Recensie: Koos van Zomeren – Omstandigheden
Een grimmige roman
Koos van Zomeren, 74 jaar inmiddels, werkt gestaag door aan een imposant oeuvre. Een oeuvre dat altijd wat op de achtergrond blijft, want Van Zomeren behoort niet het incestueuze literaire wereldje dat Özcan Akyol zo ergert. Maar zijn werk verdient meer lezers. We kennen Van Zomeren vooral van autobiografisch, essayistisch werk, zijn prachtige vogelboeken, maar na acht jaar, na Rondom Staal, komt hij weer met een heuse roman op de proppen: Omstandigheden. Een grimmige roman.
Van Zomeren zet hoog in met grote thema’s als vaderschap, verstoorde familierelaties, verlies, aftakeling en de onherroepelijke dood. Nee, heel vrolijk zal Koos van Zomeren de lezer dit keer niet maken. Hoogstens een grimmig lachje om de pijn te verzachten. De thema’s zijn groot, maar Van Zomeren vertelt ze klein.
Hoofdfiguur Ronald Walraven is boekverkoper in ruste, die zijn leven soms met weemoed en soms met wrok overpeinst. ‘De vraag is alleen waarom goede herinneringen zulke kasplantjes zijn, terwijl de slechte woekeren als onkruid,’ bedenkt hij ergens. Hij piekert over de moeizame relatie met zijn kinderen, die hem op verschillende manieren zijn ontsnapt. Het eerste deel gaat over dochter Debbie. Een paar dagen nadat ze thuis heeft verteld dat ze voor de tweede keer gaat scheiden, wordt ze met spoed in het ziekenhuis opgenomen. ‘Aangereden door een infectie,’ aldus Walraven. Ze sterft op veertigjarige leeftijd aan meningokokkensepsis. Hij neemt haar in zijn gedachten mee naar Augsburg, ‘waar ik de rivier van onze eerste bergwandelingen zou zien samenvloeien met de rivier van mijn laatste bergwandelingen.’
Het tweede deel is een brief aan zijn zoon Leo, die hij al tien jaar niet meer heeft gezien. Leo is bij een familieruzie over Debbie weggelopen en heeft sindsdien niets meer van zich laten horen. Hij is inmiddels uitgegroeid tot een fameus kunstenaar, een schilder van paarden, een dier waardoor hij vanaf jonge leeftijd was gefascineerd. Hij heeft een jeugdherinnering met een op hol geslagen paard tot de kern van zijn kunstenaarschap gemaakt. In die herinnering, die hij steeds meer zijn eigen inkleuring geeft en breed in de media uitvent, heeft zijn vader een vervelende, laffe rol. De breuk vervult Walraven met spijt: ‘Wat zou ik trots op je zijn geweest als je me had toegestaan om trots op je te zijn.’ Maar soms is hij boosaardig: ‘Nogmaals, ik wil je geen verwijten maken, maar ik wil je wel zeggen dat jouw leven ons meer verdriet doet dan Debbie’s dood.’
Subliem is Van Zomeren in het schetsen van de ongemakken van het ouder worden. De ongecontroleerde winden, de pijntjes aan Walravens lies en achillespees, zijn problemen met plassen. En vooral zijn angst om als het erop aan komt niet op het juiste woord te kunnen komen. ‘Soms […] komt het vocabulaire waarover ik beschik me voor als zo’n stuk van een of andere overheidsdienst dat pas wordt vrijgegeven nadat er woorden en hele of halve zinnen zijn weggelakt.’ Manmoedig sleept Walraven zich door de dagen, in een monotonie die wurgend wordt. ‘Boven de hei dreven nevelslierten, aan de hemel werden losse wolkjes aangelicht door de vroege zon. Het zal me toch wel spijten als dit er straks niet meer is. Maar de grondtoon is sleur.’ Zijn hond gaat dood, zijn wandelvriend krijgt een beroerte, zijn verrekijker om vogels te kijken raakt hij niet meer aan. Hij probeert zich zo goed en kwaad als het kan aan de omstandigheden aan te passen, zoals een boom:
In de tussentijd moet ik maar zien te leven zoals een boom leeft: er zijn geen verwondingen, er zijn alleen maar omstandigheden.
Omstandigheden is een somber boek, met veel misantropie en gesmoorde tragiek. Ronald Walraven houdt meer van zijn hond dan van zijn medemens, een hond met een hartkwaal waarvan hij van te voren weet dat die geen lang leven zal hebben. Bergen ontroeren hem en bieden hem momenten van ‘een bruisend geluksgevoel, een woeste levenswil’. Maar mensen, daar kan hij niet veel mee. In zijn misantropische observaties is Ronald Walraven vaak heel geestig. ‘De televisie, het apparaat dat ons door de avond helpt.’ Nooit is zijn humor uitbundig, het is altijd een beetje schrijnend en wrang, meer bedoeld om ontroering de pas af te snijden. Niet altijd een fijne vent, die Walraven, niet voor zichzelf en niet voor zijn omgeving. Het is Koos van Zomerens stilistische vernuft dat hem tot een boeiend personage maakt.
Aart Aarsbergen
Koos van Zomeren – Omstandigheden. De Arbeiderspers, Amsterdam. 256 blz. € 21,50.