Recensie: David van Reen – Engelen der wrake
Rotzooi in Nairobi
David van Reen – voetballer, hardlooptrainer, fotograaf – debuteert met een harde roman over een Afrikaanse stad. Zijn Engelen der wrake, verschijnend in het jaar waarin hij veertig wordt, markeert alwéér een nieuw begin voor David van Reen. Rond zijn dertigste overleefde hij een ernstig auto-ongeluk dat een einde maakte aan zijn carrière als semiprofvoetballer. Na intensieve revalidatie werd hij trainer van Afrikaanse hardlopers. Toen hij in Afrika een jong meisje tegenkwam dat twaalf kilometer te voet had afgelegd om twee eieren op de markt te verkopen, besloot hij fotograaf te worden. Zijn derde carrière.
Voetballer, trainer, fotograaf (o ja, hij runt ook nog een reisbureau – reizen naar Afrika) en nu dus romanschrijver. Over zijn kwaliteiten als voetballer en trainer heb ik geen oordeel. Gezegd moet worden dat hij als schrijver geen gek figuur slaat. Engelen der wrake is een onderhoudende, sociale roman in de ouderwetse betekenis van het woord met de kwaliteiten van een thriller. Het boek geeft een verontrustend beeld van het gedrag van westerlingen in Afrika, maar net zo verontrustend is de rivaliteit tussen plaatselijke stammen en bovenal de corruptie bij de overheid in het algemeen en die bij de politie in het bijzonder. In de sloppenwijken van Nairobi is het ieder voor zich. Het leven heeft hier geen enkele waarde, de dood betekent niets. Gerechtigheid bestaat niet, de ene ramp gaat naadloos over in de volgende.
Van Reen ontdekte Afrika aan de hand van zijn vader Ton die ooit voorbestemd was missionaris in Afrika te worden. Ton zou daar later veel komen, maar dan als schrijver. Hij werd de pleegvader van de hardloopster Susan Chepkemei met wie zoon David zich later verloofde. Als haar trainer en die van andere lopers woonde David jarenlang in Nairobi.
Tegen de achtergrond van deze Keniaanse metropool speelt zich het romandebuut van Van Reen junior af. De zoon van de hoofdcommissaris rijdt de moeder van twee meisjes dood. Vier jaar later moet het oudste meisje als prostituee het geld verdienen om haar zusje op het schoolkoor te houden. Zo ontmoet ze artsen zonder morele grenzen en maffiose makelaars in hardloopsters.
Werkelijk niemand deugt in Engelen der wrake. Ja, de kleine Nancy, het schattige meisje in haar blauwe, door haar zus bij elkaar gehoereerde jurk dat kan zingen als een engel – zij is nog niet aangeraakt door het bederf. Maar hoelang kan dat nog duren?
De in dit door en door verrotte land gedetacheerde westerlingen (artsen, onderzoekers, hulpverleners) weten met hun dollars en euro’s van gekkigheid niet wat ze moeten doen. In Van Reens roman bewegen ze zich in een angstaanjagend schemergebied van arme hoertjes, rijke Afrikanen en verveelde blanken, verwikkeld in een dodelijke rituele dans. Geld, seks en drugs – en ja, dan wil er weleens bloed vloeien. Scheve verhoudingen, zoals Vellah, het meisje dat zich prostitueert, constateert: “Idioot dat ik in de Florida dokters ontmoet die voor me betalen, terwijl ik nooit geld heb als ik zelf een dokter nodig heb.” Uiteindelijk neemt Vellah wraak op de dood van haar moeder.
Van Reen schetst een caleidoscopisch beeld van het leven in Nairobi. Hij doet dat tamelijk direct, voornamelijk in dialoogvorm. Hij laat er geen twijfel over bestaan dat zijn sympathie ligt bij de mensen die leven aan de onderkant van de maatschappij en voor wie de angst bestolen (of erger) te worden door de politie of andere criminele bendes een dagelijks gegeven is.
Over trainers van Afrikaanse hardlopers worden in het boek geen vriendelijke dingen gezegd. Dat roept weer andere vragen op. David van Reen is, of was, immers zelf trainer. Doet hij aan nestbevuiling? Als klopt wat hij beweert, dan is dat wereldje totaal verrot. Wat betekent dat dan als we weer een Afrikaanse loper als eerste over de finish van een marathon zien komen?
Frank van Dijl
David van Reen – Engelen der wrake. De Geus.
Deze recensie stond op 29 mei 2009 in HP / De Tijd.
David van Reen overleed in 2015 op 45-jarige leeftijd na een slopende ziekte. Bij Uitgeverij In De Knipscheer verscheen in 2016 zijn roman Anbessa’s dochter.