Column: Coen Peppelenbos – Youp en de tijdgeest
Youp en de tijdgeest
Youp van ’t Hek trok met zijn oudejaarsconference van half december 2,7 miljoen kijkers. Wat minder dan Herman Finkers in 2016 die toen 3 miljoen kijkers trok. Ook minder dan een seizoensstart van het programma Wie is de mol dat gisteren 3.117.000 kijkers aan de buis vastklonk. Maar toch: er keken 2,7 miljoen kijkers naar Youp. Ik heb ook even gekeken, maar hield het niet lang vol. Ik was al eerder op de avond afgehaakt bij Guido Weijers. Die had het op een gegeven ogenblik over lesbische porno en maakte toen een grap over tuinbroeken en korte kapsels. Youp perste het woord pisnicht in zijn conference en hij verkneukelde zich al over al die boze homo’s die zouden gaan twitteren. Er kwam later nog een grap langs over homo’s en een woordgrapje met poot volgde en een grap over lesbiennes en een woordgrapje met pot erin. In recensies las ik dat Youp weer scherp was.
Het is 2021.
Ik ben niet boos gaan twitteren, ik vond het vooral gênant. Je kijkt een kwartier naar iets wat grappig moet zijn en je lacht geen een keer. Van ’t Hek denkt steeds dat hij steeds opkomt voor het vrije woord, maar hij verdedigt vooral zijn achterhaalde ideeën. Dat mag en miljoenen mensen mogen het ook nog grappig vinden. Er keken 12 miljoen mensen niet. Van ’t Hek denkt steeds dat mensen ironie niet meer snappen. Dat klopt, maar dat heeft niets te maken met zijn oudbakken grappen. Gelukkig was er nog één criticus die niet kritiekloos applaudisseerde. Ivo Nieuwenhuis in Trouw over de oudejaarsconferences van Weijers en Van ’t Hek:
Beiden staan voor een maatschappij waarin liefst zo min mogelijk verandert, en ontpopten zich daarmee tot oudejaarsconferenciers van het behoudzuchtige soort.
Cabaretiers denken vaak dat zij de maatschappij aanvoelen, maar het enige wat zij zien is de groep die naar het theater komt en die bevestigd wil worden in hun ideeën. Het riedeltje wordt weer eens herhaald en dat weet het publiek van tevoren en de cabaretier geeft ze waar voor hun geld. Er zijn uitzonderingen, zoals Freek de Jonge die, met wisselend succes, zich probeert te vernieuwen. De sterkste cabaretier van dit moment is Micha Wertheim die met intelligent cabaret de grenzen van het genre verkent.
Als je nu kijkt naar humor in de jaren zeventig dan schrik je toch een beetje van de stereotypen die je ziet. Kijk eens hoe hard de mensen moeten lachen om de Mounties en Henk Elsink.
Oef.
Die humor zie je gelukkig niet veel meer. Misschien in gekloonde vorm bij types als Gerard Joling of Gordon, maar dan kom je direct in het afvalputje van het amusement terecht. Of bij de mannen van VI als ze weer een grap over een zeepje bij het douchen hebben. Ze hebben nog een reservaatje op Veronica waar gelijkgestemden mee kunnen lachen. Het worden er steeds minder.
Kwaad worden heeft geen zin. Dit verdwijnt vanzelf. Je moet misschien dertig of veertig jaar wachten, maar dan kijken we naar de humor van Youp van ’t Hek zoals we nu naar De Mounties kijken.
Coen Peppelenbos