Recensie: Annelies Verbeke – Treinen en Kamers
Goethe ziet er behoorlijk teut uit
Het schrijven van een nieuw boek is een lastig proces, dat weet de auteur van het verhaal ‘Deserteren’ die uit een zelfgedolven graf opgetakeld wordt door haar ‘schaduwzijden’: Moeke Verbeke en Maarschalk Gianfranco Verbeke. Zij zetten de auteur aan tafel met enkele grootheden uit de wereldliteratuur: Thomas Mann, Goethe en enkele personages van hen (met als extra intertekstuele grap dat Goethe ook nog een personage is in het oeuvre van Mann). Er volgt een ernstige en soms ludieke conversatie over het vak. De auteur komt voor andere problemen te staan dan Nobelprijswinnaar Mann:
Tot overmaat van ramp ben ik een vrouw, zoals we weten is over weltschmerz of gevoeligheid schrijven in zo’n geval gezeur. […] Ik moet immers vierentwintig uur per dag mijn dankbaarheid betuigen omdat ik mee mag doen.
‘Deserteren’ is het langste verhaal uit de bundel Treinen en Kamers en het vergt nogal wat kennis van de argeloze lezer omdat het nadrukkelijk over schrijverschap en literatuuropvattingen gaat, al weet Annelies Verbeke de boel af en toe ook te relativeren: ‘Meest geëerde schrijver aller tijden of niet, Goethe ziet er behoorlijk teut uit.’ Tegenover de weifelende auteur uit het eerste verhaal staat de vastberaden Lina in ‘Wétiko’. Terwijl ze droomt van de universiteit, moet ze zich op school houden aan de regeltjes van haar popiejopie leraar Nederlands die veel dommer is dan zij. Ze schrijft een vlammend betoog over een zestiende-eeuwse vrijheidsstrijder voor indianen, maar noch op school, noch binnen haar eigen familie krijgt ze er de handen voor op elkaar. Ze beseft dat dit onbegrip de rest van haar leven haar deel zal zijn, maar gaat desondanks door.
Annelies Verbeke heeft de verhalen in Treinen en Kamers gekoppeld aan boeken en geschriften uit de wereldliteratuur. Dat is nogal intimiderend voordat je begint met lezen, zeker als je het betreffende boek of zelfs de auteur niet kent. Gelukkig kun je de meeste verhalen tot je nemen zonder veel achtergrondkennis, zoals het op Frankenstein gebaseerde verhaal ‘Om het even’ waarin een robot in opstand komt tegen zijn meester, maar nog niet helemaal zo geprogrammeerd is dat hij echt mee kan doen in de mensenwereld, al scheelt het niet veel. Frankenstein, waar het verhaal een moderne spiegeling van vormt, kent iedereen, al was het maar door filmversie.
De meeste verhalen van Verbeke spelen in het nu, zo wordt de vluchtelingencrisis gekoppeld aan de Odyssee, en ook de huidige pandemie is onderdeel van enkele verhalen. Net zoals in de iets strakker gecomponeerde verhalenbundel Halleluja legt de schrijfster verbanden tussen de verhalen door bijvoorbeeld personen of motieven terug te laten komen. Of ik elk verhaal begreep is de vraag, maar het lezen bleef een spannende en uitdagende ontdekkingstocht.
Coen Peppelenbos
Annelies Verbeke – Treinen en Kamers. De Geus. 288 blz. € 23,50.
Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 5 februari 2021.