Recensie: Alex Schulman – De overlevenden
Tijd is als een grindweg
De overlevenden, de debuutroman van Alex Schulman, presentator, journalist en schrijver, is in Zweden een groot succes. Het vertelt het tragische verhaal van een disfunctionele familie. Centraal staat de band tussen drie broers: Benjamin (door wiens ogen we alles zien), Pierre en Nils. Hoe kan het dat hun eens zo nauwe relatie verwaterd is als ze volwassen zijn?
Schulman strengelt heden en verleden in afwisselende hoofdstukken om elkaar heen. De roman start in het heden, met een hoofdstuk met de tijdsaanduiding 23.59 uur: ‘Een politieauto werkt zich langzaam door de blauwe begroeiiing, en komt het kleine tractorpad af dat naar het terrein leidt.’ Schulman beschrijft uitvoerig het toneel:
Wat kleine gebouwtjes op een stuk gras met erachter het bos en ervoor het water. Een ontoegankelijke plek, nu nog net zo afgelegen als vroeger. Als je aan het uiteinde van de landtong stond en uitkeek, zou je nergens sporen van menselijk leven kunnen zien. Een zeldzame keer hoorden ze een auto passeren op de grindweg aan de overkant van het meer. Het verre geluid van een motor in een lage versnelling. Op droge zomerdagen konden ze de stofwolk zien die dan uit het bos opsteeg. Maar ze kwamen niemand tegen, ze waren alleen op deze plek die ze niet verlieten en waar niemand naartoe kwam.
De politie is gebeld door Benjamin en de agent die uitstapt weet niet wat hij ziet: drie huilende mannen, in pak met stropdas, met de armen om elkaar heen geslagen. Twee zijn doorweekt en zien er flink toegetakeld uit. Benjamin peinst terwijl de man zoekt naar een notitieboekje:
Hij weet niet dat deze geschiedenis moeilijk op een stukje papier te vatten is. Dat hij nu aan het slot instapt van een verhaal dat meerdere decennia beslaat, en dat over drie broers gaat die ooit, lang geleden van deze plek werden weggerukt en nu gedwongen waren terug te keren. Dat alles hier met elkaar verbonden is, niets op zichzelf staat of apart uit te leggen valt.
Het volgende hoofdstuk werpt ons terug naar een lang vervlogen zomer bij het desolate huisje. Langzaamaan kiert tussen de regels door dat de kinderen overgeleverd zijn aan ouders die meer met zichzelf en elkaar bezig zijn dan met hun kroost. De jongens, ontredderd als ze zijn, zijn op elkaar aangewezen, ook al zijn ze pas zeven, negen en dertien jaar oud. In hoofdstuk 3 zijn we weer terug in het heden, maar ook hier gaan we terug in de tijd: hoofdstuk 1 vond plaats om 23.59 uur, hoofdstuk 3 speelt zich af om 22.00 uur. We tuimelen met de drie mannen mee terug hun verleden in.
Benjamin weet de onveiligheid van het gezin spijkerhard te beschrijven. Met ouders die stelselmatig te veel drinken, die onvoorspelbaar zijn in hun gedrag en die alles wat hen niet zint bestraffen. Niet voor niets is hij ‘altijd in staat geweest om drie stappen vooruit te zien. Hij kon conflicten tusen zijn familieleden voorspellen lang voordat ze daadwerkelijk plaatsvonden’. Hij zag de ergernis van zijn moeder in ‘lichte sporen van afkeer op haar gezicht’, lang voor ze een uitbarsting kreeg. ‘Hij kreeg nooit te horen wanneer hij lang genoeg in de sauna had gezeten, wanneer hij weer naar buiten mocht komen. Dat moest hij zelf maar uitzoeken. Hierdoor liep hij vervolgens rond met een voortdurend schuldgevoel, misschien had hij de saunaruimte te vroeg verlaten.’ Benjamin weet ook dat het gevaarlijk is als zijn vader weg is en hij alleen met zijn moeder is, zeker als ze een uitbarsting krijgt en haar stem overslaat in falset.
In deel 2 is Benjamin ouder. Hij psychologiseert, verklaart en oordeelt meer:
Langzaam verzamelde hij de aanwijzingen, hij leerde zichzelf kennen door om zich heen te kijken. Het vuil thuis, de urinevlekken op de vloer rond het toilet, waardoor het knetterde als papa er op zijn pantoffels naartoe ging, de stofnesten onder de bedden die zachtjes in de tocht vanuit de ramen bewogen. De lakens die langzaam geel werden in de bedden van de kinderen voordat ze uiteindelijk werden verschoond. Alle vuile vaat in de gootsteen. Als je de kraan opende, vlogen de fruitvliegjes verontrust op uit hun schuilplaatsen tussen de borden. De strepen vuil in de badkuip, als getijdenmarkeringen in een haven
Schulman laat je ervaren hoe heden en verleden samenvallen: ‘Tijd is als een grindweg: als je rechts houdt kun je jezelf aan de andere kant zien passeren.’ Vanzelf raak je verstrikt in deze beklemmende, geraffineerde roman van Schulman over de teloorgang van een gezin door een buitenproportioneel groot drama.
Miriam Piters
Alex Schulman – De overlevenden. Vertaald door Angélique de Kroon. De Bezige Bij, Amsterdam. 240 blz. € 21,99.