Recensie: Christien Brinkgreve, Eric Koenen, Sanne Bloemink (red.) – Taalkracht, andere woorden, andere werelden
Een grondig kritische houding
Christien Brinkgreve is emeritus hoogleraar sociale wetenschappen. In 2015 vormde ze een netwerk van mensen uit verschillende vakgebieden, Babel. Zij deelden een gemeenschappelijk motief in hun denken en in hun werk: ‘een grondig ervaren kritische houding tegenover het regime van maat en getal dat zoveel belangrijks aan het oog ontrrekt, waaronder taal en reflectie.’ De groep kwam een dag bijeen. Op een open manier deelden ze verontrusting en wisselden ze ervaringen en ideeën uit, ‘niet gericht op succesverhalen maar op het vallen en opstaan bij de pogingen om anders te werk te gaan.’ Het boek dat hieruit resulteerde, Weten vraagt meer dan meten. Hoe het denken verdwijnt in het regime van maat en getal, verscheen in januari 2017.
Nu, drie jaar later, heeft ook de tweede open uitwisseling een boek opgeleverd: Taalkracht, andere woorden, andere werelden. De deelnemers cirkelen met hun bijdragen allemaal rond het belang van taal en de veranderingen die zij signaleren in ons tijdgewricht. Hoe beïnvloedt taal ons denken, ons handelen en onze blik op de werkelijkheid? De waaier aan inzichten en visies over de vraag hoe taal en werkelijkheid met elkaar verweven zijn. vormt een krachtig pleidooi voor het samen onderzoeken. Het boek komt als geroepen, in deze roeptoetertijd waarin taal eerder ingezet lijkt te worden om te polariseren dan om te verenigen.
De stukken zijn gerangschikt ‘als een veldboeket’. Paul Verhaeghe toont in het inleidende essay ‘Over woorden en dingen’ de koppeling tussen taal en vertoog, identiteit en werkelijkheid. Via Ferdinand de Saussure’s arbitrariteit van de taal en Michel Foucaults machtsuitoefening op grond van de taal komt hij uit bij identiteit: ‘want wie wij zijn heeft alles te maken met taal en vertoog.’ Het is een uiterst helder geschreven stuk dat abstraheert waar nodig en concretiseert waar mogelijk.
De negentien bijdragen die volgen variëren in lengte, toon, (zelf-)reflectie en expertise. Er zit een aantal steengoeie bijdragen in, zoals die van Raoul de Jong (‘iets over het N-woord’) en die van het driespan Bram de Ridder, Maria Groen-Blokhuis en Branko van Hulst (‘Een depressie is geen verkeerde mossel. Over taalgebruik in de psychiatrie’). Zij verstaan het om via integere zelfreflectie aan te zetten tot een kritische beschouwing van je eigen gedachtegoed. In een aantal essays voert het zoeken, het aftasten en improviseren de boventoon. Wat daarvan bijblijft is eerder de manier van denken dan een helder inzicht.
En juist dat is de grote kracht van deze bundel. Het toont hoe belangrijk het is om je oordeel op te schorten, om te durven omkijken naar wat niet lukt, om stil te staan bij een ander en diens visie. Alleen samen kunnen we verder komen. Allemaal kwaliteiten die momenteel in onze maatschappij laag in aanzien staan. Het is te hopen dat veel politici Taalkracht in hun vakantietas stoppen, want verandering van de wereld begint altijd bij jezelf en de door jou gebezigde taal. Zij vervullen een poortwachtersfunctie en zouden zich veel verantwoordelijker mogen voelen voor de werkelijkheid die zij in het leven roepen met hun taal.
Miriam Piters
Christien Brinkgreve, Eric Koenen, Sanne Bloemink (red.) – Taalkracht, andere woorden, andere werelden. ISVW Uitgevers, Leusden. 174 blz. € 17,50.