Recensie: Marian Engel – Beer
Een eiland vol boeken en geheimen
De vrouw die van een beer gaat houden, leeft in de winter als een mol, ‘diep begraven in haar kantoor, spittend in landkaarten en manuscripten’. Lou, de hoofdpersoon van Beer van Marian Engel, is bibliothecaris aan het Historisch Instituut. Ze vertrekt half mei naar Cary’s Island in het noorden van Canada om te onderzoeken of de erfenis van Colonel Jocelyn Cary, die bestaat uit oude boeken, kaarten en prenten over de geschiedenis van Canada, van waarde is voor het instituut. Met een auto vol archiefmappen, een typemachine en oude kampeerspullen gaat ze op pad. Al na de eerste dag van haar lange reis schrijft Lou op een ansichtkaart aan de directeur van het instituut dat ze het gevoel heeft herboren te zijn. Ze komt terecht in een verlaten huis zonder elektrisch licht met alleen een houtkachel op een al even verlaten eiland.
De roman Bear van de Canadese auteur Marian Engel verscheen in 1976 en baarde toen veel opzien vanwege de intieme relatie van de hoofdpersoon met een beer. Marian Engel (1933-1985) kreeg ook literaire waardering voor haar vijfde roman en ontving de Governor General’s Literary Award voor Bear. In 2014 ontstond er een Bear-revival toen miljoenen mensen online kennisnamen van het boek via de fotodienst Imgur waar een liefhebber van bestialiteiten de coverafbeelding en enkele fragmenten postte. Er verscheen dat jaar een herdruk die goed werd verkocht en de Canadese krant The National Post riep Bear tot beste Canadese roman aller tijden uit. Koppernik is de eerste uitgever die een Nederlandse vertaling van Bear op de markt brengt, een roman die veel meer is dan een verhaal over een vrouw die een seksuele relatie met een beer heeft. Het is een roman over heel Canada.
Op het terrein om het huis op Cary’s Island waar Lou haar onderzoek doek, leeft ook een beer, deelt Homer, de man die haar naar het eiland heeft gebracht, nogal plompverloren mee als hij vertrekt. De beer schijnt niet meer zo jong te zijn en hij is volgens de First Nations-vrouw Lucy niet gevaarlijk. Lou kan hem maar het beste als een hond behandelen. In de schuur staat een grote zak hondenbrokken voor de beer. Vooroordelen worden ook nogal plompverloren geuit. Lou komt uit de stad, ‘dus’ zal zij volgens Homer ‘wel dol zijn op blokhutten’. Dat komt goed uit, want de beer woont in een blokhut, het oorspronkelijke woonhuis van Cary op het eiland. Als Lucy zegt dat de beer braaf is, kun je dat volgens Homer maar het beste geloven, behalve als je niet van indianen houdt, die mensen zijn er, en indianen kunnen niet tegen drank, voegt hij nog toe, en dat Lou een vrouw is, is eigenlijk ook een probleem. Ze hadden verwacht dat het instituut een man zou sturen voor het catalogiseren van de erfenis. Lou negeert alle vooroordelen en kan haar geluk niet op. Ze is ontzettend blij met haar nieuwe koninkrijk.
Ze kon het niet verwerken. Ze was verbluft. Er moest een woord bestaan voor zo’n waanzinnig gelukkige vondst – blijdschap, buitenkans, iets waar je toevallig aan kwam: o ja, serendipiteit. Zonder haar werk op te geven (waar ze van hield) was ze in een van de grootse landhuizen van de provincie terechtgekomen, en dat aan het begin van het zomerseizoen en in een van de mooiste vakantiegebieden. Ze zat wel een beetje geïsoleerd, maar ze was altijd graag alleen. En het idee van een beer vond ze heerlijk elizabethaans en exotisch.
Het in kaart brengen van Cary’s erfenis, waarover al jarenlang een juridische strijd woedt, is niet alleen Lou’s baan voor de zomer, maar heeft ook een metaforische betekenis. Hoe zit het eigenlijk met de geschiedenis en de traditionele representatie van Canada als land van vreedzame en vrijheidslievende kolonisten? Tot de Canadese mythen hoort het idee dat dappere Canadese mannen het land hebben veroverd op Britse overheersers, Amerikaanse handelaren, oorlogszuchtige indianen en de woeste natuur.
Dat de mythe van de ‘zuivere’ Canadese landveroveraars niet klopt, is de afgelopen maanden weer eens bewezen toen er op de terreinen van verschillende internaten voor First Nations-, Métis- en Inuit-kinderen massagraven werden gevonden met de stoffelijke overschotten van leerlingen. Deze kinderen moesten net als de beer in Beer beteugeld worden en zich aanpassen aan de witte Canadees-Europese normen en waarden. Naast de institutionele moord op minstens 3.200 kinderen moet Canada het verdwijnen van ruim 4.000 inheemse vrouwen en meisjes oplossen. Deze vrouwen zijn de afgelopen dertig jaar verdwenen en vermoedelijk vermoord.
Dat de beer al zijn hele leven vastgebonden zit, ervaart de lezer pas later. Als Lou de beer van zijn ketenen ontdoet en hem meeneemt naar de rivier om te zwemmen wordt er ook iets in haar ontketend. Ze krijgt een seksuele relatie met de beer en vindt zijn gezelschap fijner dan dat van haar mannelijke minnaars, die haar onverschillig behandelden en nauwelijks serieus namen.
In Lou’s idyllische eilandwereld bestaan natuur en cultuur vreedzaam naast elkaar. Als ze niet met de beer aan het zwemmen of vrijen is, leest ze het werk van romantische dichters als Shelly, Keats en Byron uit de geërfde bibliotheek. De laatste hield zelf een beer als huisdier toen hij aan Cambridge University studeerde. Op zoek naar zeldzame boeken in Cary’s bibliotheek ontdekt Lou steeds weer nieuwe briefjes van Cary met aantekeningen over beren.
Beer, uitstekend vertaald door Barbara de Lange, is een boek vol verrassingen en geheimen. Lou hoopt aanvankelijk met een bijzondere vondst naar het instituut terug te keren en rekt haar verblijf op het eiland zo lang mogelijk. Als de winterslaap van de beer zich aandient, vertrekt Lou zonder afscheid van hem te nemen en niet naar haar oude werkgever.
Marie-José Klaver
Marian Engel – Beer. Uit het Engels vertaald door Barbara de Lange. Koppernik, Amsterdam. 144 blz. € 17,50.