondlopen, waar zij vanuit hun huizen op uitkijken, wat hun dagelijkse bezigheden zijn.
Zo wordt de Friese Mirjam geportretteerd die haar liefde vond voor en op IJsland, waar ze ook daar weer ver van de bewoonde wereld, op het noordelijke deel, (alles is relatief) een gezin stichtte.
Op een stuk land van tien bij drie kilometer aan zee, inclusief buitenmeer met eidereenden, bouwden ze hun nieuwe koninkrijk. Met 500 schapen, een twintigtal paarden en een handvol bordercollies als onderdanen. En niet te vergeten vier troonopvolgers.’ Hoe mooi zijn daarbij dan de foto’s van dat enorme stuk land en die vier jonge IJslandse kinderen.
Of neem de jonge boer Jóhannes die op de Faeröereilanden zijn geluk gevonden heeft in een kleine gemeenschap. Regelmatig musiceert hij met wat bejaarden uit de omliggende dorpen, die door deze avonden weer ‘jonge rockgoden’ worden. ‘Een plek waar je ongeacht je leeftijd deel van de gemeenschap uitmaakt.’ Met twaalf anderen woont hij in het kleine dorpje aan de rotsachtige kust van het eiland Kalsoy, vijf van hen zijn twintiger. Op een foto staat een stoere jongen met een zwart mutsje en een sigaret nonchalant in zijn mondhoek. Zelfverzekerd, tevreden, ver van de drukte in de wereld. Een andere foto toont de nederzetting aan de rand van steile rotsen die in zee eindigen. Een witte waterval stort van grote hoogte in het water, de huizen liggen vredig en veilig bij elkaar op een geel glooiend grasland.
Jóhannes kan zijn voorouders tot 500 jaar terug volgen. Hier in dit dorp. Een dorp dat nooit veel groter wordt, maar ook niet krimpt. ‘Kennelijk was het genoeg voor hen om hier te blijven.’
‘En ook voor mij is dit genoeg. Meer heb je als mens niet nodig, toch?’
De andere plekken waar de Anneke de Bundel en Nicole Franken tijdelijk neerstrijken zijn Groenland, het eiland Harris (onderdeel van de Schotse Buiten-Hebriden), Røvær (een eilandje voor de kust van Noorwegen) en het vrouweneiland Kihnu, dat in de golf van Riga ligt maar bij Estland hoort. Op dit laatste eiland lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Vrouwen in traditionele bloemetjesjurken lijken er de dienst uit te maken, want zij zijn er, met hun kinderen, de permanente bewoners. De mannen zijn ergens op zee of op het vaste land.
Kihnu-vrouwen doen alles zelf. Bakken hun eigen brood, verbouwen kun eigen eten, maken hun groenten in en weven hun eigen stoffen. (…) En ze verzorgen het vee en natuurlijk de kinderen. In feite de hele levenscirkel wordt door vrouwen gedaan.
Maar zo matriarchaal is het er toch niet, blijkt na wat meer gesprekken en inzicht in de gebruiken en gewoontes op het eiland, dat niet alleen in afstand ver van de bewoonde wereld te ligt, wat ook wat betreft vooruitgang.
De schrijfster verweeft in een prettige stijl achtergrondinformatie over de afgelegen plekken met haar persoonlijke indrukken en de beschrijvingen van de bewoners en het landschap. Tekst en beeld vullen elkaar aan en kunnen niet zonder elkaar. Ik heb bewust lang naar de paginagrote foto’s gekeken en er minstens evenveel tijd aan besteed als het zou kosten om een bladzijde met tekst te lezen. En dan zie je steeds meer, en daardoor blijft er nog meer te raden over.
Het enige wat ik miste, zijn geografische kaartjes om te zien waar deze eilanden liggen, maar wellicht is dat een bewuste keuze. Het doet niets af aan de indrukwekkende verhalen. Hoe fijn is het dat mensen voor je op reis gaan en zo’n prachtig boek maken.
Arjen van Meijgaard
Anneke de Bundel en Nicole Franken, Eiland blues, Overleven op 60° noorderbreedte. KNNV Uitgeverij, Zeist. 160 blz. € 24,95.