Essay: Pamela Wolters – Wat moeten we doen zonder bomen? (winnaar Gerrit Krolprijs)
Pamela Wolters heeft de Gerrit Krolprijs 2021 gewonnen. De student Engelse Taal en Cultuur aan de RUG toont in haar ‘Cad a dhéanfaimid feasta gan adhmad?’ (Wat moeten we doen zonder bomen?) aan over een originele en uitdagende toekomstvisie te beschikken en heeft die in een tekst weten te verwoorden die sprankelt van de vindingrijkheid. Het thema ‘scenario’s voor de toekomst’ wordt in dit essay op een kritische doch hoopvolle wijze benaderd. De toekomst wordt geschetst als een harmonisch oord waarin de tegennatuurlijke neiging om te snoeien op creatieve wijze wordt teruggedrongen. De jury noemt het winnende stuk ‘een mooi geschreven, kunstig gestructureerd, literair essay’ waarin ‘te midden van de wanhoop perspectief werd geschetst’. De andere genomineerden waren Klaske Berger, Thomas van Essen, Danae Marchal, Sofie Renap en Eline Santema.
‘Cad a dhéanfaimid feasta gan adhmad?’ (spreek uit: kah-duh-jen-uh-mid-fasta-gun-ahj-math)
Wat moeten we doen zonder bomen?
‘What shall we for timber do henceforth? The last of the woods is cut down…’ luidt het begin van Cill Chais, een prachtig lied uit County Tipperary, Ierland. De Ierse tekst gaat met name over het kappen van de bossen rondom een kasteel, inmiddels ruïne, waarmee de teloorgang van een adellijke familie werd ingezet. Volgens de overlevering heeft een van de 18e-eeuwse leden van deze familie, uit geldnood, al het hout verkocht, inclusief de houten plafonds, waarna de constructie instabiel werd. Nog steeds is de kasteelruïne, om deze reden, gesloten voor bezoekers. Een alternatieve verklaring is dat de bossen gekapt werden door Engelse soldaten, die de ‘wicked Irish’ makkelijker konden verslaan zonder de bescherming die de bossen hun boden. In deze huidige tijd van Brexit en overmatige bomenkap (al dan niet onder de verkapte term ‘biobrandstof’) zijn deze thema’s misschien wel relevanter dan ooit. Ierland wordt nog steeds gezien als een soort wingewest slash dumpplek van Engeland (waarover later meer). Wie zich er enigszins in verdiept, ontdekt al gauw de diepe liefde voor bomen die in de Ierse cultuur verweven zit. Cill Chais is daar een mooi voorbeeld van. Ik ontdekte dit lied in een tijd waarin me duidelijk werd hoe belangrijk bomen zijn voor mij, en voor mijn toekomstvisie.
‘O nee, er komt toch niet wéér zo’n zielig verhaal over bomen en met uitsterven bedreigde diersoorten?’ Vooruit dan, ik beloof u het volgende: ik zal mijn structuur *proberen* aan te passen aan de opzet van een Shakespeare-komedie: alle ellende zoveel mogelijk in het begin, en dan toewerken naar een happy ending. Het lijkt wellicht wat vrijpostig dat ik me zomaar vergelijk met ‘the Bard’, maar ja, hij en ik delen dezelfde verjaardag; dat geeft toch vrijheden, vind ik. Het zal u ook wel zijn opgevallen dat ik een Britse lay-out aanhoud, dus met weinig spaties en veel tabjes. Dat is bewust gedaan. Houdt u dit alstublieft in uw achterhoofd bij al het commentaar dat ik nog op Engeland ga geven in dit essay: ik houd ontzettend van de Britse taal en cultuur; zelfs in die mate dat ik er momenteel in afstudeer. Desalniettemin: in mijn ideale toekomstvisie wordt Ierland weer één geheel en worden bomen gewoon met rust gelaten. Geen lelijke snoeipartijen meer! Weg met de kettingzagen! De Hornbach gaat dicht!!! Enfin, laten we maar beginnen.
