Recensie: Reynaert de Vos
Sluwe middeleeuwse vos heruitgegeven
Bijna niemand leest vloeiend Middelnederlands. Daarom is het fijn dat Ard Posthuma’s mooie Nederlandse vertaling van Van den vos Reynaerde nu bij Uitgeverij kleine uil is verschenen. Reynaert de Vos heet de tweetalige editie waarin links de Middelnederlandse tekst staat en rechts de vertaling die Posthuma (1942) in 2008 voor Atheneum-Polak & Van Gennep maakte. De nieuwe uitgave is een kloek boek van 252 pagina’s met een prettige bladspiegel, gedrukt op fijn dik papier. De tekst is verlucht met subtiele illustraties van Riëtte van Zwol, van wier hand ook het omslagbeeld is.
2008 was een goed jaar voor de sluwe middeleeuwse vos. Naast de vertaling van Posthuma verschenen nog twee vertalingen, een tamelijk vrije van Karel Eykman en een rapversie van Charlie May. Posthuma’s vertaling kreeg twaalf jaar geleden een enthousiast onthaal in de boekenbijlagen. ‘Deze Reynaert de Vos loopt ritmisch als een trein,’ schreef een criticus in oktober 2008.
Het verhaal van Reynaert is bekend. Op een mooie pinksterdag houdt koning Nobel een hofdag voor zijn onderdanen. Alle dieren zijn er, behalve Reynaert. De vos wordt beschuldigd van onder meer roof, moord en verkrachting. Hij moet naar het hof gehaald worden om berecht te worden. Dankzij zijn sluwheid weet hij zijn belagers keer op keer in het verderf te storten. Hij speelt in op hun zwakheden en belooft ze honing en muizen. De verleidingen maken dat de afgezanten van de koning hun opdracht en het proces vergeten. Het eigenbelang triomfeert. ‘Hoe het werkelijk in de mensenwereld toegaat, toont het dierenverhaal,’ aldus mediëvist Frits van Oostrom. Zelfs Nobel en zijn vrouw trappen in de vossenstreken als Reynaert hun een kostbare schat belooft.
Reynaert is geen origineel Vlaams of Nederlands verhaal, maar een bewerking van de twaalfde-eeuwse Franse Roman de Renart, die op zijn beurt is geïnspireerd op de Middellatijnse Ysengrimus. Aangenomen wordt dat Willem, de auteur van Van den vos Reynaerde, deze werken goed kende. Daarna zijn er nog talloze versies van Reynaert verschenen, zoals het Nederduitse Reinke de vos (1498) en Reinecke Fuchs (1794) van Goethe. Volgens Posthuma is de Middelnederlandse versie van Willem de mooiste. Dat vond ook de Duitse taalkundige Jacob Grimm, die in 1834 het Middelnederlandse verhaal opnam in zijn Reinhart Fuchs. Willem ging namelijk verder dan het bewerken van eerdere vossenverhalen, hij gaf een fabelachtige en humoristische eigen literaire draai aan Reynaert die 760 jaar later niets aan brille heeft ingeboet.
In de inleiding bij zijn vertaling vertelt Posthuma dat hij Reynaert op school las en tientallen jaren later weer interesse voor het boek kreeg toen hij een beschouwing van Van Oostrom over het dierepos in Stemmen op schrift las. Hij besloot de Reynaert te vertalen en niet alleen omdat hij een interessante uitdaging in de Middelnederlandse tekst zag, maar ook omdat hij ervan overtuigd is dat oude teksten regelmatig door vertalers ‘gereanimeerd’ moeten worden omdat ze anders ‘definitief uit het zicht verdwijnen.’
Het verhaal van Reynaert is in verschillende handschriften bewaard, de bekendste zijn het Comburgse en het Dyckse manuscript. Posthuma’s vertaling is gebaseerd op de Comburgse editie, die als het meest compleet geldt, en loopt inderdaad als een trein. Neem bijvoorbeeld het grafschrift van kip Coppe:
Hier ligt Coppe, onze hen,
Die zo goed kon scharrelen,
Door Reynaert de Vos vermoord,
Als zovelen van haar soort.
Ook de ter dood veroordeling van Reynaert door koning Nobel, waaraan hij met een list weet te ontkomen, is mooi vertaald. Posthuma heeft zelfs het potjeslatijn van Willem, de auteur van het boek, gemoderniseerd.
Aan het slot permitteert Posthuma zich een interpunctionele vrijheid die meer met interpreteren dan met vertalen te maken heeft. De vertaler vervangt de punt die de laatste zin in het origineel afsluit door een uitroepteken en een vraagteken.
Vindt Posthuma de vrede die luipaard Firapeel sticht ongeloofwaardig? Twijfelt hij of deze laatste regels door Willem zijn geschreven of later zijn toegevoegd, zoals door sommige Reynaert-deskundigen wordt beweerd? Of denkt hij dat de vos binnenkort weer opduikt om de pas gestichte vrede te verstoren?
Er zijn vele manieren om de Reynaert te interpreteren. Je kunt het verhaal bijvoorbeeld zien als een aanklacht tegen het corrupte middeleeuwse rechtssysteem, als kritiek op de schijnheiligheid van de kerk, als een lofzang op inventiviteit en vrijheidsdrang of als het verhaal van een volksheld die naar democratie streeft. Als je in 2020 Reynaert de Vos leest, resoneren ook de holle retoriek waarmee Boris Johnson de Brexit door het Britse parlement joeg en het gedraai waarmee Donald Trump onder zijn impeachmentprocedure uitkwam. Al die duidingen en ook nieuwe interpretaties worden met deze heruitgave toegankelijk voor een nieuwe generatie lezers en herlezers.
Marie-José Klaver
Reynaert de Vos. Uit het Middelnederlands vertaald door Ard Posthuma. Uitgeverij kleine uil, Groningen. 252 blz. € 17,50.