Column: L.H. Wiener – De schaterlach van Bob Polak
De schaterlach van Bob Polak
Wij kondigden dit boek hier al eerder aan, een uitgave van uitgeverij IJzer. Laat het duidelijk zijn: wij verwachten hier h e l e m a a l niets van.
De twee samenstellers kan je nauwelijks geëquipeerd noemen. Dat belooft wat. Of beter: dat belooft niets. Wanneer je vervolgens het ratjetoe aan medewerkers gadeslaat, schiet je bij voorbaat in een schaterlach.
Enfin, dat moet Hermans dan weer overkomen. Beter niets dan zo’n ongeregeld zootje onder de noemer ‘Hermans honderd’.
Deze regels zette Bob Polak op 12 juli jongstleden op zijn Facebookpagina Hermans Magazine, tezamen met een foto van het voorplat van het herdenkingsboek voor W.F. Hermans, dat op 1 september (Hermans’ geboortedag) zal verschijnen.
De samenstellers René Hesselink en Jan Wim Derks zijn beiden eminente Hermanskenners en Polaks suggestie dat zij ‘nauwelijks geëquipeerd’ (toe maar!) zouden zijn is niets anders dan een loze slag in de lucht.
Dit bericht deed mij denken aan de literaire expertise van de gratenkut Daniëlle Serdijn, die in het nabije verleden een boek (van een vrouwelijke auteur) in het blad Opzij lovend besprak, hoewel het nog niet was afgerond, met ontslag als gevolg. En eveneens kwam bij lezing van Polaks zure oprisping in mijn herinnering terug hoe in het verre verleden de klassiek geschoolde criticus Leo Riemens in De Telegraaf een recensie schreef over een muziekuitvoering die (ik meen door ziekte van de solist) niet was doorgegaan.
Tot dat slag critici behoort Bob Polak.
Hij weet al dat een boek niets voorstelt nog voordat het bestaat.
Wij schieten bij voorbaat in een schaterlach als wij de namen zien van het zootje ongeregeld dat aan dit boek een bijdrage heeft geleverd: P.F. Thomése, Max Pam, Elsbeth Etty, Willem Otterspeer (door ons guitig Etterspoor genoemd – het Propria Cures-bloed kruipt waar het niet gaan kan), Hans Renders, Ad Fransen, Rob Delvigne, Christophe Vekeman, Peter Kegel, Stephan Enter, A.L. Snijders, Frank van Dijl, Piet Schreuders en L.H. Wiener, om er enkele te noemen. (L.H. Wie?)
Bob Polak gaat schaterlachend door het leven, als behoeder van Hermans’ werk en nagedachtenis. En van een literaire grap is hij niet vies. Zo schreef hij twee mystificaties onder Hermans’ naam: Lebensraum en Pang, geintjes die hem op een proces kwamen te staan en een schadevergoeding van 24.000 gulden; te betalen aan zijn held. Maar dat alles mag de pret niet drukken, hij blijft Hermans’ paladijn, al is voetveeg de betere omschrijving.
L.H. Wiener