Recensie: Laurence Sterne – Het Leven en de Opvattingen van de Heer Tristram Shandy
Het leven van een dominee
In 1760 publiceerde Laurence Sterne de eerste twee delen van Het Leven en de Opvattingen van de Heer Tristram Shandy en in de jaren voor zijn dood in 1768 kwamen nóg zeven delen uit. Het werk maakte van Sterne op slag de beroemdste geestelijke van Engeland, of liever gezegd: de beroemdste ex-geestelijke, want op 1 maart 1760 — toen de eerste deeltjes een doorslaand succes bleken te zijn — woonde hij in zijn woonplaats York voor het laatst een vergadering van het kapittel bij.
Sterne had rustig kunnen gaan leven, hij had zelfs zijn bestaan als dominee niet hoeven opgeven als hij zijn mond had gehouden. Zijn naam stond immers niet als auteur vermeld op de titelpagina. Het was alsof het hier ging om de autobiografische geschriften van Tristram Shandy. Maar geïnspireerd door het succes reisde hij naar Londen, waar hij zich als de schrijver van Het Leven en de Opvattingen van de Heer Tristram Shandy bekend maakte.
Dat viel niet bij iedereen in goede aarde. Er waren lieden die vonden dat het werk een dienaar van het Woord onwaardig was; zij spraken schande van Laurence Sterne, die nog wel had gehoopt in de voetsporen van zijn overgrootvader, Richard Sterne, die aartsbisschop van York was geweest, te kunnen treden.
Laurence Sterne werd in november 1713 geboren in Ierland. Zijn vader was beroepsmilitair. In de eerste tien jaar van zijn leven wordt de kleine Sterne van de ene plaats naar de andere gesleept in het kielzog van de wisselvallige militaire carrière van zijn vader. Pas op zijn tiende jaar vindt hij rust als hij naar een kostschool in Halifax wordt gestuurd. Hij zal zijn ouders nooit meer zien. (Zijn vader sterft in 1731 in Jamaica.)
Het Leven en de Opvattingen van de Heer Tristram Shandy begint met de verwekking van de hoofdpersoon, althans met de anecdote die door Tristrams oom Toby werd overgeleverd:
Ik wou dat ofwel mijn vader, of anders mijn moeder, of eigenlijk zij allebei, want ze waren er beiden evenzeer toe verplicht, op hun tellen hadden gepast toen ze mij verwekten; hadden ze zich terdege gerealiseerd hoeveel er afhing van wat ze aan het doen waren; — dat het niet enkel ging om de aanmaak van een redelijk Wezen, maar dat mogelijk de geslaagde bouw en gesteldheid van zijn lichaam, wellicht zijn begaafdheid en de ware geaardheid van zijn geest; — alsmede, voor zover hun bekend, zelfs de kansen van zijn complete nageslacht konden voortvloeien uit de toen boven drijvende vochten en tochten: — Hadden ze dit alles terdege gewikt en gewogen en dienovereenkomstig gehandeld, — ik had, naar mijn vaste overtuiging, op de wereld een heel andere indruk gemaakt dan de lezer zich vermoedelijk van mij gaat vormen.
Dit wat lang uitgevallen citaat geeft een beeld van het soort proza waaruit het boek van Laurence Sterne bestaat. Het verklaart tevens de hier en daar geldende opvatting dat zulke taal een dominee onwaardig is: boven drijvende vochten en tochten! En tenslotte blijkt uit het citaat dat het taalgebruik omslachtig mag zijn, maar dat het niet is gespeend van humor. Want, om de anecdote af te maken, in welk opzicht hadden de aanstaande ouders tijdens het verwekken van Tristram Shandy beter op hun tellen moeten passen?
Ach lieverd, zei mijn moeder, je bent toch niet vergeten de klok op te winden? — Goeie G —! riep mijn vader, exclamerenderwijs, maar tevens erop bedacht zijn stem gedempt te houden, — heeft, sinds de aarde werd geschapen, de vrouw een man ooit geïnterrumpeerd met een zo onzinnige vraag?
Door deze op zijn minst ongelegen vraag, aldus Shandy, werden de levensgeesten uiteengeslagen, en daardoor begon volgens vader Shandy „de rampspoed van mijn Tristram al negen maanden voor hij het levenslicht zag.”
Het leven van Tristram Shandy wordt tot in de kleinste details uit de doeken gedaan door dominee Sterne. Het in de nieuwste uitgave fraai verzorgde boek is helaas niet altijd even gemakkelijk te lezen. Daarvoor strooide de auteur iets te veel met gedachtenstreepjes. Bovendien draagt het werk soms te veel het karakter van een omgevallen boekenkast.
Sterne noemde zijn feuilleton een Encyclopedie van Kunsten & Wetenschappen, en dat leidt soms tot lange opsommingen van kunstenaars en verklaringen van wetenschappelijke principes. De ene keer gaat het om pure onzin, de andere keer beveelt de schrijver lievelingsauteurs als Cervantes en Rabelais in de aandacht van de lezer aan. Het satirische element is daarbij niet altijd even duidelijk aanwezig.
Frank van Dijl
Laurence Sterne – Het Leven en de Opvattingen van de Heer Tristram Shandy. Vertaald door Jan en Gertrude Starink. Athenaeum — Polak en Van Gennep.
Eerder gepubliceerd in Algemeen Dagblad, 24 januari 1991.