Recensie: Karl Marlantes – De rivier
Bomenepos
Veertig jaar na zijn oorlogservaringen in Vietnam schreef Karl Marlantes daar een roman over. In 2010 debuteerde hij met het lijvige en indrukwekkende Matterhorn. In Matterhorn laat Marlantes de waanzin van de oorlog zien: de nodeloze, nutteloze expedities door de jungle van Vietnam – de soldaten aan beide zijden verliezen evenveel terrein als ze winnen. Matterhorn was een indrukwekkende, dicht op de huid geschreven roman en een bestseller. De opvolger ervan is na bijna tien jaar De rivier. Als Marlantes denkt dat hij zomaar weer zo’n roman kan schrijven waar de taal van de pagina’s spat, dan heeft hij het denk ik mis: De rivier is namelijk van een lagere orde.
De schrijver neemt je mee naar het begin van de vorige eeuw. Naar de oerbossen van noordwest Amerika, daar waar de bomen met grof geweld worden geveld om te voldoen aan de geldhonger van investeerders en grootindustriëlen. Maar we beginnen in het Finland van de Russische overheersing. De auteur laat de lezer eerst tachtig bladzijden in Finland ploegen om de familie Koski te introduceren, alvorens in Amerika te belanden. Dit is niet het meest aansprekende deel van de lijvige roman. Zoals bijvoorbeeld de eerste schreden op het amoureuze pad van de krap aan volwassen Aino Koski nogal kneuterig worden beschreven:
Ze stonden tegen elkaar aan en voelden hun lichaamswarmte door de wol van hun kleding en hun gewatteerde jassen komen, terwijl de koude wind om heen heen woei.
Eenmaal in Amerika worden deze beschrijvingen niet echt van een hoger niveau. De drie Koski-kinderen, zus Aino ende broers Ilmari en Matti, reizen ieder op eigen gelegenheid naar Amerika, maar komen dan tezamen, overigens ook met de Finse broers Långström, in het woeste, nog onontgonnen Washington in nederzettingen aan de Deep River. Het gebied bestaat uit oerbossen, bezaaid met torenhoge douglassparren. Het is nog onontgonnen, maar de houtbaronnen doen er alles aan om de boel zo snel mogelijk te kappen. Marlantes verhaalt uitgebreid hoe het leven in die houthakkerskampen eraan toe ging. Welk groots geweld werd gebruikt en hoe gevaarlijk het voor de houthakkers is; wier levens geen enkel belang hebben in de geldzucht van de grote bazen. Dit zijn de sterke delen van dit avonturenepos. Aangezien Marlantes Aino Koski, die werkzaam is in de keukens van de houthakkerskampen en vroedvrouw voor vrouwen in de omgeving, neerzet als een socialistische vakbondsvrouw, is het meest in het oog springende thema van De rivier de klassieke tegenstelling tussen het kapitalisme van de happy few en het welzijn en de rechten van de arbeider. Op dat niveau werkt de ongebreidelde vertellust van Marlantes in het voordeel van De rivier. Ook in het kader van een fictieve geschiedschrijving van de jaren 1900 tot in het interbellum, over de ontwikkeling van het industriële Amerika en de prijs die de armlastige immigranten en kolonisten daarvoor betaalden is De rivier lezenswaardig. Anderzijds, bijna achthonderd pagina’s meeleven met personages die maar niet echt tot leven komen is dan toch weer geen sinecure. Dat trucje beheerste Karl Marlantes in Matterhorn toch beter.
Wiebren Rijkeboer
Karl Marlantes – De rivier. Vertaald door Frans Reusink. Meulenhoff, Amsterdam. 766 blz. € 26,99.