Recensie: Éric Chevillard – Rubber staat vast
Niets staat vast
De Fransman Éric Chevillard (1964) is een schrijver uit de stal van les Éditions de Minuit, een uitgeverij die niet alleen erg herkenbaar is door de mooie, in sober gebroken wit uitgevoerde kaften, maar ook omdat ze bij voorkeur ietwat experimentele, minimalistische schrijvers publiceert. Vroeger was ze toonaangevend op het gebied van de nouveau roman, tegenwoordig telt ze bijvoorbeeld Jean Echenoz en Jean-Philippe Toussaint in haar gelederen, auteurs die op de vierkante millimeter werken en een soort literair ‘less is more’ huldigen, met personages die niet echt grootse dingen meemaken. Ze hebben een zeker je-ne-sais-quoi gemeen dat herkenbaar is voor wie weleens iets van les Éditions de Minuit leest.
Le caouthouc décidément dateert alweer van 1992 maar is dus blijkbaar ook meteen het eerste boek van Chevillard dat in het Nederlands werd vertaald en naar goede gewoonte mooi is uitgegeven door uitgeverij Vleugels. In dat boek volgen we de mysterieuze Furne, een personage met een zeer vreemde naam die doet denken aan de Franse naam van het Belgische grensstadje Veurne, al is dat waarschijnlijk een geheel toevallige associatie. Hij groeit op bij zijn grootouders en wordt als volwassene door ene professor Zeller opgenomen in een ‘instituut’ dat aan een psychiatrisch ziekenhuis doet denken. Daar kan hij werken aan zijn ‘Manifest voor een radicale hervorming van het huidige systeem’, een soort alomvattende, chaotische theorie die alle kanten op stuitert.
Een rechtlijnige vertelling is Rubber staat vast dus niet, veeleer een boek met een associatieve verteltrant en een haast orale stijl, gekenmerkt door vaak uitwaaierende, organisch groeiende en raadselachtige zinnen. Daarover stelt de auteur het volgende vast:
Furne spreekt graag in metaforen, die vaak ronduit troebel zijn, maar hij heeft te veel kadavers in zogenaamd glashelder water zien drijven om ergens uit te willen putten waar ook de wrattige pad haar eitjes legt.
Verder wordt opgemerkt dat Furne ‘een bloedhekel aan naturalistisch realisme’ heeft – zijn geestelijke vader wellicht ook. Een zeker wantrouwen ten aanzien van taal en woorden is hem – en vermoedelijk ook Chevillard – niet vreemd:
En Furne rekent er ook niet op dat woorden de doden weer tot leven kunnen wekken, het is al te veel van ze gevraagd om de levenden te troosten […].
Terwijl Furne allerlei kleurrijke personages ontmoet in de instelling, blijft hij werken aan zijn manifest. De verwarring wordt er echter niet minder op en hij verglijdt in een toestand die psychotisch aandoet. Nergens wordt expliciet gezegd dat hij geestesziek is, maar de bizarre waanbeelden die hem teisteren, wijzen toch in die richting:
Hij herinnerde zich weliswaar levendig hoe een bol, klam mannetje dat met zijn rubberen overschoenen en dikke brillenglazen waarschijnlijk tot de orde der esculapen, of anders tot de orde der amfibieën hoorde, een vloeibare pijn in zijn schouder had gespoten, maar hoe wist hij zeker dat de man hem niet had ingeënt tegen woede, wanhoop en het slopend voortschrijden van de tijd?
De tekst lijkt tot stand te zijn gekomen met veel improvisatie, de verhaallijn – voor zover daar al echt sprake van kan zijn – wordt bewust onderbroken. En de auteur prikt zelfs regelmatig de fictieve wereld door die hij zelf heeft geschapen met allerlei commentaar, bijvoorbeeld met een terloopse opmerking als ‘deze zin klopt niet’. Dat neemt niet weg dat er vaak intrigerende ideeën voorbijflitsen die je aandacht vasthouden en je uitnodigen om het boek even te laten rusten, in de verte te staren en wat dieper na te denken over wat er staat. Neem bijvoorbeeld deze passage:
Feitelijk zouden we almachtig zijn en ons lot volledig in handen hebben als we gewoon maar in staat waren om alle vage ideeën die door ons hoofd spoken te benoemen en daarmee te vangen.
Rubber staat vast is een fascinerend, maar moeilijk te vatten boek dat na het lezen nog een hele tijd blijft nazinderen. Een sluitende interpretatie van het geheel heb ik in alle eerlijkheid niet, maar het heeft wel mijn verbeelding geprikkeld en me aan het denken gezet. Een kort nawoord om deze tekst even te duiden in het oeuvre van Chevillard zou wel handig zijn geweest om de lezer een beetje op weg te helpen.
Daan Pieters
Éric Chevillard – Rubber staat vast. Uit het Frans vertaald door Eva Wissenburg. Vleugels, Bleiswijk. 100 blz. € 23,95.