Recensie: Regina Porter – De reizigers
Levens in fragmenten
De reizigers is een goede, de lading dekkende titel. Want de debuutroman van Regina Porter gaat niet zozeer over mensen die reizen van A naar B, maar over mensen die door het leven reizen. Die mensen, Porters hoofdpersonages, worden direct al geïntroduceerd in een lijst van dramatis personae, nog voor de roman aanvangt. En het zijn er veel, zo’n vijfendertig personen, uit zes families. Regina Porter neemt de lezer via haar personages mee vanaf het naoorlogse Amerika tot in het huidige decennium.
De kern vormen twee families, de een zwart, de ander wit. Door het huwelijk kruisen de families elkaar, maar dat gebeurt pas later in de tijd. Wat De reizigers daarbij bijzonder maakt, is dat de familielijnen elkaar al eerder raken, maar geen van de personages is zich daarvan bewust. Dat is het voorrecht van de lezer: hij/zij is dat wel. Met Porter nemen we een kijkje in de levens van families verspreid over de Verenigde Staten. Neem nou Agnes Miller, overigens niet geheel willekeurig:
Het was 1966. Agnes Miller was negentien en majorette in haar tweede jaar aan Buckner County College. Ze droeg een kobaltblauwe overhemdjurk en haar haar zat in een bevallige bouffant in de stijl van Diana Ross & The Supremes.
Wat vervolgens daar in Georgia gebeurt, op de terugweg van een concert in Atlanta, werpt zijn schaduw vooruit en blijft over de gehele roman hangen. Een ongemakkelijk gevoel. Te meer daar we die personages later in de roman, en dus later in de tijd, nog tegen zullen komen. Het spreekt vanzelf dat Porter, zelf een zwarte schrijfster, de ongelijkheid van het opgroeien in een zwart milieu versus het opgroeien in een wit milieu ferm benadrukt, maar ook dat de eerstgenoemden het met het verstrijken der jaren langzaam – tergend langzaam – beter krijgen. Hoewel wellicht een open deur, het is een verdienste van de schrijfster, vooral ook omdat een militante toon, ten faveure van een geestige ondertoon, achterwege blijft. Wel etaleert Porter in haar miniportretten een diep inzicht in de ziel van willekeurige mensen, met al hun dromen, problemen en mislukkingen. Hier tegenover staat echter wel dat het fragmentarische karakter van de roman, dat zowel door de decennia heen-en-weer slingert als het plots laten opdoemen van weer een ander personage – of was ik die al eerder tegengekomen? – dan weer niet bijdraagt aan de cohesie van een roman in korte verhalen, maar nog steeds een roman.
De reizigers is het absoluut waard gelezen te worden en is wederom een voorbeeld van een jonge zwarte auteur die het Amerikaanse rassenvraagstuk op subtiele wijze voor het voetlicht brengt. Agnes Miller was in 1966 negentien en is in 2010 een oudere vrouw die met haar kinderen en kleinkinderen uit eten gaat.
Agent Byrd keek naar de tafel waar Agnes aan zat. Ergens in zijn geheugen ging vaag een lampje branden, maar het zat diep weggestopt tussen alles wat hij ooit had gedaan, had gewild en was geweest of het liefst zou vergeten.
Wiebren Rijkeboer
Regina Porter – De reizigers. Vertaald door Lette Vos. De Bezige Bij, Amsterdam. 366 blz. € 22,99.