Recensie: Josien Laurier – Een hemels meisje
Werelden van verschil
Voordat Josien Laurier zich in december 1991 zette aan het schrijven van haar eerste roman, had zij nooit serieus overwogen om zich te begeven op het pad van de literatuur. Toen zij anderhalve maand later het manuscript had voltooid, hield ze er geen rekening mee dat het ooit zou worden gedrukt. En zelfs nu, na het verschijnen van haar debuut Een hemels meisje heeft ze er nog moeite mee om zichzelf als schrijfster te zien.
Maar haar boek ligt in de winkel. Het is hier en daar al besproken (zij het niet steeds positief, de Volkskrant kopte ‘Reli-trutje’) en Laurier zelf was op televisie.
Ze is dus schrijfster: auteur van inmiddels twee romans — de tweede verschijnt volgend voorjaar — met het contract voor de derde op zak. „Toen ik met schrijven begon, dacht ik: ik ga eerst kijken of ik een verhaal van het begin tot het einde kan vertellen. Dat bleek ik te kunnen. Ik wilde een paar goede boeken schrijven en veronderstelde dat het vierde dan wel zou worden uitgegeven. Zo gaat het met sollicitatiegesprekken ook: bij het vierde word je aangenomen.”
Het verliep voorspoediger dan Josien Laurier had verwacht. Wel had ze haar manuscript een paar keer teruggestuurd gekregen van uitgeverijen die er niets in zagen of het niet in hun fonds vonden passen, maar bij Arena was het raak. De redacteur die het kreeg toegespeeld begon om tien uur ’s ochtends met lezen. Om twaalf uur belde hij de schrijfster om een afspraak te maken want dat boek van haar ging hij uitgeven.
Het eerste dat opvalt in Een hemels meisje zijn de korte zinnen. Neem de alinea waarmee het boek opent:
Het is stil in het huis. De moeder is op zolder met de was bezig. De vader is ‘in de schuur aan het rommelen’, zoals hij dat zelf noemt. Hij zal het wel koud hebben. Het is koud in de garage. Ze hebben hem niet laten isoleren. Hadden ze dat maar wel gedaan. Nu heeft hij het altijd koud als hij daar zit. Ze weet niet of het zusje er is. Misschien is ze op haar kamer.
Josien Laurier: „Zo denkt een meisje van zestien. Op die leeftijd denk je niet in bijzinnen en dergelijke. Mijn tweede boek gaat over een meisje van 21: de stijl vandat boek is heel anders.”
Het tweede opvallende aspect van het boek is ook in de geciteerde alinea te constateren: de afstandelijkheid waarmee wordt gesproken over de gezinssituatie. ‘De’ moeder, ‘de’ vader, ‘het’ zusje. Er komen ook tweelingbroertjes in de roman voor aan wie wordt gerefereerd met ‘de’ broertjes. En de hoofdpersoon? Zij is eenvoudig ‘het meisje’. Alleen als zij wordt aangesproken komen we erachter dat ze Marianne heet.
Vanuit haar perspectief is Een hemels meisje geschreven en de combinatie van korte zinnen en afstandelijkheid maakt dat je het boek leest vanuit een ik-figuur, hoewel het is geschreven in de derde persoon enkelvoud.
Zo word je, ook al is die je volkomen vreemd, snel vertrouwd gemaakt met de denk- en belevingswereld van een zestienjarig meisje dat opgroeit in een matriarchaal, calvinistisch gezin, en dat — vooral om aan de neerdrukkende aanwezigheid van de moeder te ontkomen — haar toevlucht zoekt tot een evangelisatiegroep waarin zij de lof zingt van de Heer. Maar juist omdat die moeder de ware beweegredenen wel doorheeft, mag Marianne niet meer naar de repetities toe, niet eens omdat ze een oogje heeft op een van de mannelijke bandleden.
Hoewel de 25-jarige schrijfster benadrukt dat haar roman niet autobiografisch is, kan zij niet ontkennen dat ze zelf in een protestants gezin opgroeide. Zo streng als de ouders in het boek waren de hare echter niet: die waren juist altijd zoekende, waardoor verstikkende dogmatiek geen kans kreeg. In Dordrecht, waar Josien Laurier van haar zesde tot haar twaalfde woonde, werden aanvankelijk de diensten van de gereformeerde gemeente bijgewoond. „Toen we uit Dordrecht weggingen, waren we bijna Nederlands hervormd,” zegt ze om twee werelden van verschil aan te duiden. Na de kerkgang werd de preek besproken: „Zo leerde ik kritisch luisteren.”
Na Jan Wolkers, Maarten ’t Hart en Jan Siebelink hebben we met Josien Laurier (overigens een pseudoniem) nu ook een vrouwelijke auteur die het protestants-christelijke milieu van binnenuit kent. Zij weet dat met het nodige relativeringsvermogen te beschrijven.
Frank van Dijl
Josien Laurier – Een hemels meisje. Roman. Arena.
Deze recensie stond eerder in Algemeen Dagblad, 27 mei 1993. Josien Laurier is de schrijversnaam van Jozina Kruidenier.