Recensie: Hikaru Okuizumi – De stenen getuigen
Versteende nachtmerries
Centraal in de door Hikaru Okuizumi geschreven roman De stenen getuigen (1994) staat een herinnering van hoofdfiguur Tsuyoshi Manase. Als Japanse soldaat in de Tweede Wereldoorlog schuilt hij in een grot op het Filipijnse eiland Leyte, wachtend tot zijn medesoldaten en hij gevonden zullen worden door de Amerikanen. Het is in die grot dat een soldaat, op sterven na dood, wiens ‘gezicht was verworden tot een vel perkament dat over een skelet van draden was gespannen’, hem ondanks zijn toestand uitgebreid vertelt dat stenen een ‘gecondenseerde geschiedenis van het heelal’ vormen:
Daarom kan het niet anders of het steentje dat jij in een rivierbedding oppikt is, hoe onverschillig het je ook laat en hoe ver het ook van je af lijkt te staan, in zekere mate aan je verwant. Wat je in je hand ziet, is heel de geschiedenis van de wereld waarvan ook jij deel uitmaakt, en wat je erin ontdekt, is de manier waarop jij er in de toekomst uit zult zien.
Het is deze ervaring die Manase zijn verdere leven bepaalt. De woorden van de soldaat doen in Manase een fascinatie voor stenen ontstaan die hem drijft na de oorlog zelf een verzameling aan te leggen. Okuizumi vertelt uitgebreid hoe Manase steeds meer kennis en kunde op dit gebied opdoet, tot hij zelfs een zeker aanzien onder amateurgeologen geniet. Buiten zijn werk in de boekhandel lijkt deze hobby Manase’s gehele leven te beslaan.
Manase’s leven neemt een keer wanneer zijn zoon Haroaki, die de fascinatie van zijn vader heeft overgenomen, wordt omgebracht in een grot – uitgerekend op zoek naar de groene hoornkiezel, de steen waar de soldaat in de Filipijnse grot zijn verhaal aan op hing. De dader is vermoedelijk een in de omgeving actieve seriemoordenaar, maar wordt niet gevonden. Manase’s vrouw raakt aan de drank, beschuldigt Manase van de dood van Haroaki, trekt nadat ze is afgekickt in bij haar ouders maar blijft Manase als schuldige aanwijzen. Hun andere zoon Takaäki wordt door Manase bij zijn zuster ondergebracht.
Manase begint na dit alles nachtmerries te krijgen over de gebeurtenissen in de Filipijnse grot. Lang herinnerde hij zich niet veel meer dan de woorden van de soldaat, maar zoals stenen als ‘gecondenseerde geschiedenis’ optreden als getuigen van diezelfde geschiedenis, zo is de suggestie dat ook deze nachtmerries getuigen van het verleden:
Manase had meer van dit soort dromen, en omdat hij zijn herinneringen aan die laatste nacht in de grot op Leyte had uitgewist, was het voor hem zonneklaar dat zulke dromen meer waren dan alleen maar nachtmerries. Herinneringen zijn niet anders dan in landschappen veranderde gebeurtenissen, en omdat ze de landschappen van het verleden op verschillende manieren kunnen schilderen, biedt het verleden voor mensen van een zekere leeftijd meer afwisseling dan de toekomst.
Als jaren later Takaäki als jongeman zijn vader komt opzoeken volgt een hallucinante scène waarin Takaäki vertelt dat hij er op de dag van Haroaki’s dood bij was. Als in een echo beginnen de gebeurtenissen in die grot te rijmen met de gebeurtenissen in die andere, op Leyte: er lijkt een lijn te zijn tussen de gruwelijke herinneringen die in Manase’s nachtmerries terugkeren, en de dood van Haroaki. Droom, trauma en herinnering lopen als in een kluwen door elkaar, en voor Manase lijkt de waarheid net zo ongrijpbaar als voor de lezer.
De stenen getuigen is een bijzonder krachtige roman. De vertelling is van een schijnbare eenvoud, mede door Okuizumi’s schrijfstijl. Het verhaal wordt verteld met een haast achteloze vertelstem, en alhoewel bij vlagen beeldend, is het boek vooral zonder opsmuk geschreven. Maar achter deze eenvoud steken complexe verbanden die het boek zijn gewicht en diepte geven en waarin thema’s als schuld en oorlogstrauma pregnant naar voren komen. Terecht dat Van Oorschot de vertaling uit het Japans van Jacques Westerhoven uit 1998 onder het stof vandaan gehaald en opnieuw uitgebracht heeft.
Remco Nieberg
Hikaru Okuizumi – De stenen getuigen. Vertaald uit het Japans door Jacques Westerhoven. Van Oorschot, Amsterdam. 126 blz. € 22,50.