Recensie: Jack Meggitt-Phillips – Bethany en het Beest en De wraak van het beest
Een hongerig monster op zolder
De kinderboeken over Bethany en het beest op zolder van de Britse auteur Jack Meggitt-Phillips bevatten veel ingrediënten die ze aantrekkelijk maken: een opstandig weesmeisje, een rijke, eeuwenoude man, een eng monster op zolder in een geheimzinnig huis, de dood die op de loer ligt en een duivelselixer, en ze vormen nog een serie ook.
Peregrinus Pincet ziet eruit als een jonge god, maar hij is al 511 jaar. Een hongerig monster dat op de zolder woont van zijn grote huis van vijftien verdiepingen hoog en twaalf olifanten breed, houdt hem jong. Zolang Peregrinus het beest te eten geeft wat hij wil, krijgt hij jaarlijks een elixer dat lichamelijk verval stopt. Het naamloze monster heeft een bijzondere smaak. In de loop der eeuwen heeft het onder meer de laatste dodo, Peregrinus’ lievelingskat en een zeldzame papegaai verorberd. Als het beest een kind wil opeten begint voor Peregrinus en Bethany, een weesmeisje dat volgens de man een geschikt hapje is als ze nog wat vetgemest wordt, het avontuur. Het plot is overzichtelijk: Bethany wil niet eindigen als monstervoer en Peregrinus wil zijn eeuwige jeugd niet verliezen.
Bethany en het Beest, bedoeld voor lezers vanaf tien jaar, bevat veel intertekstuele referenties. De meest herkenbare is natuurlijk Belle en het Beest, de Disney-versie en het originele sprookje. Het vetmestmotief kennen we al uit ‘Hans en Grietje’. Het vraatzuchtige monster zou een verre achterneef van de bloeddorstige reuzen uit De GVR van Roald Dahl kunnen zijn.
Een jonge lezer zal misschien in eerste instantie aan Koekiemonster uit Sesamstraat denken bij de vraatzucht van het beest, een wat oudere lezer zal bij een monster op zolder misschien aan Vis (Edward) uit Lampje van Annet Schaap herinnerd worden. Volwassen lezers zullen elementen uit Faust en Het portret van Dorian Gray herkennen.
De veelheid aan verwijzingen naar oudere verhalen betekent niet dat de Bethany-boeken niet origineel zijn. Dat zijn ze wel, zij het op een tamelijk gelikte manier. Meggitt-Phillips weet de canon goed in te zetten en slaagt erin een herkenbaar eigen universum te scheppen. Er bestaan echter wel grote verschillen tussen de boeken van Dahl en Rowling en die van Meggitt-Philips.
De GVR (1982), Harry Potter (1997-2007) en Bethany en het Beest (2020) zijn alle drie bedoeld voor lezers vanaf tien jaar. Wat betreft thematiek en motieven hebben de boeken veel gemeen. De boeken van Dahl en Rowling kenmerken zich echter door een groot aantal personages, een eigen idioom, maatschappijkritiek, symboliek, vooruitwijzingen, open plekken en lange en grammaticaal complexe zinnen. De lezer moet zich inspannen om het verhaal te volgen en samenhang tussen personages en gebeurtenissen te construeren. Diep lezen vindt automatisch plaats.
Meggitt-Phillips maakt het zijn lezers veel gemakkelijker. Zijn zinnen zijn kort en kunnen nauwelijks een uitdaging gevormd hebben voor meestervertaler Robbert-Jan Henkes, die eerder James Joyce en Shakespeare vertaalde. Als het verhaal een beetje ingewikkeld of spannend dreigt te worden zet de auteur dramatische ironie in zodat de lezer meteen snapt dat het wel meevalt met het gevaar omdat het monster of Peregrinus een informatieachterstand heeft. Zo blijft het lezen steeds veilig. Maatschappijkritiek is vervangen door kritiek op persoonlijke eigenschappen: Peregrinus is ijdel, egocentrisch en kortzichtig, en dat ligt er zo dik bovenop dat het boek al halverwege tamelijk voorspelbaar wordt voor de meer ervaren jonge lezer. Voor de wat minder belezen tiener vormt de serie over Bethany, het tweede deel verschijnt op 2 november a.s., een goede voorbereiding op het lezen van Harry Potter.
Marie-José Klaver
Jack Meggitt-Phillips – Bethany en het Beest. Geïllustreerd door Isabelle Follath. Uit het Engels vertaald door Robbert-Jan Henkes. 248 blz. Querido, Amsterdam. € 7,50.
Jack Meggitt-Phillips – Bethany en het Beest. De wraak van het beest. Geïllustreerd door Isabelle Follath. Uit het Engels vertaald door Robbert-Jan Henkes. 288 blz. Querido, Amsterdam. € 16,99. (Verschijnt op 2 november a.s.)