In de zomer van 2018 raakte ik in de ban van een oude liefde: Frankenstein, or, The Modern Prometheus van Mary Shelley. Een belangrijk moment in het boek is wanneer Victor Frankenstein een boom door de bliksem getroffen ziet worden. Er blijft helemaal niets van over. Victor realiseert zich dan de immense kracht van elektriciteit; al associeert hij deze op dit punt nog met creatie, in plaats van destructie. Percy Shelley, Mary’s man, is een belangrijke bron van inspiratie geweest voor haar protagonist (samen met verschillende wetenschappers zoals Galvani, zijn neefje Aldini, en Sir Humphrey Davies). Tijdens mijn onderzoek kwam ik er al gauw achter dat Percy, toen hij nog op een Engelse kostschool zat (waar hij overigens niet erg gelukkig was), eens een boom in brand heeft gestoken, wat hem de bijnaam ‘de Atheïst’ heeft opgeleverd. Hij bleef zich altijd enigszins met deze bijnaam vereenzelvigen, en schreef er zelfs een omstreden pamflet over, wat hem zijn studie kostte, wat weer leidde tot een breuk met zijn familie. Het is bijna alsof de wroeging om de vernielde boom hem bleef achtervolgen en tot een vorm van zelfsabotage leidde (sowieso een belangrijk thema in Frankenstein).
Het is vreemd om je voor te stellen dat dezelfde persoon die in staat was om een boom volledig te laten ontbranden, bomen tekende in de marge van het papier waarop hij zijn gedichten schreef. Volgens mij hield hij ontzettend van bomen. In de roman Frankenstein speelt de liefde voor de natuur – en juist de grillige, ongerepte natuur – een belangrijke rol; maar ja, dat paste natuurlijk ook in de tijd (we hebben het over de Romantiek). Hetzelfde zien we bijvoorbeeld bij Goethe’s Werther, die mijn sympathie weet op te wekken door met name zijn liefde voor bomen.
Een van de dingen waar Percy Shelley zich hard voor maakte (naast onderwerpen als de liefde, filosofie, en het belang van vegetarisme) was de Ierse onafhankelijkheidsstrijd. Hij is meerdere keren naar Ierland verhuisd (nu verhuisde hij sowieso vrij veel, maar toch). Wist u dat er nog slechts ongeveer 5% van de Ierse bevolking vloeiend Iers spreekt? Misschien een rare vergelijking, maar als je naar de geschiedenis kijkt, is het op grote schaal kappen van bomen in Ierland hand in hand gegaan met de onderdrukking van de Ierse taal. ‘The Emerald Isle’ is niet meer ‘emerald’ vanwege de bossen, aangezien daarvan meer dan 90% gekapt is. En ja, veelal door de Engelsen – bijvoorbeeld om er schepen van te maken, vooral vanaf de 16e eeuw. Niet alleen de bomen werden gerooid en beknot, maar ook de mensen (al moet ik dan misschien ‘berooid’ zeggen). Ierse kinderen werden in de 19e eeuw geslagen op school als ze in het Gaelic spraken, met een speciaal daarvoor vervaardigd plankje (van hout – uiteraard). Op het gevaar af dat ik de plank volledig missla met deze semipoëtische observatie, wil ik toch graag het volgende zeggen: Ierland is een beetje als een prachtige boom waar op brute wijze de top vanaf is gezaagd. Vergis u niet, dit gebeurt regelmatig. U begrijpt ongetwijfeld al dat Noord-Ierland de boomtop is in deze vergelijking. Bomen blijven – langer dan mensen – hinder ondervinden van slechte knipbeurten. Nu wil ik de vergelijking met Ierland hier acuut stoppen, maar ‘hinder’ heeft het zeker wel ondervonden van de afscheiding van Noord-Ierland. Ik noem bijvoorbeeld: de Black and Tans, Bloody Sunday, ‘the troubles’, om over alle bomaanslagen van de IRA nog maar te zwijgen. Michael Collins zei dat hij ‘zijn doodsvonnis’ had getekend toen hij de agreement had getekend die Noord-Ierland van de Republiek Ierland afscheidde. Hij werd kort daarna neergeschoten.
Ierland is van oudsher niet alleen een wingewest voor Engeland, maar ook een soort van dumpplek. Om eerlijk te zijn ben ik mijn respect voor Queen Elizabeth I – u weet wel, ‘the Virgin Queen’ – een beetje verloren toen ik las hoe laatdunkend ze zich over Ierland uitliet. Sterker nog, ze stuurde er af en toe stoute hovelingen heen, als straf. Helaas is de situatie weinig verbeterd. Tegenwoordig dumpt men Engels radioactief afval rond de kust van Ierland, met name in Noord-Ierland. Het laatste bericht dat ik gelezen heb ging over Newry, u weet wel, van de Matt D’Arcy distillery. ‘Whiskey’ komt van ‘uisce beatha’, en dat betekent ‘water of life’ – wat nogal een schril contrast oplevert met radioactief materiaal. Er werden al grappen over het lozen van kernafval rond de Ierse kust gemaakt in de eerste aflevering van de bekende serie Father Ted in 1995, toch al een tijdje geleden. Ik voel mij op dit punt verplicht om u even te wijzen op het geweldige liedje My Lovely Horse in de serie Father Ted.
