Recensie: Laura Lindstedt – Mijn vriendin Natalia
Op de bank
Laura Lindstedt (1976) is een rijzende ster in de Finse literatuur. Haar experimentele roman Mijn vriendin Natalia verkent het beladen grensgebied tussen therapeut en cliënt.
Met Natalia op de bank en haar psycholoog in de stoel houden de feiten ongeveer op. Natalia is niet haar echte naam, zoals het bij de therapeut niet echt duidelijk wordt of het een man of een vrouw is. Wel feitelijk zijn Natalia’s problemen met seksualiteit. Ze kan goed verleiden en rolt van de ene relatie in de andere, maar is totaal afgeleid als de daad bij het woord wordt gevoegd. Daarom zoekt ze hulp bij een ambitieuze behandelaar, die kans ziet eindelijk zijn/haar zelfbedachte ‘accumulatietheorie’ op haar los te laten. Deze theorie is geen ‘analytische reflectie die veel traditionele psychoanalytici zo hoog in het vaandel hebben staan’, maar een associatief proces dat kruisbestuivend tot nieuwe gedachten leidt. Specifieke opdrachten en oefeningen moeten haar verder helpen. ‘Accumulatietherapie […] stuurt de maker van de oefeningen ongemerkt naar de wereld van de verrassende nevenschikkingen.’ Beeldende kunst, filosofie, muziek en literatuur spelen hierbij een belangrijke rol.
De geschiedenis van haar ontken- en ontwijkgedrag wordt verteld aan de hand van scènes uit Natalia’s leven, die ze beeldend en literair aan haar therapeut vertelt of uitspeelt. Voor de psycholoog is dat niet gemakkelijk, want Natalia is geen modelpatiënt. Zo houdt ze eigenhandig de tijd bij door een grote wekker op haar buik te zetten, zegt ze sessies naar believen af en laat ze de therapeut haar eigenhandig gemaakte seksvideo’s zien. ‘Porno speelde namelijk een fundamentele rol in mijn jeugd. Het zou zelfs kunnen dat veel weeffouten in mijn leven daar zijn ontstaan’, zegt Natalia aan het einde van de eerste sessie tegen hem/haar. Met deze concluderende zin neemt ze de rol van therapeut over en laat ze haar behandelaar verbijsterd achter. Eigenlijk organiseert ze haar eigen therapie en vraagt ze haar ‘lieve dokter’ steeds om bevestiging.
Met die accumulatietheorie is iets aan de hand. Niet erkend door de Finse Psychoanalytische Vereniging werpt het de vraag op wie hier nou eigenlijk met wie in gesprek is. Is dat een schrijvende psychoanalyticus of een analyserende schrijver c.q. fantast? Het is een raadsel dat in de intieme spreekkamer niet wordt ontrafeld, net zoals de therapeut op Natalia’s confessies geen pasklare antwoorden heeft en geregeld achter het net vist.
Je zou Mijn vriendin Natalia kunnen kenschetsen als een roman over macht – macht van ‘een zielige kikker’ als Sartre, macht van inconsequente en onbegrijpelijke ouders, de macht van taal, de macht van de therapeut. Laatstgenoemde wordt echter steeds meer gedwongen zijn positie te evalueren, zeker als Natalia’s vulva tegen hem/haar zegt dat ze van meet af aan had gehoopt dat ze ‘jou in me kreeg’. Is dit dan de ontmaskering van het raadsel? Nee, daarvoor is deze beweeglijke en ook humoristisch geschreven roman te veelzijdig en te verwarrend. Uiteindelijk is Natalia ook een patiënt met een schrijnend verhaal, zodat de grens tussen het echte leven en therapeutische praktijk goed wordt bewaakt.
Jaap Krol
Laura Lindstedt – Mijn vriendin Natalia. Vertaling Sophie Kuiper. De Bezige Bij, Amsterdam. 200 blz. € 21,99.