Recensie: Sun-mi Hwang – De hond die durfde te dromen
Lessen uit een hondenleven
Sun-mi Hwang (1963) is een Zuid-Koreaanse bestseller-auteur. De vertaling van haar roman Het huis met de kersenbloesem werd in Nederland gunstig ontvangen, zie de bespreking van Guus Bauer, door Tzum gepubliceerd op 20 mei 2020. Nu is er de vertaling van haar korte roman De hond die durfde te dromen, uit 2012. Die vertelt het levensverhaal van de hond Kroezel, zoals door haar – Kroezel is een teefje – beleefd. Kroezel is een pup uit het laatste nest van een hond van een oude man, Opa Tetter, die besluit om haar te houden. Kroezels leven speelt zich voor een groot deel af in de tuin van Opa Tetter, waar hij kolen en andere groenten verbouwt. De muur van de tuin dient de oude kat van een buurvrouw als rostrum, van waar ze Kroezel ergert met haar cynische kijk op de wereld.
Hwang houdt het eenvoudig, om de suggestie levend te houden dat we de werkelijkheid zien zoals Kroezel zich daarvan bewust is. Vanzelfsprekend begrijpen we daar meer van dan Kroezel. Waar zij snapt dat iemand kwaad in de zin heeft, omdat ze dat ruikt, weten wij om welk kwaad het straks zal gaan. Dat eenvoudig houden betreft ook de sentimenten die Hwang verbeeldt, zoals vreugde over de geboorte van pups, treuren om het verlies ervan, zorgen over de baas als die enkele dagen wegblijft, of woede en drift als de vader van haar pups door andere honden wordt aangevallen.
Eenvoudig schrijven is moeilijk, maar Hwang slaagt daar goed in. Is De hond die durfde te dromen een sentimenteel boek? Hier en daar zeker, maar net als het al te sentimenteel dreigt te worden, doemt gelukkig die kat op om een cynisch commentaar te leveren. Schrijvers die dieren tot personages maken, krijgen te maken met het probleem van antropomorfisme. Waar en hoe verwoord laat je het dier het dier en probeer je zijn werkelijkheid weer te geven zoals je denkt dat het dier die beleeft? En waar en hoe verwoord plant je menselijke gevoelens en ideeën in zijn bewustzijn? In dierenfabels zijn de dieren gemodelleerd naar menselijke stereotypen, maar deze roman is niet een fabel en verbeeldt ook geen menselijke stereotypen.
Door de werkelijkheid te laten zien door de ogen van een hond, nou ja, een hond met een gevoelsleven dat meer is dan honds alleen, wil Hwang op een directe, ongecompliceerde wijze grote emoties en fundamentele morele lessen weergeven over vergeving en vragen om vergiffenis en over eerlijkheid jegens anderen en jezelf. Daarin schuilt zowel de kracht als de zwakte van deze roman. De kracht van de eenvoud en de herkenbaarheid, de zwakte van het ontbreken van de gelaagdheid, die voortvloeit uit het feit dat menselijke drijfveren en intenties nooit enkelvoudig zijn.
Elk hoofdstuk van De hond die durfde dromen wordt voorafgegaan door een mooie, getekende illustratie. Het boek telt nominaal 190 bladzijden, het aantal tekstpagina’s is tientallen lager.
Hans van der Heijde
Sun-mi Hwang – De hond die durfde te dromen. Vertaald door Martho Mandersloot. Ambo|Anthos, Amsterdam. 190 blz. € 18,99.