Pas op voor Sirius

Schimmen uit de toekomst en het verleden die je dromen bevolken komen uit het Elzenbos. Dat weten we dankzij de roman Sirius van Allard Schröder. De roman speelt in het dorpje E***, vlakbij de universiteitsstad H***. De precieze situering laat Schröder achterwege al weten we dat de zee nabij is. En het Elzenbos. We weten wel zeer precies in welke tijd de roman speelt: in 1999 en 2020. Die twee delen worden voorafgegaan door een vooraf je van drie pagina’s die in 1984 spelen en waar een jonge Balder Ingelant ’s nachts door zijn oudere ik gewaarschuwd wordt voor de ster Sirius, want ‘hij schijnt niet voor jou’.

In 1999 opent Etzel Aksma in een verlaten lijnwerkplaats op een rangeerterrein waar ’s nachts afvaltreinen geparkeerd staan, een discotheek met de naam Sirius. Balder Ingelant is intussen met zijn zus Gundula in het dorpje E*** komen wonen. Op de universiteit is Balder een erudiete student die zijn gehoor gebiologeerd kan laten luisteren. Etzel weet meteen dat Balder zijn ‘geboren tegenstander’ is. Een confrontatie tussen die twee zal in een nacht vol drank en pillen noodlottig aflopen in de Sirius.

Door het verhaal zo plat te maken, wordt Sirius geen recht gedaan, want Schröder verwijst binnen zijn roman naar sprookjeselementen (het boek begint zelfs met ‘Er was eens’ en in de laatste alinea wordt ‘En ze leefden nog lang en gelukkig’ aangehaald), Griekse en Noorse mythen, naar zijn eigen werk omdat oude personages opnieuw opduiken, naar natuursymboliek, naar de meteorologie en naar het heden. Zo is er een volksmenner in 2020 die Alnius Deiwel heet (verwijst die naam naar elzen en de duivel?) die ‘schemerige typen en zeloten’ om zich heen verzamelt die roepen ‘om de noordenwind’. Hoe boreaal wil je het hebben? Het verhaal krijgt extra surrealistische kracht in het tweede deel waarin Balder Ingelant vanuit het hiernamaals komt spoken in het heden om het leven van Etzel Aksma moeilijk te maken.

De taal in Sirius is zwanger van betekenis, maar je hebt ook vaak het idee dat je te weinig weet om de roman volledig te begrijpen. Naast gebeeldhouwde, lange zinnen wordt de roman ontsierd door vertellersclichés. De personages schudden zo vaak hun hoofd dat je er zelf wat duizelig van wordt. (zie kleine opsomming hieronder *) Ondanks het positieve eind, heb je het idee dat je een roman lang in een soort nachtmerrieachtige werkelijkheid bent terechtgekomen. Een beklemmende, haast hallucinerende ervaring.

Coen Peppelenbos

Allard Schröder – Sirius. De Bezige Bij, Amsterdam. 380 blz. € 27,99.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 11 december 2020.

*
Het kind schudde het hoofd.
Opnieuw schudde het kind het hoofd.
Verbijsterd schudde Anno het hoofd.
Ingelant schudde lachend het hoofd.
Langzaam schudde Anno het hoofd.
Ze knikte, maar bedacht zich en schudde het hoofd.
Haastig schudde Cornel het hoofd […]
Hij schudde het hoofd.
Etzel schudde het hoofd.
Schuw schudde ze het hoofd […]
Opnieuw schudde ze het hoofd.
Ze schudde het hoofd.
Ze antwoordde niet direct, maar keek naar haar rood gelakte tenen en schudde toen langzaam het hoofd.
Etzel schudde het hoofd.
De oude schudde het hoofd.
De jongen schudde het hoofd.
Cornel schudde het hoofd.
Balder schudde het hoofd.
Peinzend schudde hij het hoofd.
Balder schudde het hoofd.
Balder schudde het hoofd.
Geesje schudde het hoofd.
Geesje huiverde en schudde het hoofd.
Anno schudde het hoofd.
Anno schudde langzaam het hoofd.
Hij had gezien dat de mens het hoofd schudde […]
Hij schudde het hoofd.
Zijn moeder schudde het hoofd.
Holtinga schudde het hoofd.
Roger Carosel schudde het hoofd.
Hermine van Thuringen schudde het hoofd.
Toen schudde ze het hoofd.
Langzaam schudde hij het hoofd […]
Ongelovig schudde hij het hoofd.
Grinnikend haalde ze de schouders op en schudde het hoofd.
Verward schudde ze het hoofd.
Aksma schudde het hoofd […]
Hij zweeg even en schudde het hoofd.
Ze schudde het hoofd en maakte zich los uit zijn greep.
Haastig schudde Aksma het hoofd […]
Verbaasd schudde hij het hoofd.
Sprakeloos als een betrapt kind schudde Aksma langzaam het hoofd.
Beslist schudde de makelaar het hoofd […]
De makelaar schudde beslist het hoofd: […]
Aksma schudde het hoofd.
Ze keek naar Gundula, die bijna onmerkbaar het hoofd schudde.
Hij schudde het hoofd.
Angstig schudde ze het hoofd.
Ongeduldig schudde ze het hoofd.
Gundula schudde het hoofd.
Ze schudde het hoofd.
Ze schudde het hoofd.
Ze schudde het hoofd […]
Balder Ingelant keek uit het raam, naar de fantasieloze kantoorgebouwen en schudde langzaam het hoofd.
Hij ging voor de grote kaart van H*** en omstreken staan en schudde het hoofd.
Ze schudde het hoofd.
Langzaam schudde ze het hoofd […]
Ze schudde het hoofd.
Ze schudde het hoofd.
Opnieuw schudde ze het hoofd.