Recensie: K. Schippers – Nu je het zegt
Een jazzy spel van kijken, denken en praten
Hoe een roman te beginnen? Voor K. Schippers, schrijver en denker over in de eerste plaatsen literatuur, beeldende kunst en jazz, kan dat nooit een dilemma zijn. Je begint maar ergens: de wereld is een mer a boire aan intrigerende mensen, voorwerpen en ontwikkelingen. Zelfs de op het eerste gezicht onbeduidendste voorvallen, of in het geval van zijn nieuwste ‘roman’ Nu je het zegt taalvariaties, kunnen het uitgangspunt vormen van meanderende associaties en bespiegelingen. Een straatnaam bijvoorbeeld, die niet blijkt te bieden wat je verwacht had.
Wat moet je doen met al die tijd, verzuchtten velen de afgelopen maanden, toen corona de wereld voor een belangrijk deel lamlegde. En zij gingen op zoek naar bezigheden om de tijd te doden. Oneindig veel beter was het geweest als zij massaal een boek van K. Schippers ter hand hadden genomen, om er zo achter te komen dat je de tijd niet moet doden, maar op een nooit eindigende manier kunt vullen met onvermoede gedachten en fascinaties, die weer het begin kunnen zijn van nieuwe zienswijzen en betoveringen.
Ging het in Schippers’ vorige boek, Andermans wegen, nog om beschouwingen over de maatschappelijke of culturele stappen van door Schippers bewonderde anderen, in Nu je het zegt gaat hij denkbeeldige of wellicht deels echt gevoerde gesprekken met mensen aan, die zijn soms kronkelige taal kunnen volgen… echt begrijpen. Een jaloersmakend iets in onze jaren; in gesprek komen (en blijven) met iemand die niet meteen afhaakt bij een individuele expressie van een individuele emotie.
Die diepgevoelde wens lijkt ten grondslag te liggen aan Schippers’ roman genoemde nieuwe boek, dat opnieuw geen doorsnee werk is, maar weer een combinatie van woord en beeld, fictie en non-fictie en nogal wat, vaak onvertaalde citaten. Op zoek gaan naar een bepaalde straat, omdat er iemand geleefd heeft, in zekere zin ‘bezield’ dus, een typische Schippers-karakteristiek, om daar niet aan te komen, aangezien er een andere straat met die naam bestaat in dezelfde stad, is zo’n nuttige kleinigheid om mee te beginnen.
Daarna ontrolt zich een wervelend en springerig, om niet te zeggen jazzy spel van kijken, denken en praten met mensen die Schippers (in ieder geval de ik in deze roman) niet ontmoet zou hebben als hij wel naar het ‘juiste’ adres zou zijn gegaan. Maar waarom zou je de toevallig ontstane situatie niet gebruiken voor een nieuw avontuur? Dus geen gereis naar het correcte adres, maar blijven waar je bent en maar zien wat zich voordoet. Deze keer met de nadruk op de taal, die wel aan de werkelijkheid vooraf lijkt te gaan of er in ieder geval betekenis en kleur aan geeft, steeds met een open oog voor de etymologie. Mensen die gewend (zijn geraakt) aan de eendimensionaliteit van Twitter zullen er ongetwijfeld een hele kluif aan hebben, maar er zijn ook anderen.
De taal is m’n zuurstof, als ik iets lees of beschrijf, ben ik er, een spitssnuitdolfijn kan z’n adem onder water twee uur inhouden. Soms dompel ik me in de taal tussen twee kaften, die in stilte op me wacht.
Er is een Vietnamese kunstenaar met hoogstindividuele opvattingen over taal en beeld, een filmondertitelaarster, die van vrijheid houdt, er zijn oude vrienden die er niet meer zijn, maar daarmee allerminst verdwenen, een begripvolle museumdirectrice en personages op schilderijen die zo hun eigen communicatie kennen. Nu je het zegt vraagt natuurlijk wel een constructieve houding van de lezer, want taal moet van twee kanten komen, maar dan heb je ook wat.
André Keikes
K. Schippers – Nu je het zegt. Querido, Amsterdam. 164 blz. € 18,99.