Recensie: Anjet Daanje – Gezel in marmer
Plagiaat aan zee
Guus en Nan Veen hebben allebei een relatie met beeldhouwer Marin Slingerland. Nan een werkrelatie en haar echtgenoot een liefdesrelatie. In deze driehoeksrelatie staan herinneringen, verbroken beloften, verraad en een ingewikkelde plagiaatkwestie centraal. Het zijn vooral de herinneringen, of het gebrek daaraan, die in Gezel in marmer (2006) voor conflicten zorgen.
Gösta Drabbe, de kunstenaarsnaam van Guus Veen, en Marin Slingerland zijn beeldhouwers. Nan Veen is artigiano, steenhouwer. Nan maakt van de ontwerpen van beeldhouwers, doorgaans uitgevoerd in klei, verkoopbare en tentoonstelbare kunstwerken van marmer. Rond één van Slingerlands beelden, die te zien zijn op de nieuwe boulevard van de fictieve kustplaats Greefduin, ontstaat een schandaal.
Zoals het een goede artigiano betaamt, beschikt Nan over een fenomenale kennis van natuursteensoorten, technieken en een indrukwekkend instrumentarium. Haar beitels, krompassers en raspen spelen op bijna elke pagina van Gezel in marmer, Daanjes vijfde roman, een rol. Omdat Nan haar opleiding heeft genoten in Pietrasanta, het mekka van het steenhouwersambacht, gebruikt ze veel Italiaanse vaktermen, wat de beslotenheid van de artigiano-microkosmos benadrukt. Nan beschikt ook over de juiste karaktereigenschappen voor een artigiano: ze is nederig en bescheiden. Ze vindt het niet erg dat Marin Slingerland haar drie decennia verborgen houdt voor de buitenwereld en in de pers beweert dat ze haar beelden, die door gemeentes, bedrijven en kunstverzamelaars worden gekocht, helemaal zelf maakt. Ze laat zich zelfs fotograferen in Nans bestofte werkkleding terwijl ze een beitel in het marmer zet.
Ook in haar huwelijk met Gösta, het prototype van de mislukte, pretentieuze kunstenaar, maar beslist geen flat character, is Nan lang nederig. In 20 jaar huwelijk verdraagt ze minstens 17 affaires, waaronder één met Marin, die tijdens de affaire een kind van Gösta krijgt. Gösta ziet Nan het liefst als huisvrouw en moeder. Alleen als zij aan het koken en afwassen is, kan hij geconcentreerd werken. Als zij een keer ziek is, ontaardt het huishouden in een smerige chaos en krijgen hun twee kinderen Sandor en Bibi alleen snickers te eten.
Anjet Daanje, pseudoniem van Anjet den Boer (Wijster, 1965), staat momenteel in de belangstelling vanwege haar nieuwe roman De herinnerde soldaat, die positief is ontvangen door de literaire kritiek. Het is lang stil geweest rond deze getalenteerde schrijver. Zelfs zo stil dat Kees ’t Hart zich in 2006, na het verschijnen van Gezel in marmer, genoopt voelde een tirade in De Groene Amsterdammer te schrijven over het gebrek aan erkenning voor Daanjes talent.
Het is een raadsel dat iemand die zo goed schrijft en dat al jaren doet, toch totaal wordt overgeslagen door vrijwel alle recensenten. Want Daanje is goed, zeer goed, ik schaam me gewoon het hier toch nog een keer te zeggen, het had allang overal gezegd moeten worden. Lees haar laatste boek [Gezel in marmer; red.] en verwonder je. Ze schrijft precies, glashelder en doelgericht proza dat aan alle kanten deugt, dat een verhaal niet botweg van a naar b vervoert, maar alle lagen laat zien van menselijk gedrag, illusies, verraad, en van schrijfkunst. Bij Daanje is schrijven echt nog een kunst, geen invuloefening, maar een vorm van zoekend denken en schrijven over menselijk gedrag en hoe je dat in een verhaal kunt onderbrengen.
Ik deel ’t Harts enthousiasme voor Gezel in marmer. Het is een prachtige roman met een sublieme opbouw over steenharde kunst en mensen van vlees en bloed die de ene keer boterzacht zijn en dan weer koel en berekenend. De hoofdstuktitels dragen de namen van de beeldhouwwerken die in het boek voorkomen en zijn voorzien van een jaartal. De vertellers zijn Nan, Gösta, Marin, steenhouwleerling Rodin en Bibi, de dochter van Nan en Gösta die zelf ook beeldhouwer is geworden. De uitbuiting van Nan door Marin zien we door de ogen van de jonge Rodin. De lezer slalomt door het heden en verleden van de personages en ontdekt langzaam waarom Nan zich bijna altijd zo onderdanig opstelt en waar het oorspronkelijke idee van Marins omstreden beeld Schelpen vandaan komt.
Gezel in marmer is niet alleen een roman over de discrepanties tussen kunstenaars en ambachtslieden, grote en kleine ego’s en herinneren en vergeten, maar ook over de vraag wat kunst eigenlijk is. Hoewel de roman bol staat van de tegenstellingen en conflicten over scheppen en kopiëren hebben Nan en Marin opvallend overeenstemmende denkbeelden over kunst. Dat weten ze alleen niet van elkaar omdat de roman zo is geconstrueerd dat alleen de lezer een volledig overzicht heeft.
In Gezel in marmer gaat veel mis omdat de personages belangrijke feiten zijn vergeten. De onbetrouwbaarheid van herinneringen is ook het thema van De herinnerde soldaat, Daanjes nieuwste roman. Dat ze erin is geslaagd om twee buitengewoon goede, maar verder volkomen verschillende romans te schrijven over het geheugen is een bewijs van groot schrijverschap.
Marie-José Klaver
Gezel in marmer (2006) van Anjet Daanje is weer als herdruk uitgekomen bij Pluim, Amsterdam. € 20,-.