Recensie: Jules Deelder – Hardgin
Hij was meer verschijnsel dan mens
‘Geboren in 1944. Zoon van een Rotterdamse handelaar in vleeswaren. Sparta-Supporter. Verzamelaar en permanent drager van vlinderzonnebrillen. Dichter sinds de vroege jaren zestig – destijds nog als Julian the Joint. Jazzconnaisseur. Acteur in populaire reclamespots. Zet sinds 1980 zijn werk niet alleen te boek, maar ook op de plaat, video en DVD. Zijn kracht is dat hij zijn verhalen niet voorleest, maar voordraagt. Drumt in het grootste trio ter wereld, genaamd ‘Trio Me Reet’. Draagt exclusieve flamencodansersenkellaarsjes. Vader van dochter Ari. Schrijft boeken waarbij je als lezer de neiging krijgt om je ogen steeds sneller over het papier te laten vliegen. Principieel Citroën-rijder. Snelheidsmaniak op de weg. Is na Toon Hermans de best verkochte dichter van Nederland. Schreef recentelijk een kinderboek. Heiligt het principe dat alle publiciteit goede publiciteit is.’
Zo begint de website van Jules Deelder zelf. De bekendste Rotterdammer uit Nederland en verre omstreken overleed afgelopen donderdag na een kort ziekbed. 24 november had hij zijn vijfenzeventigste verjaardag nog gevierd in De Doelen in Rotterdam. Iedereen mocht daarbij zijn, want Deelder was wars van kliekjes en vond dat iedereen evenveel recht had op een feessie, maar hij was net zo goed een zeer slim zakenman. Waarom zelf veel betalen voor een feest als je mensen een kaartje kon laten kopen? Het werd een stijlvolle, swingende jazzavond waarbij Deelder het podium deelde met zijn vele musicerende vrienden. Als hij niet meedrumde of meezong, zat hij op het podium in een fauteuil te nippen van de speciaal voor hem door firma Loopuyt vervaardigde Hardgin (geserveerd met een wolkje tonic en blokjes ijs), die in een beperkte oplage van 1944 flessen (zijn geboortejaar) op de markt is gebracht.
Om de legendarische mijlpaal van 75 jaar literair te markeren bracht zijn uitgeverij De Bezige Bij de bloemlezing Hardgin uit. De bundel bevat 23 verhalen: zeven verhalen uit de bundel Schöne Welt (1982), twee uit Modern Passé (1984), vijf uit Drukke dagen (1988), drie uit De T van Vondel (1990), drie uit Jazz (1992), één uit Geheid Deelder (1994), één uit (Hol gelach) (1997). Het laatste verhaal, Plaatselijke verdoving, schreef Deelder speciaal voor deze bundel.
Het is ondoenlijk en onwenselijk om de verhalen te lezen zonder de legende Deelder staccato, licht snerpend te horen voordragen, zonder de gejaagdheid te ervaren die het dwingende ritme van al zijn teksten bepaalt. Dus heeft u nooit het genoegen mogen smaken om een vlijmende Deelder in strakke, uiterst stijlvolle staat te zien declameren dan dient u eerst een optreden van hem online op te zoeken, opdat de eigenzinnig hoekige, kantige cadans zelfs u te pakken krijgt alvorens u tot lezing overgaat. Dan pas zal hij onvervaard snoeihard en kraakhelder uit zijn verhalen oprijzen. Deelder was naar eigen zeggen namelijk een aucteur: een schrijver die gezien en gehoord moest worden.
