Recensie: Laurent Binet – Beschavingen
Wat als?
Had de geschiedenis anders kunnen lopen? Er is al vaak over gefantaseerd in de literatuur, aan wat-als-romans geen gebrek. Neem bijvoorbeeld Philip Roths Het complot tegen Amerika, waarin de antisemiet Lindbergh president van Amerika wordt in plaats van Roosevelt en voor Amerikaanse joden hetzelfde lot dreigt als voor hun Europese geloofsgenoten.
Laurent Binet (1972) deed ook een gooi: met Beschavingen waagde hij zich aan een alternatieve geschiedenis of uchronie. Dat is behoorlijk opmerkelijk voor een schrijver die in zijn succesroman HhhH, een waarheidsgetrouwe reconstructie van de moord op SS’er Heydrich in 1942, ernstige bedenkingen uitte over het fictionaliseren van de geschiedenis en om die reden ook kritiek had op zijn land- en vakgenoot Jonathan Littell, die in De welwillenden een fictieve nazi liet opdraven.
Beschavingen valt uiteen in vier delen, waarvan het eerste ‘De saga van Freydís Eriksdottír’ als titel kreeg. U moet namelijk weten dat Columbus lang niet de eerste Europeaan was die voet aan wal zette in de Nieuwe Wereld: de IJslandse Viking Leif Eriksson deed in het begin van de elfde eeuw al een mislukte kolonisatiepoging. Maar bij Binet krijgen de Noormannen dus wel voet aan de grond: onder leiding van Leifs halfzus Freydís komen ze in contact met verschillende inheemse volkeren, brengen paarden mee en introduceren ze onder meer metaalbewerking. En vooral verspreiden ze Europese ziekten die aanvankelijk tot massale sterfte leiden, maar waartegen de bevolking van de Nieuwe Wereld na verloop van tijd resistent wordt.
We zijn dan zo’n twintig bladzijden ver en je hoeft niet veel van geschiedenis te kennen om in de gaten te krijgen waar Binet naartoe wil. En warempel, op het korte, nogal functionele eerste deel volgt een tweede: het dagboek van ontdekkingsreiziger – u raadt het al – Christoffel Columbus. Die arriveert in 1492 in de Nieuwe Wereld, maar treft daar volkeren aan met een hoog beschavingsniveau die fel weerstand bieden. Columbus’ expeditie mislukt en hij keert nooit meer terug naar Europa, maar laat er wel vuurwapens achter…
Pas daarna kan het derde en langste deel van Beschavingen, dat de kern van het boek vormt, een aanvang nemen. Daarin volgen we de historische Inca-heerser Atawalpa, die in het nauw gedreven door zijn broer Waskar het ruime sop kiest, naar het oosten vaart en arriveert in het door godsdienstoorlogen en andere conflicten verdeelde en chaotische Europa van de zestiende eeuw. Met een list gijzelt Atawalpa keizer Karel V, verschanst zich met zijn gevolg in het Alhambra en knoopt handelsrelaties aan met Waskar. Er arriveren scheepsladingen goud in de havens van Andalusië waarmee Atawalpa huurlingen in dienst kan nemen en legers bevoorraden. Overigens zou dat in werkelijkheid tot hyperinflatie en economische chaos hebben geleid, maar er staan wel meer van dat soort ongerijmdheden in deze roman.
Met een combinatie van geweld en listige diplomatie – geïnspireerd door Machiavelli – breidt hij zijn rijk uit tot hij een groot deel van Europa in bezit heeft. En daarna wordt het eerlijk gezegd een zootje. In een poging om zowat de hele geschiedenis van de zestiende eeuw in dit boek te proppen, passeren zo ongeveer alle vooraanstaande figuren van die tijd de revue: Titiaan flitst even voorbij, zeerover Barbarossa komt ook even piepen, de Lusíadas van de Camões worden slap gepasticheerd met zogenaamde ‘Inkades’, de humanisten Erasmus en Thomas More wisselen inderhaast een paar brieven uit, Luther en de inquisitie komen even aan bod, enzovoort, enzovoort. Het wordt allemaal noodgedwongen in ijltempo afgeraffeld, en vaak niet op een bijster geloofwaardige manier: op een bepaald moment vallen er bijvoorbeeld Azteken Frankrijk binnen die een piramide bouwen op de binnenplaats van het Louvre, waar tegenwoordig dat glazen geval staat. Een lezer wiens suspension of disbelief tegen deze hutspot bestand is, slikt werkelijk alles.
Op het einde volgt nog een overbodig vierde deel waarin Cervantes op het toneel wordt gesleept. De hoop dat Binet tenminste met zijn handen van Don Quichot blijft, wordt al meteen aan diggelen geslagen als de openingszin van dat deel een verschrikkelijk flauw aftreksel van Cervantes’ meesterwerk blijft te zijn: ‘In een wijk Madrid waarvan de naam mij niet te binnen wil schieten (…)’. Mijn kop eraf als dat El Greco niet is, denk je wanneer Binet zijn Cervantes laat optrekken met een schilderende Griek, en jawel hoor, wat had u gedacht. Eerlijk gezegd is het veeleer een opluchting om te vernemen dat Binets Cervantes-kloon naar Cuba wordt verscheept, zodat de klucht tenminste afgelopen is.
Enfin, alternatieve geschiedschrijving kan duidelijk leiden tot richtingloze, gratuite speculatie, vrijblijvend cultuurrelativisme en steriele gedachte-experimenten. Je kunt er zo wel meer verzinnen: stel dat het Noord-Afrikaanse leger dat Spanje in de achtste eeuw grotendeels onderwierp, de overwinning had behaald in de slag bij Poitiers en vervolgens heel Europa had geïslamiseerd? Wat als de aarde door buitenaardse wezens van de planeet Zork was gekoloniseerd? Overigens won Binet dus wel de Grand prix du roman de l’Académie française voor dit boek, maar afgaande op de boeken die dat prestigieuze instituut de laatste jaren zoal heeft bekroond, slaan de leden wel vaker de plank mis. Beschavingen kwam dan weer helemaal niet voor op de shortlist van de prix Goncourt, wat toch weer de relativiteit van literaire prijzen aantoont.
Daan Pieters
Laurent Binet – Beschavingen. Uit het Frans vertaald door Liesbeth van Nes. Meulenhoff, Amsterdam. 368 blz. € 24,99.