Bomen staan in Ierland symbool voor de connectie tussen de tastbare wereld om ons heen en een andere, mystieke, wereld, de ‘Otherworld’ genaamd. Het schijnt afschuwelijke gevolgen te hebben als je een fairy tree iets aandoet. In de vroegmiddeleeuwse, Keltische heldenverhalen uit de Ulster Cycle spelen bomen ook een prominente rol. De held Cú Chulainn bijvoorbeeld belandt per ongeluk in de Otherworld nadat hij in slaap gevallen is onder een eikenboom. Hij wordt wakker van twee feeën die hem afranselen met hun zweepjes omdat hij eerder die dag met disrespect naar de natuur heeft gehandeld (hij heeft vogels uit de lucht geschoten in een poging indruk te maken op de dames van het dorp). Z’n verdiende loon, dacht ik nog. De zweep erover. Nadat hij enigszins van de schrik bekomen is, blijkt dat Cú Chulainn en een van de fairies, Fand genaamd, eigenlijk een hele goeie klik hebben. Via de eikenboom volgt hij haar naar de Otherworld, waar ze een spannende affaire beginnen. Al gauw echter wordt Cú Chulainn door zijn vrouw Emer tot de orde geroepen. Enfin, ik bedoel maar: wat er allemaal wel niet mogelijk is met een eikenboom. Je staat er toch versteld van. Ook andere bomen schijnen diepe, spirituele betekenissen te hebben, volgens het verrukkelijke boek Ireland’s Trees van Niall Mac Coitir. Wat een rijkdom om zo’n waardering voor bomen te hebben.
Iemand had mij ooit het lied Cill Chais aangeraden, en in 2018 kwam het weer op mijn pad. Ik had de betekenis nog nooit echt opgezocht en schrok toen ik zag dat het over bomenkap ging. Met dat onderwerp was ik namelijk zelf ook bezig na het verlies van een voor mij dierbare boom. Ik ben het gaan zingen. Het was allemaal zo aanstekelijk dat ik me ben gaan verdiepen in de Ierse taal. Het eind van het liedje is dat ik nu dus regelmatig naar de Ierse tv kijk. Mijn favoriete programma is Crainn na hÉireann. Het gaat alleen maar over bomen, heerlijk. Af en toe versta ik een woord. Serieus, het is zo’n mooie taal. Ik hoop op een verenigd Ierland, op een geweldloze manier.
Nu is het natuurlijk een lange weg naar Tipperary, en ik verwacht dan ook niet dat mijn toekomstscenario binnen korte tijd werkelijkheid wordt. O ja, hierna wil ik er eigenlijk niets meer over horen, maar het moet toch even gezegd worden: dat het gesubsidieerde fenomeen ‘biobrandstof’ – lees: versnipperde bomen – toch wel een hele grote belediging is voor de menselijke intelligentie op deze planeet. Dat de politiek hier nog mee wegkomt is een schande voor ons allemaal. Maar om Tolkien – dat wil zeggen, Arwen uit The Lord of The Rings te quoten, ‘There is always hope.’ Laten we daar maar aan vasthouden. Initiatieven als de Bomenridders en Operatie Steenbreek geven het goede voorbeeld. Uiteindelijk geloof ik toch wel in de goedheid van de mens. Of in elk geval dat er progressie in zit, al zou ik soms willen dat het sneller ging. ‘The world is full of magic things, patiently waiting for our senses to grow sharper’, schreef William Butler Yeats ooit. En dat is ook zo. Voor de toekomst hoop ik op een veilig, vredig, verenigd Ierland, en wereldwijd op veel, véél meer bomen, die gewoon oud mogen worden en die we gewoon laten staan. Misschien wortelen (of aarden, Wat u Wilt) we dan zelf ook eens wat meer (mocht u daar behoefte aan hebben). En misschien wat meer ruimte voor mystiek, dat zou ik mooi vinden. Tiocfaidh ár lá.
Het ga u goed. Go dté tú slán.
Pamela Wolters
De Gerrit Krolprijs is in 2019 in het leven geroepen door het Talencentrum en de Faculteit Letteren van de RUG. De essayprijs vestigt aandacht op het Nederlands als academische taal en biedt een podium aan jong talent. Studenten uit het Nederlands taalgebied werden uitgenodigd om een in het Nederlands geschreven essay in te zenden van maximaal 2000 woorden. Een deskundige jury bepaalde welke inzenders in aanmerking kwamen voor een nominatie en koos vervolgens de winnaar. De jury bestond uit Louis Stiller (schrijver), Ellen Krol (kunstenaar en dochter Gerrit Krol) en Ronald Ohlsen (schrijver en docent Talencentrum).