Recensie: Vivian Gornick – Een vrouw apart. En de stad
Een verrukkelijk isolement
Het blijft een vreemd en betoverend iets, lezen. Terwijl je ogen over de pagina’s glijden raak je, in stilte, betrokken bij het leven van een volslagen onbekende. Niets intiems is je vreemd en al gauw voelt de hoofdpersoon vertrouwder dan iemand uit je werkelijke leven. Voor fictie is het opwekken van geloof een conditio sine qua non. Aan non-fictie stellen we heel andere eisen, zoals feitelijke juistheid, controleerbaarheid. Toch kan een voortreffelijke essayist je ook het gevoel geven in andermans leven te kruipen. Je raakt bevriend met andermans hersens, andermans blik en andermans oordeel. Precies dat overkomt de lezer van het memoir van de eloquente grand old lady Vivian Gornick.
Op tachtigjarige leeftijd (in 2015) verscheen Een vrouw apart. En de stad. Vivian Gornick beschrijft haar leven in de stad New York. Ze geeft ons snippers, flarden, anekdotes en intrigerende mijmeringen, o.a. over de aard van echte vriendschap:
In zowel vriendschap als liefde speelt de verwachting dat ons expressieve (zoniet beste) zelf tot bloei zal komen in het gezelschap van de geliefde een sleutelrol. De bloei informeert alles. Maar wat als het rusteloze, veranderlijke, kwikzilverachtige in ieder van ons nu juist datgene ondermijnt wat wij denken het liefst te willen? Wat als het een illusie is om aan te nemen dat we een zelf hebben dat expressief is, dat tot uiting wil komen? Wat als de zucht naar stabiele intimiteit voortdurend bedreigd wordt door een even grote, zo niet grotere, zucht naar destabilisatie? Wat dan?
Zo wikt en weegt Gornick, terwijl ze ons meeneemt in haar leven. We leren haar buurt, haar moeder, haar favoriete schrijfsters en haar beste vriend Leonard van dichtbij kennen. Bij verloren vriendschappen staat ze stil in fonkelend originele metaforen. Zoals over de tanende vriendschap met Emma:
Geleidelijk aan maar wel onverbiddelijk begon de gezamenlijke inspanning van geest en ziel waaraan onze vriendschap gewijd was geweest terrein te verliezen aan andere prioriteiten die we in osn leven stelden. Als een woekerend onkruid dat bezit neemt van een open plek in het bos, begonnen de verschillen zich te doen gelden.
Sowieso bekruipt de lezer het gevoel dat de schrijfster eerder dertig dan tachtig jaar oud is. Gornicks stijl is fris, levendig en pittig, terwijl wat ze beschrijft prettig gerijpt is. Haar overpeinzingen verdiept ze met citaten van anderen:
Toen mijn vriendschap met Emma slijtage begon te vertonen, moest ik denken aan Winston Churchill die ooit heeft gezegd dat er geen eeuwige vriendschap bestaat, alleen eeuwige belangen, en hoewel ik begreep dat Churchill bedoelde dat wereldlijke ambities persoonlijke loyaliteiten te boven gaan, herinner ik me dat ik toen meteen al dacht: hij heeft het mis, er bestaan ook geen eeuwige belangen. De trouweloosheid van onze eigen veranderde ‘belangen’ deed Emma en mij de das om.
Gornicks joie de vivre werkt aanstekelijk, zeker als je zelf ook in de stad woont. Je kijkt met andere ogen om je heen, je observeert intenser en registreert beter. Vivian Gornick weet het ‘verrukkelijke isolement van de drukke stad’ in woorden te vangen en onderwijl overdenk je, dankzij haar rijke memoir, al die paradoxale gevoelens over je liefdes, je vriendschappen, je leven.
Miriam Piters
Vivian Gornick – Een vrouw apart. En de stad. Vertaald door Caroline Meijer. Nijgh en Van Ditmar, Amsterdam. 206 blz. € 20,00.