Recensie: Etgar Keret – Mijn konijn van vaderskant
Een lust om te lezen
De verhalen in Mijn konijn van vaderskant van de Israëlische schrijver Etgar Keret zijn een lust om te lezer. In elk verhaal gebeurt er wel iets bijzonders, wordt de lezer verrast en vermaakt. Keret plaatst personages in vreemde situaties en laat de personages daar op een geloofwaardige en vaak barmhartige manier mee omgaan. Zo leef je als lezer mee als een vader met zijn zoontje iemand op het dak ziet staan, die wil springen, en het zoontje de man enthousiast aanspoort om te gaan vliegen. Hoe moet je daar in hemelsnaam mee omgaan? Of misschien wat banaler: je wilt een meisje versieren en hebt daar wiet voor nodig. Je komt aan die wiet door stampij te maken tijdens een rechtszaak.
De stijl is erg aangenaam, makkelijk om te lezen, maar door vele betekenisvolle details ben je als lezer in een paar zinnen in het verhaal. Zo begint het verhaal Morgen de kassa als volgt:
We vieren zijn verjaardag de dag erna. Altijd een dag erna of ervoor, nooit op de dag zelf. Altijd dezelfde shit. Waarom? Omdat meneer de rechter heeft bepaald dat een kind op zijn verjaardag bij zijn moeder moet zijn, ook al is dat een liegend kreng dat platgaat met elke idioot die op haar werk naar haar lacht. Een vader is minder belangrijk.
De herhalingen maken het lezen makkelijk en het is meteen duidelijk dat de ik-figuur, de vader, onder grote druk staat om iets geweldigs van de verjaardag van zijn zoontje te maken. Keret draait ook niet om de hete brij heen: hij is heel direct in zijn schrijfstijl, zoals in dit geval bij het platgaan van de moeder. In dat verhaal belooft de vader zijn zoontje dat het zoontje alles mag hebben uit een speelgoedwinkel. De jongen wil graag de kassa – dat is dan de absurde situatie waaruit de vader zich moet zien te redden. Dat dit verhaal nog enigszins goed afloopt was niet te verwachten, maar juist die barmhartigheid voor de personages maakt het lezen van deze verhalenbundel prettig: in ellendige situaties kan het alsnog goedkomen. Dat gebeurt ook in het titelverhaal ‘Mijn konijn van vaderskant’ waarin een vader in een konijn veranderd lijkt te zijn. Dat leidt eerst tot groot ongemak tussen de moeder en de kinderen, maar het verhaal eindigt toch weer met een onverwachte toenadering. Dat is natuurlijk niet in alle verhalen het geval. In het langste verhaal komen een jongen en een vrouw niet nader tot elkaar. In een interessant verhaal over klonen is het einde even verrassend als bruut.
Erik-Jan Hummel
Etgar Keret – Mijn konijn van vaderskant. Vertaald door Ruben Verhasselt. Podium, Amsterdam. 248 blz. € 22,50.