Recensie: Friedrich Dürrenmatt – Justitia
De roofdierenorde van de mensen
Toen Zwitserlands bekendste schrijver Friedrich Dürrenmatt in 1990 overleed liet hij een oeuvre na bestaande uit luisterspelen, toneelwerken, korte verhalen, essays en romans die in maar liefst 37 banden bijeen werden gebracht door de Zwitserse uitgeverij Diogenes. Dürrenmatts werk wordt vooral gekenmerkt door scherpe maatschappijkritiek. De auteur plaatst met name vraagtekens bij het functioneren van de rechtstaat. De complexiteit van juridische systemen staat haaks op de wil om volkomen transparant en rechtvaardig recht te spreken. Zo ook in Dürrenmatts voorlaatste roman Justiz uit 1985, die onlangs in het Nederlands werd vertaald door Ria van Hengel onder de titel Justitia.
In de eerste twee delen van deze misdaadroman vertelt advocaat Felix Spät over de belangrijkste zaak van zijn leven, die tevens het einde van zijn carrière betekent. Het begint ermee dat in Zürich de bekende en graag geziene kantonparlementariër dr. h.c. Isaak Kohler in een drukbezocht restaurant voor de ogen van alle aanwezigen de germanist professor Adolf Winter in koelen bloede doodschiet. Kohler laat zich probleemloos arresteren en wordt vervolgens tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeeld. Vanuit zijn cel benadert hij Felix Spät. De jonge advocaat krijgt de opdracht om de zaak opnieuw te onderzoeken op basis van de hypothese dat Kohler toch niet de dader is.
Felix Spät neemt de opdracht aan omdat hij zonder werk zit en het geld goed kan gebruiken. Hij laat een privédetective informatie verzamelen waarmee de kantonparlementariër mogelijk kan worden vrijgepleit. Hun bevindingen zijn onthutsend. Elke vorm van bewijs ontbreekt. Het moordwapen blijkt na de aanslag niet te zijn teruggevonden, het motief voor de moord is niet aan het licht gebracht en er zijn geen registraties gemaakt van de getuigenverklaringen. Hoewel het als een paal boven water staat dat Kohler de moord heeft gepleegd, wordt hij in een tweede proces vrijgesproken. Spät kan dit niet met zijn geweten in overeenstemming brengen en neemt een drastisch besluit.
In het derde deel van de roman is er een schrijver aan het woord die de memoires van Felix Spät in handen heeft gekregen. Hij gaat op onderzoek uit om meer over de zaak te weten te komen en ontmoet enkele van de hoofdrolspelers onder wie Kohler en zijn dochter. Stap voor stap weet hij te reconstrueren wat er precies is voorgevallen en welke de achterliggende motieven waren. Uiteindelijk blijken er aan alle raadselachtigheden toch zeer aardse fundamenten ten grondslag te liggen.
Dürrenmatt houdt de westerse maatschappij met zijn Kafkaëske wereldbeeld een heldere spiegel voor. Bij monde van Felix Spät schetst de schrijver een samenleving die zich kritiekloos laat inkapselen in wat hij noemt ‘een politiestaat’. Het beeld dat Felix Spät van zichzelf heeft, past geheel bij deze duistere visie op het bestaan:
Onvoorbereid werd ik de roofdierenorde van de mensen in geduwd, onvoorbereid werd ik geconfronteerd met de driften waardoor die orde gevormd wordt, begeerte, haat, angst, list, macht, maar even hulpeloos werd ik blootgesteld aan de gevoelens die die roofdierenorde menselijk maken: waardigheid, matigheid, redelijkheid, liefde uiteindelijk. Ik werd door de menselijke werkelijkheid meegesleurd zoals iemand die niet kan zwemmen door een rivier, vechtend met mijn ondergang ben ik in die ondergang zelf een roofdier geworden
Dürrenmatts verhalen zijn zo aangrijpend omdat de schrijver in staat is om volkomen bizarre verwikkelingen zo te laten aflopen dat alles uiteindelijk toch verklaarbaar wordt. Op het moment dat je als lezer ontdekt hoe de vork in de steel zit, doet je dat even weer beseffen dat de absurditeit altijd en overal op de loer ligt. Vooral dat maakt Justitia een pijnlijk actuele klassieker.
Ronald Ohlsen
Friedrich Dürrenmatt – Justitia. Uit het Duits vertaald door Ria van Hengel. Atheneaum – Polak & Van Gennep, Amsterdam. 198 blz. € 20,-