In de poëzie van Dorien de Wit is er voortdurend sprake van een wankelend zoeken. Niets biedt de lezer of dichter houvast in een wereld die voortdurend beweegt. Zelfs het eigen lichaam of huis zijn in de taal van de Wit geen vanzelfsprekende ankerpunten van het bestaan. Vervreemding kenmerkt De Wit’s debuutbundel Eindig de dag nooit met een vraag, maar de gedichten bieden meer dan alleen maar het scheppen van een afstand tussen ons lichaam en de buitenwereld. De Wit weet met haar debuut te overtuigen dat afstand nemen ervoor zorgt dat we kraakhelder kunnen zien.

De Wit won in 2017 de Turing Gedichtenwedstrijd met het gedicht ‘Legenda’ en publiceerde haar poëzie in diverse tijdschriften. In Eindig de dag nooit met een vraag laat ze zien feilloos zien wat ze in huis heeft. De Wit schrijft poëzie die moeilijk te vergelijken is. Met eenvoudige woorden weet ze de grond onder je voeten stukje bij beetje weg te schrappen. Neem dit gedicht:

ik moet een oplossing bedenken
ik wandel door een straat die steeds smaller en ten slotte onbegaanbaar wordt
aan het einde ga ik liggen
de stoeptegels zijn hard, maar niet zo hard als de vloer in mijn huis
een blinde krast met zijn stok een zigzaglijn door de straat tot hij me is genaderd
het bolletje aan zijn stok tegen mijn zij, twijfelt een seconde
trekt dan een lijn om mijn lichaam
er blijft niets van me over behalve de contouren als een slachtoffertekening op straat.

De Wit begon het gedicht met een zoektocht naar een oplossing en eindigt met de tekening van een lichaam op de straat. Het beeld van de blinde die met zijn stok de contouren van een mens omtrekt blijft in je hoofd zoemen, terwijl je je afvraagt waar de beloofde oplossing gebleven is.

Soms zet de dichter je op het verkeerde been om aan te stippen dat er iets belangrijkers te zien valt. Andere keren geeft ze haarscherp de eigenaardigheden van onze geest weer: ‘Als je eenmaal weet dat je iets hebt laten vallen/ en daar weer aan denkt/ kun je het alsnog de grond horen raken.’

De Wit weet humor en ernst te combineren. Ik heb hardop gelachen om het gedicht ‘tijdens kantooruren’:

goo.gl/maps/UmJeEgVXHmEZsnrM9
ben vandaag in één ruk naar de zuidkaap gegaan
wilde de verte zien waar ik zelf nooit in voorkom

leegte strekte zich in alle richtingen ui
kan ik oplossen in de lucht?

ik keerde me om op de kustweg
vertrok met de zee
in mijn rug

alsof daar iets gebeurde
alsof ik wegliep
terwijl iemand nog
tegen me praatte

Ik raad u aan op de link te klikken en vervolgens het gedicht ernaast te houden. De titel van het gedicht, in combinatie met de link zijn een ware vondst. Het zorgt voor speelse poëzie, zonder te vervallen in klucht.

In elk gedicht weet De Wit te verrassen met een rake zin of beeld, waardoor haar debuut geen moment verveeld. De dichter is standvastig in haar stijl en thema’s; het gedicht waarmee ze de Turing Gedichtenwedstrijd won past nog naadloos in de bundel. Tegelijkertijd verkent ze de mogelijkheden van haar poëzie, speelt ze met woorden en beelden, met langere en korte gedichten en bovenal met de lezer. De Wit laat in Eindig de dag nooit met een vraag zien dat we in de toekomst nog heel wat meer van haar te verwachten hebben.

Kinha de Almeida Guimarães

Dorien de Wit – Eindig de dag nooit met een vraag. Arbeiderspers, Amsterdam. 80 blz. € 18,99.