Recensie: Tim Parks – Het heldenpad
In de voetsporen van een zootje ongeregeld
Garibaldi. Fervente Italiëgangers zullen hem wel enigszins kennen, want elk gehucht in dat land heeft wel een steentje of plaquette die aan hem herinnert, maar verder? Tim Parks, schrijver, vertaler en hoogleraar, woonachtig in Milaan, besloot de onstuimige militaire voettocht van deze vrijheidsstrijder letterlijk stap voor stap na te lopen. In een snikhete augustusmaand, aangezien ‘De Generaal’ dat 170 jaar geleden ook deed. Het heldenpad werd het fascinerende, maar propvolle verslag van een bewonderaar.
Je kunt je als niet-Italiaan natuurlijk afvragen waarom je gedetailleerd kennis zou moeten nemen van de vrijheidsstrijd van een ander Europees land. Er zijn meer landen, zo veel vrijheidsstrijden, nietwaar. Maar wat Giuseppe Garibaldi als strategisch sterke guerrillastrijder met slechts duizend mede-rebellen in 1860 presteerde, de strijd aanbond met de numeriek en kwalitatief veel sterkere legers van Frankrijk, Spanje, het invloedrijke Oostenrijk en de pauselijke macht, was niet alleen uiterst gedurfd, maar ook tot de verbeelding sprekend. Garibaldi had niet de beschikking over cohorten dienstplichtige soldaten en ruime middelen voor wapens en uniformen, hij moest het doen met mannen die net als hij geloofden in een vrij Italië en daarvoor wilden vechten, desnoods het leven laten. Het dragen van rode blouses moest de indruk wekken van enige samenhang, maar verder bestond zijn zootje ongeregeld uit wie zich maar meldde. Van kleine jongetjes tot stokoude mannen.
Parks en zijn Italiaanse vrouw Eleonora volgen Garibaldi’s patriottische vagebonden van Rome naar Ravenna met behulp van hedendaagse apps, die er soms ook maar een slag naar slaan of zo ‘op hol slaan’ dat de twee Garibaldi-bewonderaars zinloos rondjes draaien, terwijl ze al zo lijden onder de hitte, blaren en ontstoken spieren. Niet alleen omdat het Italiaanse landschap soms uiterst grote hoogteverschillen kent, maar ook omdat modern Italië niet is ingericht op mensen die lopen. Snelwegen, bedrijventerreinen, hekwerken, militair gebied of wat daar voor door moet gaan, privé-grond, waakhonden… als Garibaldi nu had geleefd was hij met zijn loodzware gietijzeren kanon op wieltjes niet ver gekomen. Raoul de Jong deed vergelijkbare ervaringen op toen hij voor De grootsheid van het al 1000 kilometer naar zijn moeder in Marseille liep en ook voortdurend vastliep op wat wel de vooruitgang wordt genoemd.
Parks, die eerder zijn Italiaanse ervaringen succesvol samenbracht in Italiaanse manieren, is in staat de enorme veelheid aan persoons- en plaatsnamen, geschiedkundige informatie en Garibaldi’s vermoedelijke overwegingen over waar te gaan en hoe te handelen samen te brengen in een intrigerend persoonlijk relaas, waardoor je als lezer gemakkelijk bij de les blijft. Ja, dit is Italië, zoals zo velen het kennen. De warmte van de mensen, maar ook het alom aanwezige gemopper, de gastvrijheid, maar ook de pogingen om buitenlandse bezoekers als het even kan een poot uit te draaien, de perfectie van de Italiaanse keuken, maar ook het gemak de boel gewoon op slot te draaien als het zo uitkomt, de altijd aanwezige politieke onrust, nu vooral verpersoonlijkt door de extreemrechtse nationalist Matteo Salvini en de breed gevoelde weerzin tegen Europa.
Al die hedendaagse ontwikkelingen en emoties passen geraffineerd in het onderliggende verhaal van Garibaldi, die zonder vrees altijd doorging, al kostte hem dat de levens van veel van zijn medestrijders en vaak op een haar na dat van hemzelf en zijn al even gepassioneerde Braziliaanse vrouw Anita. Wat is er overgebleven van de vrijheid, moet je je wel afvragen als Parks de tegenwoordige lelijkheid, agressie, lamlendigheid en domheid beschrijft, om over de nieuwe ontoegankelijkheid van veel plaatsen nog maar te zwijgen. Decennia van globalisering en neoliberalisme hebben sluipenderwijs de kleinschaligheid en ambachtelijkheid vernietigd en daarmee de Italiaanse ziel. Zo is Toscane voor een niet onbelangrijk deel een enclave van steenrijke buitenlanders geworden.
Garibaldi was niet alleen een ongewone strijder, maar ook een voor zijn tijd zeer verlichte geest. Hij wenste scheiding van kerk en staat, afschaffing van de doodstraf en een bestuur dat mensen alle ruimte laat zichzelf te zijn:
Die obsessie met vrijheid is de sleutel om Garibaldi te begrijpen. […] Garibaldi deed altijd volstrekt zijn eigen zin met zijn kleding, zijn haar, zijn baard, en trok zich niets aan van etiquette of gebruiken. Poncho’s, sombrero’s rode hemden, witte tunieken, allerlei hoofddeksels, hij droeg wat hem aanstond, of wat de boodschap kon overbrengen die hij wilde overbrengen.
Dat Parks in staat was Garibaldi’s gangen zo goed na te gaan is mede te danken aan de documentatie die enkele medestrijders van hem destijds hebben bijgehouden. De belangrijkste was wel zijn adjudant Gustav Hoffstetter, een Beierse officier die als vrijwilliger had meegevochten voor de kortstondige Romeinse Republiek, waarin de pauselijke macht werd afgeschaft. Na lezing van diens ‘Dagboek van de gebeurtenissen in Rome in 1849’ raakte Parks voor het eerst echt onder de indruk van Garibaldi als historische figuur, die dus in 1860 met zijn kleurrijke gezelschap schorriemorrie 640 kilometer zou afleggen en zo de basis zou leggen voor een vrij en zelfstandig Italië.
Garibaldi is in onze tijd weliswaar geromantiseerd en geëxploiteerd als een Che Guevara avant la lettre, het neemt niet weg dat zijn mars door de Apennijnen daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Geen kleinigheid, realiseerde Parks zich steeds opnieuw als hij en zijn vrouw weer eens door de hitte bevangen werden of andere ontberingen leden, terwijl er nu niet eens sprake was van een militaire vijand.
André Keikes
Tim Parks – Het heldenpad. Vertaald door Corine Kisling. Arbeiderspers, Amsterdam. 454 blz. € 26,99.