Voor hem begon en eindigde alles bij schrijven, dat hij typeerde als ‘begaafd ouwehoeren’. In 1966 debuteerde hij als dichter tijdens Poëzie in Carré, de roemruchte avond die Simon Vinkenoog opzette. Hij publiceerde sindsdien tientallen bundels verhalen en gedichten. Typerend voor zijn werk zijn de originele aforismen (‘Beter een kwinkslag dan een doodslag’ of ‘Beter opbranden dan uitdoven’) die al snel een eigen leven gingen leiden (in ieder geval in het door hem geliefde 010). De vertelsels bevatten veelvuldige zijpaden die doen denken aan de solo’s bij een jamsessie. Niet alleen in gedichten herhaalde hij graag woorden, woordgroepen en volledige zinnen. Denk aan De dood of het Repeteergedicht waarin hij zelf de meest pakkende naam gaf voor zijn eigenste type poëzie. Thematisch kende hij ook stokpaardjes: muziek en dan vooral de jazz, drugs, Sparta, de oorlog, de Hoekse en Kabeljauwse twisten, het afgeven op Mokum (in de meest vileine, originele taal), de dunne scheidslijn tussen werkelijkheid en verzinsel (ongetwijfeld getriggerd door de roes van de bedwelmende middelen). Personages die Deelder onwelgevallig waren, kregen steevast afzeiknamen: in deze bundel o.a. Spuit voor een dokter, Vlijmscherp voor een inspecteur, Van Vaaghuizen voor een boekhouder, Bink Rosbief voor Bing Crosby, Dwerg met een waterhoofd voor Sylvester Stallone, Loopmans voor Rudy Koopmans, Mr. Prickpiss voor de eigenaar van een Brits daklozenasyl.
Maar met stip bovenaan staat Deelders volstrekt authentieke stijl. Hij vermengde plat Rotterdams (waar hij meestentijds de uitvinder van leek te zijn) met archaïsche ambtenarentaal en voegde daar moeiteloos de tale Kanaäns aan toe, bedacht bizarlange neologismen (‘megalomythomaniakaalklerikaaltriomfallische’, ‘tragikomiekwagneriaanse’) en gebruikte vloeiend spreektaal. Deelder heeft het schrijven in de ellips allure weten te geven en hij komt dankzij zijn opzwepende ritme geruisloos weg met blokken tekst zonder alineastructuur. Voor hem was een verhaal geslaagd als het leek alsof het er altijd al was. De fantasie moest de werkelijkheid in waarheid overtreffen.
Hardgin is een uiterst vermakelijke bloemlezing van Deelders duistere nachtvertellingen. Allemaal bezitten ze de gewenste, terloopse vanzelfsprekendheid. Zelfs in de meest wause gebeurtenissen blijf je geloven in het personage en diens bizarre omstandigheden. Nu gaat het in veel van de hier samengebrachte verhalen om Jules Deelder in hoogsteigen persoon. Hilarisch dist hij zijn reizen op, waarbij de reis naar LA met The Dutch Windmill, aka Van Kleeveren, je het gevoel geeft er zelf bij te zijn geweest. In Het gitaarwonder overvalt je eveneens dat gevoel en lijk je in hoogsteigen persoon bij ‘de Parker van de gitaar’, ‘de bliksem in het duister’ aan het podium te staan. Voor even ben je daarna samen met Jules bij Jimi Hendrix in de hotelkamer.
Klassieke toppers als Schöne welt, King Kongs broer, Klein-Golgotha, Loopmans vs. Van Kleeveren, De ziekte van Hedel (al decennia verplichte kost voor alle scholieren in Rotterdam met een gezonde aversie tegen al wat 020 voortbrengt), Drukke dagen, Blind Date, Pwoefkonegin maken deze bloemlezing een absoluut hebbeding voor iedere door de wol geverfde Deelderfan. Met een nieuw verhaal op de koop toe (waar ik geen zweem van zal verklappen om de pret van het lezen niet te bederven). Voor wie nog nooit een verhaal van fenomeen Deelder (‘Hij was meer verschijnsel dan mens’) las, is de bundel een onontbeerlijke aankoop. U weet niet wat u al die jaren heeft gemist aan sardonisch genoegen.
Miriam Piters
Jules Deelder: Hardgin. De Bezige Bij, Amsterdam, 250 blz. € 21,99.