Recensie: Pieter van Os – Liever dier dan mens
Een overlevingsverhaal met vele zijpaden
In Liever dier dan mens vertelt Pieter van Os (Garnwerd, 1971) het verhaal van Holocaust-overlevende Mala. Van Os ontleent de titel van zijn boek aan een Pools gedicht dat Mala vroeger declameerde in de trein: ‘Er is maar één ding dat ik niet wil zijn:/ik wil geen mens zijn.’
Mala ontsnapte uit het getto van Warschau en begon aan een odyssee die uiteindelijk zou eindigen in Nederland. Mala overleefde de oorlog door zich anders voor te doen. In het antisemitische Polen redde Mala zichzelf door haar kennis van het katholieke geloof en de Poolse taal (Jiddisch was haar moedertaal). In Duitsland kwam ze in de problemen toen iemand Mala in haar slaap Jiddisch hoorde praten. Ze werd aangegeven en belandde in de gevangenis, maar er kon niet bewezen worden dat Mala Joods was. Ze werd vrijgelaten en kwam uiteindelijk terecht bij de Duitse familie Möller die Hitler als God beschouwde.
Mala veranderde veelvuldig van identiteit en tenslotte kreeg ze ‘het hoogste brevet: dat van arische Duitser.’ Mala, wier hele familie in de oorlog is omgekomen, viert bij de familie Möller haar achttiende verjaardag. De jarige is dan omringd door mensen die een armband dragen met een hakenkruis.
In al die jaren dat Mala zich voordoet als een ander, heeft ze nooit varkensvlees gegeten en dit is tekenend voor haar bewonderenswaardige wilskracht. Volgens Van Os zijn haar herinneringen niet altijd even betrouwbaar. Daarom gaat hij op zoek naar de feiten in haar ‘overlevingsverhaal’. Mala’s verhaal wordt afgewisseld door Van Os’ queeste naar de feitelijkheden en hij bewandelt vele zijpaden. Van Os combineert de gebeurtenissen uit Mala’s leven met het grote geschiedkundige verhaal; beschouwende passages die worden ondersteund door andere verhalen, boeken en cijfers.
Van Os is naarstig op zoek naar de feiten, naar de historische werkelijkheid en door zijn eigen speurtocht en de vele zijpaden die hij bewandelt, drukt hij het verhaal van Mala geregeld naar de achtergrond. Hij deinst er ook niet voor terug om Mala’s ervaringen en herinneringen te corrigeren; waarheidsvinding helt dan soms over naar betweterij. Alsof de geschiedenis niet ook wordt geconstrueerd door herinneringen en ervaringen, maar enkel door feiten.
In ieder geval heeft Van Os een goed punt als hij aan het begin van zijn boek schrijft over het belang van Mala’s verhaal: ‘De opinieartikelen over wat tegenwoordig identiteitspolitiek heet, verbleken erbij, of krijgen in elk geval een andere kleur, juist omdat Mala’s verhaal daarover gaat: over de obsessie met natie, staat, ras en identiteit.’
Koen Schouwenburg
Pieter van Os – Liever dier dan mens. Een overlevingsverhaal. Prometheus, Amsterdam. 366 blz. € 19,99.
Deze recensie verscheen eerder in het Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant op 27 december 2019.