Fokkol

Met levenskracht en humor schrijft Ronelda Sonnet Kamfer (Kaapstad, 1981) over haar jeugd; laconiek, maar vastberaden en boos gaat de ik in haar bundel Chinatown door het leven, dat niet gemakkelijk was en is, met armoede, verkrachting, misbruik door haar vader, geweld, vernedering. De titel verwijst naar het winkelcentrum waar haar moeder glimmende en nutteloze spullen kocht. Nu is zij een vooraanstaand dichter. Haar bundel is uit het Kaaps-Afrikaans (met Engelse invloeden) vertaald door Alfred Schaffer. Je kunt de gedichten lezen in haar eigen taal, maar soms is het de moeite waard om de vertaling in het Nederlands te volgen.

straatmeid

moenie glo wat hulle van jou sê nie
moenie lees wat hulle lees nie
ketting hulle vas daar waar hulle hoort
Eybers in haar Vondelpark
Jonker aan die boom waarteen sy swastikas kerf
Cussons in haar swart kombuis
begrawe vir Dalene Matthee in haar Knysba-bos
moenie vrienden maak met hulle kinders nie
onthou dat jou ma en pa nie jou
naam gegee het nie
onthou dat ’n wit vrouw ’n wit man is
onthou waar jy vanaf kom
onthou daai elke dag
sodat niemand jou ooit hoef te remind nie

Als je dit hardop leest, is het heel begrijpelijk. ‘keten ze vast daar waar ze horen’ is de vertaling van de derde regel. Het is grappig dat in Nederland Kouwenaar over Vasalis schreef: ‘we gaan niet meer dwalen in parken en woestijnen’ en dat nu Ronelda Kamfer schrijft over Elisabeth Eybers, die voor haar een soort Vasalis is: ‘in haar Vondelpark’. Eybers was in Nederland gaan wonen. Kamfer wijst het ‘burgerlijke’, het ‘witte’ van Eybers af. Iedere vernieuwing schopt tegen dat wat geweest is. Ook Ingrid Jonker was wit. Zij schreef:

Ontvlugting

Uit hierdie Valkenburg het ek ontvlug
en dink my nou in Gordonsbaai terug:
Ek speel met paddavisse in ’n stroom
en kerf swastikas in ’n rooikransboom
Ek is die hond wat op die strande draf
en dom-allenig teen die aandwind blaf…

Sheila Cussons was van Ierse komaf. Zij schreef de bundel die Swart kombuis. Schaffer vertaalt: ‘zwarte keuken’. (!) Overigens was zij vooral beeldend kunstenaar. Dalene Matthee werd geboren als Dalene Scott. Zij schreef een bos-trilogie. In het eerste deel is Saul Barnard houthakker in het Knysnabos en dat houdt in: arm en ongeschoold blijven en voor altijd een slaaf zijn van de Engelsen.

Kamfer schrijft boos en onwelwillend: ‘onthou dat ’n wit vrouw ’n wit man is’.

Ze schrijft, ‘my poems is nie confessions nie’:

‘net ’n wit man kan dink ’n vrou wat haar kop in
‘n oond druk is sexy as ek dink aan Sylvia Plath’

‘ek voel fokkol vir ’n wit vrouw wat mooie gedichte
geskryf het in 1960s America’

Schaffer vertaalt:

‘alleen een witte man kan een vrouw die haar hoofd in
een oven stopt sexy vinden als ik denk aan Sylvia Plath’

‘ik geef geen fuck om een witte vrouw die mooie gedichten
schreef in het Amerika van de jaren zestig’

(Ook het Nederlands ontkomt niet aan het Engels.)

my poems is nie vir ’n suffragette nie
my poems is vir die anties (vrouwen) in die kombuis
my poems is vir swart en bruin laities (jochies)
in ’n klas vol wit kinders
ek is die meid se kind en nou is ek groot
ek exchange my ma se as vir gunpowder
vir die next generation
sodat hulle armed kan wees
julle gaan ons nie weer in ons rugte skiet
terwyl ons in vrees weghardloop nie

De gedichten van Ronelda Sonnet Kamfer zijn vooral woedende ‘statements’ en dat is begrijpelijk genoeg.

Remco Ekkers

Ronelda S.Kamfer – Chinatown. Vertaald door Alfred Schaffer. Podium, Amsterdam. 108 blz. € 22,99.