Recensie: Hanna Krall – Hartenheer
Liefde in tijden van doodsnood
De verhalen van Hanna Krall (Warschau, 1935) zijn veelal literaire uitwerkingen van feiten en ware levensgeschiedenissen, die in het teken stonden van de Holocaust. Zo is ook Hartenheer (2006), nu vertaald door Karol Lesman, gebaseerd op waarheid.
Hartenheer is een wel heel bijzondere liefdesgeschiedenis. Izolda en Szajek, beiden jonge Poolse joden, worden ten tijde van het uitbreken van de oorlog verliefd. Eenmaal in het getto van Warschau doen ze er alles aan om hun familie te redden. Izolda weet op het nippertje de Umschlagplatz te ontvluchten, vanwaar de deportatietreinen vertrekken, maar Szajek is na een razzia verdwenen. Met geverfd haar, een Poolse naam en vervalste papieren begint Izolda aan een zoektocht, met maar één doel voor ogen: Szajek redden. Die tocht voert haar door heel Polen, naar Wenen en naar Duitsland. Maar ook zij wordt opgepakt. Ze overleeft de verhoren door de Gestapo, maar wordt naar Auschwitz gedeporteerd. Door op het juiste moment Mengele’s aandacht te trekken ontsnapt ze aan de rij die rechtstreeks naar de gaskamers wordt gejaagd.
Pas na de bevrijding vindt ze Szajek terug. In Mauthausen en nog steeds in kampplunje, maar in leven. Ze beseft dat ze nooit tegen hem zal kunnen zeggen wat ze zeker weet: het was de kracht van haar innerlijke overtuiging hem terug te zullen vinden, die hem in leven heeft gehouden.
In korte intermezzo’s laat Krall een hoogbejaarde Izolda, intussen gevestigd in Israël, terugkijken, ook op wat na de oorlog met haar huwelijk gebeurde. Het bleek uiteindelijk niet bestand tegen de trauma’s die haar en haar Szajek hebben getekend. Krall vertelt het bijna ongelofelijke verhaal in een sobere, maar uiterst trefzekere stijl. Het is precies die soberheid die voelbaar maakt hoezeer Izolda haar geest onder controle moest houden om de hoop en de moed niet te verliezen en om keer op keer net die ene strohalm te vinden en te grijpen die een kans op overleven bood. Stilstaan bij het lot van al diegenen om haar heen die minder geluk hadden en die ze zag bezwijken kon en mocht ze niet, want dat wel doen zou hun lot onmiddellijk ook tot het hare maken. En ze moest aanvaarden dat zij, opgejaagd wild, nooit op medemenselijkheid mocht rekenen. Op zijn best werd weggekeken, maar velen meenden profijt te mogen trekken van mensen in uiterste nood.
Hans van der Heijde
Hanna Krall – Hartenheer. Vertaald door Karol Lesman. De Geus, Amsterdam. 170 blz. € 18,50.
Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 24 januari 2020.