Recensie: William Wordsworth – We are seven
Een klein, bijzonder boekje
Een nogal beroemde dichtregel van William Wordsworth luidt vertaald: ‘Het kind is de vader van de man’. En dat is niet eens zo’n heel gekke gedachte. Wordsworth, een van de vroege Engelse romantici door wie onder andere Willem Kloos zich heeft laten inspireren, heeft, zou je kunnen zeggen, de Britse romantiek aardig in de grondverf gezet. Byron, Keats en Shelley kwamen tussen de achttien en 25 jaar later ter wereld en mogen hem dus met recht hun senior noemen – om over de Nederlandse romantische dichters maar te zwijgen. Wordsworth’ adept Kloos is van 1859!
Een van de bekendste gedichten van Wordsworth is ‘We are seven’ uit 1798, en het preludeert al aardig op die latere regel over het kind, dat de vader is van de man. Een jong meisje, a simple child, ‘een onbekommerd kind’ in de goed doordachte vertaling van Ans Bouter, draagt een wijsheid uit, waar de volwassen ik-figuur met al zijn verlichte rationaliteit niet aan kan tippen.
Het gegeven is simpel: een voorbijganger vraagt aan een boerenmeisje naar het aantal kinderen in het gezin. ‘Hoeveel? Met zeven zei ze vief / Met zeven bij elkaar’. Een beetje dóórvragen leert dat het kind ook een overleden broertje en zusje meetelt, wat er bij de verlichte verteller niet in wil. Maar het kind laat zich niet overtuigen. Ze kan met haar moeder de twee graven bezoeken, ze kan bij het graf van haar broertje en zusje spelen, ze horen er, kortom, gewoon bij.
My stockings there I often knit,
My kerchief there I hem;
And there upon te ground I sit,
And sing a song to them.And often after sunset, Sir,
When it is light and fair,
I take my little porringer,
And eat my supper there.(Ik brei mijn sokken daar heel vaak
En zoom mijn omslagdoek
En zing een liedje als vermaak
Als ik hen daar bezoekEn vaak als het al donker wordt
Ga ik nog gauw erheen
Ik schep wat eten op mijn bord
En voel me nooit alleen)
‘We are seven’ is een klassieker in de wereldliteratuur, in de negentiende eeuw nog door Nicolaas Beets uit metrumtechnische overwegingen vertaald als ‘Met zen achten’. Maar wie vanwege die ruime bekendheid mocht denken dat Nederland niet op een zoveelste vertaling zit te wachten, heeft buiten de bijzondere aanpak van uitgever Boeije Jansen van ‘Het Huis met de Drie Gedichten’ gerekend. Allereerst is daar de belangrijke keuze om een tweetalige editie op de markt te brengen. Juist bij poëzie is dat belangrijk. Over het algemeen roepen vertalingen bij de lezer maar al te vaak de vraag op, hoe het er in het origineel gestaan heeft. De uitgever heeft met de vertaling van Ans Bouter een prima keuze gemaakt, vooral ook omdat Bouter haar aanpak achter in de bundel uitgebreid verantwoordt. De lezer die zich op een enkele plek achter zijn oor krabt, omdat hij het denkt beter te weten (ik betrap mezelf er af en toe op), kan op deze manier in ieder geval de redenering volgen die aan de gemaakte keuze ten grondslag ligt. En dat is altijd prettig. Ook de eenvoudige, monochrome illustraties van Paul van der Steen helpen effectief de sfeer van het vroeg-romantische platteland op te roepen.
Anders dan bij veel tweetalige uitgaven heeft vormgeefster Jopie Beumkes voor een bijzonder soort drieluik gekozen: als je het boek in het midden openslaat, zie je drie panelen voor je met links de inleiding en rechts de verantwoording van de vertaler. In de naden tussen de panelen zitten twee kleinere boekjes op halfformaat. Het linker bevat ‘We are seven’ van Wordsworth, het rechter ‘We zijn met zeven’, de vertaling van Bouter. Je kunt deze bundeltjes apart lezen, of opengeklapt naast elkaar, het pas allemaal precies. Het is een prettige, perfecte uitgave geworden.
Ter afsluiting nog eenmaal terug naar het gedicht. De hele discussie tussen de rationalistische verteller en het romantische boerenmeisje komt nog eens aardig samengevat terug in de slotstrofe:
But they are dead; those two are dead!
Their spirits are in heaven!”
’T was throwing words away; for still
The little maid would have her will,
And said, “Nay, we are seven!”(Maar ze zijn dood, die twee zijn dood
Ze zijn niet meer in leven
Het maakte haar totaal niet uit
Ze hield het vol en riep toen luid
Nee, nee we zijn met zeven)
De volwassen man kan blijkbaar nog heel veel leren van dit meisje, dat zich hier toont als de moeder van een hele dichtersgeneratie, die van de romantiek.
Jan de Jong
William Wordsworth – We are seven / We zijn met zeven. Vertaling Ans Bouter, illustraties Paul van der Steen. Het Huis met de Drie Gedichten, Lochem. 36 blz. € 25,00.