Recensie: Antjie Krog – Broze aarde
Het komt goed, maar zonder ons
Gebeden en geloofsbelijdenissen vormen geen vreemde eenden in de bijt van de poëzie. In profane teksten gaat het dan vaak om een ‘draai’ die de canonieke traditie van een nieuwe laag moet voorzien. Denk bijvoorbeeld hoe Jacques Perk in ‘Deinè Theos’ het Onze Vader naar de aanbidding van de schoonheid loodste. Of hoe Hugo Claus hetzelfde gebed in zijn ‘Bericht aan de bevolking’ inzette om de nucleaire dreiging aan te kaarten.
Een heel andere invalshoek koos Leo Vroman met zijn Psalmen, veertien gedichten waarin hij een verzonnen God opzij schuift en er een wetenschappelijk iets plausibeler ‘Systeem’ voor in de plaats zet:
Systeem! Gij spitst geen oog of baard
en draagt geen slepend kleed;
hij die in U een man ontwaart
misvormt U naar zijn eigen aard
waar hij ook niets van weet.Systeem, ik noem U dus geen God,
geen Heer of ander Woord
waarvan men gave en gebod
en wraak wacht en tot wiens genot
men volkeren vermoordt.
Ik denk dat Antjie Krog zich wel in Vromans visie zal kunnen vinden. Haar nieuwe bundel Broze aarde draagt als ondertitel Mis voor het universum en dat universum heeft toch wel veel weg van het ‘Systeem’ van Vroman. Krog draagt haar mis op aan een systeem dat zwaar te lijden heeft onder de verwoestende druk van een van de soorten die er deel van uitmaken. De bundel volgt in grote lijnen de opbouw van een katholieke (doden)mis. Maar in tegenstelling tot de kerkelijke uitvoering ligt in Broze aarde de nadruk op de ‘Dies irae’, de dag van de wrekende woede. Het is veruit het langste gedicht, terwijl de Katholieke kerk dit onderdeel zestig jaar geleden nu juist uit de dodenmis heeft geschrapt. Het is kenmerkend voor de toon van Krogs Requiem, wat al duidelijk wordt in de, betrekkelijk korte, geloofsbelijdenis, het ‘Credo’ (met daaronder de vertaling van Robert Dorsman en Jan van der Haar):
Bnendictus qui venit in nomine creationis
(Geseënd is hy wat kom in die naam van die Skepping)Ek glo in die enige God, die Almagtige Son, G2V, Moederster en Skepper van ons planeet en sy ellips;
En in die Aarde, haar enig lewegewende Seun, onse Allerhere
Wat geboren is uit die Maagd Water en gestabiliseer is deur die Heilige Maan
Wat ly onder homo sapiens, besoedel, vernietig en vermoor word;
Maar wat sal opstaan uit die dodende selfsug,
Sal kantel, steier, en die mens van sig afskud
En voortleef met wat glip in ekostelsels.
Ek glo in Heilige Suurstof.
Ek glo aan Heiige Sianobakterieë, Fotositese en in die Gemeenskap van Bome,
Die almag van Water,
Die seëviering van die Son,
Die wederopstanding van die Planeet,
En ’n lewe van Ewige OmgeeAmen
Bnendictus qui venit in nomine creationis
(Gezegend hij die komt in de naam van de Schepping)In geloof in de enige God, de Almachtige Zon, G2V, Moederster en Schepper van onze planeet en zijn ellips;
En in de Aarde, haar enige levengevende Zoon, ons aller Heer
Die geboren is uit de Maagd Water en in evenwicht wordt gehouden door de Heilige Maan
Die lijdt onder homo sapiens, wordt vervuild, vernietigd en vermoord;
Maar die zal opstaan uit het dodelijk egoïsme,
Zal kantelen, steigeren en de mens van zich afschudden
En voortleven met wat ontkomt in ecosystemen.
Ik geloof in Heilige Zuurstof.
Ik geloof aan Heilige Cyanobacterieën, Fotosynthese, en de Gemeenschap van Bomen,
De almacht van Water,
De overwinning van de Zon,
De wederopstanding van de Planeet,
En een leven van eeuwige ZorgzaamheidAmen
De toon is kort na het begin van de mis al gezet. Maar ondanks de ellende die nog komen moet, blaakt de ik-figuur van vertrouwen in de toekomst. Alles zal goedkomen, zodra de aarde die ergerlijke mensen maar van zich af weet te schudden. Het is natuurlijk een geluid dat je wel vaker hoort de laatste tijd. Het meest overtuigend wellicht nog verwoord in Sapiens van Yuval Noah Harari. Maar toch is het (excusez le mot) geen dooddoener, zeker niet in de krachtige poëzie van Antjie Krog. Die slaat je overigens pas echt om de oren in het al genoemde ‘Dies irae’. Zeven bladzijden en acht delen lang (plus eenzelfde aantal voor de voortreffelijke vertaling) krijgt de lezer een veelheid van beelden en stijlen te verwerken die er niet om liegen. De ‘Dag der Wrake’ begint rustig verontrustend. Overal bewegen schimmen zich om ‘haar’ heen, schuifelend, bedelend, lijdend. Je kunt proberen hun bestaan te ontkennen, maar er valt niet aan te ontkomen. Ik geef nu alleen de Zuid-Afrikaanse tekst, laat de klanken hun werk doen:
vanuit die uithoeke van die aarde
kom die armes na ons toe aan
hulle skreeu en wys vuis op die bergterasse
hulle drom in die leegtes saam
en daar is niks te doen nie of hulle is met ons
en ons onvermoë om ’n eerbare lewe
in verhouding met hulle te leweelke keer wat mens nie gee nie
is mens minder
minder mens
Waarna de wanhoop, zowel in vorm als tekstueel, in het tweede deel van ‘Dies irae’ de lezer confronterend aanvliegt. Deze verschrikkelijke ‘dag’ is een vlijmscherpe caleidoscoop van menselijk onrecht en het onvermijdelijke geweld dat daaruit voortkomt.
Na dit huiveringwekkende gedeelte is het in feite met de dodenmis gedaan. Deel 7 en 8 heten respectievelijk ‘Agni terrae’ (lammeren van de aarde) en ‘Lux aeterna’ (eeuwig licht). Nadat de mensenplaag overwonnen is, lijkt het dus weer wel goed te komen met de aarde. De vraag is alleen tot wie nu de priester zijn slotwoorden richt. Tot de laatste overlevenden? Tot de andere dieren? Tot een nieuwe soort, hopelijk eentje met wat meer verantwoordelijkheidsgevoel?
Priester
Gaan in vrede en verheerlik die Broosheid van die Lewe.
Gaan heen en verkondig die himne van Water,
die pag van die Aarde, en alles wat volhoubaar daarin, daarop en daaruit bestaan.
Gaan heen, word Versorgers van die Aarde en skouer die Juk van Kosbaarheid.Amen.
asem … asem … asem … asem … asem … asem …
Wie die nieuwe rentmeesters ook moge zijn, ze moeten zich wel bewust zijn van hoe broos het leven en de aarde zijn. Zij moeten verzorgers zijn in plaats van exploitanten, niet alleen om een nieuwe ‘Dies irae’ te voorkomen, maar ook omdat dat wel zo rustig en vooral natuurlijk is. Broze aarde van Antjie Krog is een mis, een manifest en een maatschappelijk-politieke stellingname tegelijk. Maar het is eerst en vooral mooie, confronterende poëzie.
Jan de Jong
Antjie Krog – Broze aarde. Een mis voor het universum. Podium, Amsterdam. 48 blz. € 20,00.