Recensie: Lidewij Martens – Een plek om te schuilen
Een spoorloos verdwenen dochter
Op een zaterdagochtend verdwijnt de zeventienjarige dochter van Emma spoorloos. Je pakt de zoektocht van Emma op, op het moment dat Pip al twee dagen onvindbaar is. Emma meldt zich op het politiebureau, maar de politie kan eigenlijk niets doen. Ze doet navraag op de school van Pip, bij een vriendin van Pip, maar nee, niemand weet iets. Tussen de regels door wordt vervolgens al snel duidelijk dat Pip misschien wel een reden had om weg te lopen. Want waarom heeft Emma geen internet? En waarom heeft Emma het over drie levens? En waarom is ze eigenlijk ooit ontslagen? En wie is Luuk?
In Een plek om te schuilen is het overgrote deel van de hoofdstukken geschreven in het vertellende ik van Emma. ‘Ik wist ook niet dat dat misschien wel de laatste foto was die ik van haar zou nemen.’ Tussen die hoofdstukken staan minder en veel kortere cursief gedrukte fragmenten vanuit het belevende ik van Pip waarin Pip chronologisch, maar met grote tijdsprongen, observaties over haar leven doet. ‘Wat een beetje jammer is, is dat Emma de laatste tijd anders is. Ze zit steeds vaker boven, en ze gaan nog maar af en toe samen fietsen.’
Stapje voor stapje ontdek je wat er vroeger voorgevallen is. Zo heeft Emma een exorbitant leven geleid, maar daar is ze uitgestapt omdat ze moeder wil worden. Vervolgens laat Emma als jonge moeder enorme, maar dan ook enorme steken laten vallen. Natuurlijk zijn er wel oorzaken voor het gedrag van Emma aan te wijzen, maar dat Emma nu Pip verdwenen is weer in dezelfde valkuil trapt, is eigenlijk onbegrijpelijk.
Lidewij Martens geeft in Een plek om te schuilen inzicht in wat een verslaving met een mens kan doen en dat alle oorzaken ten spijt bepaalde misstappen misschien wel onvergeeflijk zijn. Martens gebruikt hiervoor veel dialogen en niet al te lange zinnen. Verder komen de ketting met het belletje, de salsalessen en de beelden van Henry Moore voortdurend terug. Deze motieven verbinden de verhaallijnen van moeder en dochter op een ander niveau.
Een plek om te schuilen is een overwegend knap gecomponeerde psychologische roman. Martens geeft steeds kleine stukjes van het raadsel prijs: ze weet precies hoe ze open plekken in een roman in kan zetten en spanning op kan roepen. Martens is namelijk ook scenarioschrijfster voor diverse spannende series op televisie als Flikken Maastricht en Baantjer. Wanneer Emma en de vader van Pip opgeroepen worden om in het mortuarium naar een gevonden meisje te komen kijken, voel je de angst van de ouders als lezer ook. Knap gedaan.
Het boek roept prangende vragen op over moederschap, onafhankelijkheid, afhankelijkheid in relaties en verslavingen. Doordat het boek vooral vanuit het perspectief van Emma geschreven is, en reflectie niet haar sterkte punt is, doen de andere personages wel oppervlakkig en eendimensionaal aan. Zo wordt bijvoorbeeld niet heel duidelijk waarom Emma al die jaren bij Luuk blijft: er moet toch wel iets meer geweest zijn dan alleen maar heel veel luxe.
Cilla Geurtsen
Lidewij Martens – Een plek om te schuilen. HarperCollins Holland, Amsterdam. 240 blz. € 19,95.