Nieuws Volgens Jamal Ouariachi sleurt Dipsaus schrijvers met een migratieachtergrond terug de kooi in
De makers van de podcast Dipsaus zijn een boekenproject gestart bij uitgeverij Pluim. Gisteren verscheen De goede immigrant, een bundel verhalen van 23 schrijvers. Op de site staat de tekst:
Migreren vanuit niet-westerse landen brengt bagage met zich mee: ontworteling, heimwee, trauma, en het eeuwig onbereikbare er echt bij willen horen. Eerste, tweede en derde generatie blijven met dezelfde vragen worstelen: wanneer mag je jezelf Nederlander noemen, en is dat ook wat je echt wil? Mag je kritiek op je nieuwe vaderland hebben? Mag je het debat bepalen? En wat is er eigenlijk mis met geluk zoeken?
De mensen over wie vaak wordt gedebatteerd en gesproken, komen nu zelf aan het woord – op hun manier, in hun eigen stijl, en in hun eigen taal. Ze laten je ongefilterd en ongezouten zien hoe het is om structureel, van generatie op generatie de realiteit van ‘de Ander’ te moeten leven.
In een interview met NRC Handelsblad vertellen Ebissé Rouw, Anousha Nzume en Mariam El Maslouhi wat ze met dit boek, en de boeken die zullen volgen, willen. Volgens Nzume zijn de schrijvers aan het pionieren:
Op het ogenblik is het nog steeds zo dat „mensen continu met de blik van de Vijftigers naar nieuwe poëzie kijken”, en dat proza beoordeeld wordt „vanuit het idee dat De avonden en Willem Elsschot maatgevend zijn voor de Nederlandse literatuur. Hoe is dat voor jongeren die een totaal andere stijl hanteren, en die elkaar bijvoorbeeld met korte zinnen veel sneller begrijpen? Moeten die, als ze echt wat met hun schrijven willen bereiken, in dat stramien passen? Dat vind ik zo verstikkend.
Jamal Ouariachi is niet zo onder de indruk van die redenering blijkt uit zijn column in Trouw.
Hoe kan het dan toch dat de zwarte dichteres Radna Fabias met haar hoogst originele bundel ‘Habitus’ vorig jaar zo’n beetje alle denkbare poëzieprijzen van Nederland won?
De samenstellers klagen over de literatuur die ze op school te lezen kregen, geschreven door oudere, witte mannen. Zouden ze echt niet weten dat scholieren tegenwoordig het werk van Mano Bouzamour en Khalid Boudou verslinden?
Met hun boek sleuren de Dipsausers volgens Ouariachi de schrijvers met een migratieachtergrond terug ‘naar de kooi waar zij zich al jaren geleden uit bevrijd hebben.’
Dit eerste boek van Dipsaus is dankzij crowdfunding tot stand gekomen. Achterin het boek staan de namen van de donateurs. Het is de bedoeling dat er elk jaar vier boeken zullen verschijnen met het stempel Dipsaus.