Recensie: Tove Ditlevsen – Afhankelijkheid
Een verpletterende schets van een leven in duigen
Na Kindertijd en Jeugd, is Afhankelijkheid het derde en laatste deel van de Kopenhagen-trilogie, een serie memoires van Tove Ditlevsen die dit jaar voor het eerst in Nederlandse vertaling is verschenen. Je kunt gerust stellen dat Tove Ditlevsen een turbulent leven heeft geleid. Alleen al in de tien jaar die dit deel van de memoires beslaat, maakt ze meer mee dan een gemiddelde vrouw in haar hele bestaan. Ze trouwt (4x), ze scheidt (3x), ze krijgt kinderen (3), pleegt abortussen (2), ze loopt een hardnekkige drugsverslaving op en maakt een begin met een uiterst succesvolle literaire carrière.
Aan het begin van het boek is de Tweede Wereldoorlog net begonnen en woont Ditlevsen, die dan net twintig is, met haar eerste man, de 33 jaar oudere redacteur Viggo F. (Møller) in een appartement in Kopenhagen. Het huwelijk is geen succes. Tove is niet de huisvrouw die Viggo F. had gewenst, ze hebben bedroevend weinig te bespreken en in de slaapkamer wordt enkel geslapen.
Toch klopt er iets niet, maar ik probeer heel hard om er niet te veel over na te denken. Viggo F. heeft me om onverklaarbare redenen nog nooit in zijn armen genomen en dat zit me een beetje dwars, op de manier als een steentje in je schoen je kan dwarszitten.
In deze periode schrijft Tove, zonder dat haar man het weet, haar eerste roman. Rond de tijd dat het boek uitgegeven wordt, valt het doek voor Viggo F. en komt Tove via enkele minnaars bij Ebbe, haar tweede echtgenoot terecht. Met hem krijgt ze een kind. Ze is inmiddels een gewaardeerd schrijfster. Het moederschap valt haar zwaar en als ze kort na de bevalling weer zwanger is, laat ze een abortus plegen. Vlak na de oorlog raakt ze opnieuw ongewenst zwanger. Deze keer niet van haar man, maar van Carl, een student geneeskunde. Dezelfde student biedt aan om de zwangerschap te beëindigen. Tijdens de operatie dient hij haar de pijnstiller Pethidine toe, waaraan ze onmiddellijk verslaafd is. Ze verlaat Ebbe en gaat verder met deze Carl. Hoewel het niet de man is waar ze voor valt, maar het medicijn:
Ik leunde op mijn elleboog en bekeek even zijn [Ebbes] mooie gezicht met zachte, weke trekken. Zou ik hem de waarheid vertellen? Hem vertellen dat ik verliefd was geworden op een doorzichtige vloeistof in een spuit en niet op de man die de spuit vasthield. Maar ik hield mijn mond, ik vertelde het nooit aan iemand. Het was net als toen ik een kind was. Zoete geheimen gaan kapot als je ze aan volwassenen vertelt.
Met Carl krijgt ze later alsnog een kind en ze adopteren een derde. Haar sociale leven is ondergeschikt aan haar drugsgebruik. De onzekere en weinig sympathieke Carl houdt haar afhankelijk door haar van Pethidine te voorzien. Ondanks het gezinsleven en een heftige drugsverslaving blijft ze schrijven. Tot ze aan het eind van haar krachten is en opgenomen wordt in een kliniek. Ze weegt dan nog maar dertig kilo.
Tove krabbelt op, ze sterkt aan en vindt in Victor een nieuwe man. Victor is sterk en stabiel en samen gaan ze de strijd tegen de verslaving aan. Het boek eindigt in 1951. In 204 pagina’s heeft Ditlevsen ruim tien jaar van haar hectische leven beschreven. Aan het eind van het boek is de verslaving nog niet overwonnen. Uit het nawoord van de vertaler Lammie Post-Oostenbrink, blijkt dat ze tot haar dood in 1976 heeft geworsteld met depressies en verslaving.
Voor mij is er geen twijfel mogelijk dat Tove het liefst een autonoom en ongebonden leven had willen leiden, maar de ongelukkige keuzes die ze maakt, zorgen ervoor dat ze steeds afhankelijker wordt. Afhankelijk van mannen, van kindermeisjes en uiteindelijk afhankelijk van drugs. Enerzijds conformeert ze zich aan de dan heersende mening dat een vrouw hoort te trouwen, maar van de andere kant lijkt ze de huwelijkse trouw niet al te serieus te nemen. Geliefdes worden zonder veel omhaal verlaten en huwelijken lopen onherroepelijk in de soep.
Tijdens het lezen van Afhankelijkheid maak je een spectaculaire sprint door het leven van Tove Ditlevsen, maar de werkelijke magie zit hem in de verteltoon. Het is geschreven in de tegenwoordige tijd, wat in dit geval fantastisch werkt. Als lezer zit je dicht op de huid van de verteller, maar Ditlevsen melkt de emoties niet uit. Ze maakt de lezer deelgenoot, zonder in de slachtofferrol te kruipen. Er is verdriet en zelfs wanhoop, toch blijft er altijd een lichte toets in de toon.
Dit deel van de memoires verscheen in 1971, Ditlevsen was toen 54. Je merkt dat een ervaren schrijver aan het woord is. Ze richt zich puur op het verhaal dat ze wil vertellen. ‘Bijzaken’, zoals de oorlog of haar succes als schrijver, worden slechts zijdelings aangestipt, om vooral niet de aandacht af te leiden van waar het om gaat. Wat overblijft is een levendige, strakke vertelling die nieuwsgierig maakt naar ander werk van Ditlevsen.
Vincent Kortmann
Tove Ditlevsen – Afhankelijkheid. Vertaald door Lammie Post-Oostenbrink. Das Mag Uitgevers, Amsterdam. 220 blz. € 20,99.