Recensie: Erwin Mortier – De onbevlekte
De mantel van het verleden
Een schrijver in de familie hebben, is altijd lastig, want wat dichtbij voorhanden is, wordt al snel materiaal voor een roman. Erwin Mortier baseerde zijn debuutroman Marcel op autobiografische gegevens. Door de ogen van een kind ervaar je de uitwerking van een gebeurtenis uit het verleden op het heden. De hoofdpersoon groeit op bij zijn grootouders waar de oneervolle dood van de broer van de grootmoeder nog een grauwsluier legt op de dagelijkse gang van zaken. Haar broer Marcel streed in de Tweede Wereldoorlog aan de kant van de Duitsers en sneuvelde aan het Oostfront.
In De onbevlekte zijn we tientallen jaren verder: de grootvader is al overleden en grootmoeder Andrea staat op het punt om haar huis te verlaten. Haar kleinzoon, ook Marcel geheten, komt voor de laatste keer logeren bij zijn grootmoeder. Hij is nog steeds nieuwsgierig naar zijn oudoom.
Als je net Mortiers debuutroman hebt gelezen, dan is De onbevlekte een totaal andere leeservaring. Mortier heeft niet gekozen voor een herhaling van hetzelfde, het perspectief van een naïef jongetje, maar hij laat nu verschillende mensen aan het woord: de grootmoeder die haar jeugd met haar broer de revue laat passeren, kleinzoon Marcel die met een zekere weemoed afscheid neemt van het huis waarin hij voor een groot deel is opgevoed en, via brieven vanaf het front, ook met de soldaat Marcel zelf. De grootmoeder is nog even vastberaden, eigenzinnig en zelfstandig als in het debuut, maar Mortier zet haar nog iets liefdevoller neer, misschien omdat je, naarmate je ouder wordt meer begrijpt dat je niet alles zelf in de hand hebt en dat de geschiedenis je een loer kan draaien. Dat zorgt voor een reflectieve blik waardoor in deze vervolgroman gevoelens benoemd worden die in de debuutroman geen naam kregen.
In de duisternis voelde ik hoe ze onder mijn handen haar schouders optrok. Het eeuwige gebaar van haar schuld en haar schaamte, alsof ze de mantel van het verleden van zich af wilde schudden. Ik heb het haar zo vaak zien doen. Soms kon ik me eraan ergeren. Vaker vond ik het aandoenlijk. Nu werd ik iets anders gewaar. Rillingen. De eerste kilte van de herfst misschien, of haar angst voor het onbekende, voor ze haar huis zou verruilen voor een bejaardenhok.
Het is goed dat Mortier niet gekozen heeft voor een reprise, maar de onwetende verteller uit Marcel is voor een lezer indringender omdat je samen met de hoofdpersoon de geheimen binnen de familie aan de weet komt. Die ontdekkingstocht is er nu veel minder.
Wat bij dit boek ook mee gaat zingen is de rest van het oeuvre van Mortier, van het prachtige Mijn tweede huid met een homoseksueel motief (‘Was hij goed met de meiskes?’ vraagt Marcel aan zijn grootmoeder) tot aan Godenslaap en De spiegelingen, waarin een oudere vrouw en daarna haar oudere broer terugblikken op hun leven en een gezamenlijke geliefde tijdens de Eerste Wereldoorlog. Mortier bouwt langzamerhand aan een oeuvre waarbinnen, ook in de gedichten en vertalingen, allerlei dwarsverbanden zijn te halen. Veel dood, veel oorlog en gelukkig ook veel liefde.
Coen Peppelenbos
Erwin Mortier – De onbevlekte. De Bezige Bij, Amsterdam. 142 blz. € 20,99.