Recensie: Daan Borrel – Jaar van het nieuwe verhaal
Een restrictief verhaal
In 2018 verscheen Soms is liefde dit. Aanleiding voor dit boek in briefvorm was het gevoel dat Daan Borrel niet wist hoe ze in haar bevoorrechte westerse, vrije lijf moest leven. Filosofen en andere schrijvers vormden een klankbord. Voor De Correspondent schreef ze een jaar lang over seksualiteit en dan vooral over de taboes die ermee gepaard gaan, zeker voor de vrouwelijke seksuele beleving. Het zojuist verschenen Jaar van het nieuwe verhaal gaat door op die ingeslagen weg. Het is een uiterst persoonlijk verhaal over haar worsteling met intimiteit, seksualiteit, feminisme en vooral over haar altijd aanwezige, onderhuids smeulende boosheid.
Het boek kent een afgebakende structuur: ieder hoofdstuk beslaat een dag tussen 29 september 2018 en 30 oktober 2018. Daan Borrel observeert per dag nauwgezet wat haar maandelijkse cyclus fysiek en psychisch teweeg brengt en verwijst via voetnoten naar haar bronnen. Aan die dagboekconstructie voegt ze een origineel uitgangspunt toe: iedere fase van de cyclus verbindt ze aan een seizoen. De winter vangt aan op dag 1 van je cyclus als de ongesteldheid aanvangt. In die periode is ze onzekerder, maar haar intuïtie is sterker en ze traint verinnerlijking. De week daarna begint de lente. Dan is ze energieker, ideeënrijker en ondernemender. Rond dag 12-14 van de cyclus start de zomer: de eisprong vindt plaats. Het testosteronniveau schiet omhoog en daarom is ze ontvankelijker voor seksuele prikkels. De razende, woelende energie wordt gerichter. Als de PMS begint, zet de herfst van de cyclus in. De moeheid slaat toe, samen met ongerichte boosheid op alles en iedereen. Deze fase zorgt voor reflectie en naar binnen gekeerd zijn.
In één cyclus kwam als vanzelf woede en vreugde; verdriet en hoop; frustratie, spanning en zorgeloosheid; angst, spanning en ontspanning; geiligheid en opwinding en melancholie; verwarring, jaloezie, twijfel, onzekerheid, rusteloosheid en tevredenheid, geruststelling, en een vredig gevoel voorbij. Het wezen van al die gevoelens was dat ze deels van mij waren, en tegelijkertijd onderdeel van het geheel, dat wat we allemaal delen.
Het boek is echter meer dan een terugblik op die ene maand en die ene cyclus. Borrel doorspekt haar analyse van een maand met dagboekfragmenten uit het jaar ervoor (het jaar na de breuk met haar geliefde), brieven, interviews, essayistiek en veelvuldige verwijzingen naar uiteenlopende feministische, filosofische en wetenschappelijke literatuur, met name over seksualiteit en hormonen. Voor dat laatste steunt ze grotendeels op de boeken Testosteron Rex. Het einde van de gendermythe van ontwikkelingspsychologe Cordelia Fine en Period Power: Harness your hormones and get your cycle working for you van de zelfverklaarde gezondheidsexpert Maisie Hill.
Verwoed zoekt Borrel naar een nieuw verhaal, eentje met regels voor een zinvol leven. Dat doet ze door de macht van verhalen te bevragen, vooral ook de verhalen die ze zichzelf vertelt:
Het leven is geen artistiek geheel, zei Simone de Beauvoir, het leven is geen verhaal, de werkelijkheid bestaat uit onvoorspelbare en onrechtvaardige evenementen. En toch probeerde ook zij met verhalen het tij in de samenleving én haar eigen leven te keren. Als ik de gebeurtenissen niet opschrijf, als ik me niet afzonder om de rode draad in het verhaal te vinden, lijkt er ook niets te veranderen in mijn leven.
Begin oktober vergelijkt ze haar cyclus nog met de straf die Sisyphus van de goden opgelegd heeft gekregen. Zo komt het bij tijd en wijle ook op de lezer over. Je vraagt je af waar het idee dat ze als vrouw onderdrukt wordt (door wie? hoe?) vandaan komt. Haar zelfonderzoek ontstijgt het persoonlijke, individuele niet, maar toch lijkt Borrel het idee te hebben dat wat zij schrijft universeel is. Zij is wat te navelstaarderig, maar is zich daar niet genoeg van bewust. Dat wekt wrevel op. Een gesprek met haar vriendin Maria aan het eind van het boek verwoordde precies die irritatie tijdens het lezen:
‘Ik vind het zo’n dooddoener als iemand over de samenleving als onderdrukker begint.’
‘Want?’
‘Nou, de maatschappij is niet één. Er is niet één systeem. Er leven miljoenen verschillende mensen in. (…) Als jij zegt dat je bepaalde emoties in je cyclus niet mag voelen, dan denk ik: van wie niet? Is het je moeder, is het een van je vrienden? Want ik voel dat niet zo.’
Toch is dit een belangwekkend boek, ook voor een lezer met heel andere ervaringen. Daan Borrel pleit voor authentieke, eerlijke en schaamteloze openheid. Aan de hand van haar krachtige kwetsbaarheid kun je met vrienden openhartige gesprekken voeren over verlangens naar intimiteit en seksualiteit, over hoe om te gaan met hormonale veranderingen, over de vraag of je je conformeert aan van buitenaf opgelegde verwachtingen, en vooral over de verhalen die je jezelf vertelt en waarmee je jezelf restricties oplegt. Welk selectieve verhaal vorm jij over jezelf en welke samenhang breng je daar gretig en gewillig in aan?
Miriam Piters
Daan Borrel – Jaar van het nieuwe verhaal. De Bezige Bij, Amsterdam. 292 blz. € 21,99.