Recensie: Bernlef – Geleende levens
Ja, wie is een mens eigenlijk? Is hij wat hij doet? Is hij hoe hij heet? Is hij de rol die hij speelt? Is hij wie hij voorgeeft te zijn? Het zijn maar vragen natuurlijk, maar ze komen naar boven tijdens en na lezing van Geleende levens, de jongste Bernlef, drie novellen die gaan over… nou ja, over identiteit.
Ironisch dat het juist deze schrijver is die deze vragen oproept. Want wie is Bernlef eigenlijk? Hij debuteerde vijftig jaar geleden als J. Bernlef, maar die loze initiaal heeft hij in 2002 van zich afgeworpen. Voordat hij schreef, heette hij Hendrik Jan Marsman. Zijn pseudoniem verwijst naar een blinde Friese dichter uit de achtste eeuw, maar zijn werkelijke naam is weer dezelfde als die van de dichter van de beroemde regels “Denkend aan Holland / zie ik breede rivieren”…
Goed, wie ben je? Wie is Jos Kooystra? Hij is het hoofdpersonage van het eerste verhaal, ‘De rol van zijn leven’. Twintig jaar lang speelde hij de rtol van Nathan Ronselaer in de televisiesoap Het Familiekapitaal. Omdat jongere kijkers de serie negeren, acht de commerciële zender die het programma dagelijks uitzendt de tijd gekomen om de rol van Kooystra te beëindigen. Zo ongeveer staat het in de brief die de acteur van zijn omroepbaas krijgt.
Tussen de opname van de aflevering waarin een hartaanval een einde aan het leven van Nathan Ronselaer maakt en de uitzending zit een maand waarin Jos Kooystra zijn mond moet houden.
Op de avond van de uitzending – de avond van de dood van Nathan – belt zijn ex-vriendin Nienke. Achttien jaar eerder was ze bij hem weggegaan, hij wist wel waarom: “Hij was vrijwel nooit thuis, altijd met de serie in de weer. Naar party’s nam hij haar nooit mee, zogenaamd om haar te beschermen, maar hij wist wel beter. Hij wilde het imago van de ongebonden Nathan Ronselaer niet aantasten.”
Al die tijd bleef hij vrijgezel, ging hij op in de rol van zijn leven. ‘Was je hele persoonlijkheid eigenlijk niets meer dan een illusie?’ Werd hij Nathan Ronselaer? Toen die voor het oog van de natie in elkaar was gezakt, en niemand zijn dood al te zeer leek te betreuren, bleef een leegte over. Kooystra beproefde zijn geluk als acteur in New York waar hij helemaal niemand was.
Wie is Henk Kok? Een verzonnen figuur wiens identiteit wordt aangenomen door Wim Draayer – hoewel: verzonnen? Wie is Wim Draayer dan? Geboren Van Boeschoten, maar toen zijn moeder haar meisjesnaam weer aannam, liet ze ook zijn naam officieel veranderen. Maar later moest hij dus Henk Kok heten. In ‘Geleend leven’ legt Bernlef uit waarom. Het is een beklemmend verhaal, misschien wel door de stilte waarmee het is omgeven. Op het anonieme Franse platteland weten ‘ze’ Draayer, Kok, Van Boeschoten toch te vinden. Net als met Kooystra sterven met hem alle identiteiten die hij ooit aannam.
Het hoofdpersonage van het derde verhaal, ‘Eeuwige roem’, overleeft, in tegenstelling tot Ronselaer/Kooystra en Draayer/Kok Bernlefs pen. Deze Julien Cocq (hé, ook een Kok) is standbeeldbewaker in een voormalig Oostblokland. De setting herinnert aan die van Bernlefs in 1987 met de AKO Literatuurprijs onderscheiden roman Publiek geheim.
Het zijn wezenlijke vragen die Bernlef stelt, maar in zijn tamelijk precieze proza is altijd een ironische onderlaag aanwezig. Zijn personages lijken zich niet af te vragen wie ze zijn: ze zijn, punt.
Soms komt Bernlefs ironie aan de oppervlakte: ’”Regeringen komen en gaan, maar de echte zakenman blijft altijd bestaan.’ Julien moest lachen om het rijm dat de chauffeur zelf leek te ontgaan.”
Ik kan me niet anders voorstellen dan dat Bernlef toen hij deze passage schreef, heeft zitten schateren, want dit is je reinste schmieren, je lekker laten gaan in de rol van je leven.
Frank van Dijl
Bernlef – Geleende levens. Querido.
Deze recensie verscheen eerder in HP / De Tijd van 3 april 2010.