Strips: Gazzotti & Vehlmann – Alleen
Voortgestuwd door dat lekker spannende
De stripreeks Alleen van het duo Bruno Gazzotti (Kleine Robbe, Soda) en Fabien Vehlmann (Ian, Mooi Duister, Robbedoes en Kwabbernoot) gaat al wat jaren mee. Het eerste deel verscheen in 2005. Intussen zijn er elf albums verschenen van de reeks die mateloos populair is onder jongeren, met name in Frankrijk. Terecht, de verhaallijnen van Alleen zijn perfect toegesneden op lezers vanaf elf jaar. Voor wie de boot gemist heeft, is er nu een prima herkansing met de integrale van de eerste cyclus: een instapbundel van 264 pagina’s met daarin opgenomen de eerste vijf delen van de reeks.
Om eens met de afwerking te beginnen: het heeft de uitgever behaagd de integrale zo sober mogelijk op de markt te brengen, zonder Franse pagina of iets van een entrée. Wie de integrale openslaat, nota bene in een slappe kaft voor de hardcover prijs van meer dan dertig euro, begint meteen op de eerste pagina van deel 1, Spoorloos. Dat is even wennen. De rest van de albums worden onderbroken door zwarte pagina’s met een enkele illustratie.
Maar dan begint het verhaal tenminste meteen: op een dag ontdekt een groep kinderen dat iedereen uit de stad is verdwenen. Alleen zij lijken overgebleven. Nergens een spoor van volwassenen. Ouders? Foetsie. Eén van de kinderen, de tuttige Camille, gaat tevergeefs naar school. Ook daar is geen kip te bekennen. Het lijkt op Papergirls van Brian K. Vaughan en Cliff Chiang, al waren scenarist Vehlmann en tekenaar Gazzotti flink wat jaartjes eerder op het idee gekomen: een groep kinderen moet zich zien te redden in een wereld die de hunne is, maar tegelijk niet meer.
In Alleen lopen bijvoorbeeld circusdieren in het wild rond, die vreemd gedrag vertonen. En aan het einde van de eerste cyclus ontdekken de kinderen een grote zwarte toren die surrealistisch afsteekt, alsof Schuiten en Andreas even in de stad zijn langsgekomen. Er zijn allerlei mysterieuze zaken die vreemd aandoen en die voor de kinderen antwoord kunnen zijn op de belangrijke vraag: waar is iedereen in Godsnaam? En waarom zijn wij er nog wel?
De vijf kinderen die de lezer vanaf het begin volgt, ontmoeten gaandeweg steeds meer groepjes kinderen die zich meester hebben gemaakt van wijken, buurten en een verlaten pretpark. Ze wonen er in hotels en rijden rond in auto’s die zijn achtergelaten. Eigenlijk proberen al die groepjes het hoofd boven water te houden, als kleine gemeenschapjes die net als in het echt te maken krijgen met machtsprobleempjes, bazigheid en afvalligen. En dan zijn er nog een broer en zus, scary as hell omdat ze zo gewoon lijken, die nergens bij horen en hun eigen plan trekken, met pijl en boog in de aanslag.
De combinatie van het avontuurlijke – kinderen die alles zelf moeten rooien – en het mysterieuze is heel aantrekkelijk: het verhaal is zo opgebouwd dat er steeds nieuwe zaken aan het licht komen die de lezer een stapje verder brengen, een systeem waarop veel games leunen. Dit alles is gegoten in een prettige, uitgebalanceerde tekenstijl die even spannend als vriendelijk oogt. Het is als Soda, maar dan met kinderen, en voor kinderen.
Alleen is nog lang niet af. Komend jaar verschijnt deel 12, en hopelijk de integrale van de tweede cyclus: vanwege de flinke vaart van de verhalen is Alleen goed geschikt om als bundeling uitgegeven te worden. In een knappe twee uur heb je de hele cyclus gelezen, voortgestuwd door dat lekker spannende van een goede kinderserie. En voor de groten onder ons, ook nog een keertje heel prima vanwege de interessante personages, het ontrafelen van de mysteries en de look en feel van de reeks.
Stefan Nieuwenhuis
Gazzotti & Vehlmann – Alleen, Integrale van de 1e cyclus. Dupuis, 264 blz. € 30,80.
Bevat de verhalen 1 tot en met 5: Spoorloos, De meester van de messen, De stam van de haai, De rode cairns en In het oog van de maalstroom.