Recensie: Pieter Koolwijk – Gozert
Wanen en weinig ontwikkeling
Alles wat Ties doet, loopt uit de hand. Hij schopt de juf, hij gooit met water naar de baas van de autosloop en hij laat de kinderen van opvang Frank & Stijn bijna onder de auto komen. Dat komt door Gozert, die hem influistert en soms toeschreeuwt wat hij moet doen. Gozert bestaat wel, maar hij is onzichtbaar. Zo legt Ties, de hoofdpersoon van Gozert, – het boek waarvoor Pieter Koolwijk onlangs de Gouden Griffel won – het bestaan van zijn vriendje aan zijn ouders en psychiater Kees uit.
Ties’ ouders en de psychiater denken dat zijn probleem is dat hij fantasie en werkelijkheid niet uit elkaar kan houden. Het probleem is echter groter. Ties lijkt de werkelijkheid nauwelijks te kennen. Hij neemt de wereld op een totaal hallucinante manier waar. Hij ziet de psychiater als een kabouter, zijn ouders als bewakers, de suppoosten in het museum als muizen en de bomen langs de oprijlaan van de psychiatrische inrichting waar zijn ouders hem naartoe brengen als hij een gevaar voor zichzelf wordt als reuzen. Alles transformeert voortdurend in Gozert. Als Ties aan het kwartetten is met zijn ouders veranderen de sprookjesfiguren in levende wezens die van de kaarten afspringen, prachtig getekend door Linde Faas, die Gozert illustreerde in haar bekende bonte, dynamische stijl met veel gevoel voor detail.
Ties staat zo buiten de werkelijkheid dat hij blij is dat hij in Huize Hoopvol mag gaan ‘logeren’. Hij ziet het gebouw als een kasteel en Gozert, die natuurlijk ook mee is, smeedt meteen een plan om met een parachute van het dak af te zweven.
Gozert is mooi geschreven, maar ook voorspelbaar omdat de lezer alleen het perspectief van Ties en Gozert volgt. De ouders en andere volwassenen in het boek zijn wandelende clichés die niets van kinderen begrijpen. De andere kinderen begrijpen volgens Ties en Gozert niet dat lezen en wandelen saai zijn en moeten ‘bevrijd’ worden. Elke keer als Ties in een nieuwe situatie terechtkomt, weet je dat de boel zal ontsporen, meestal doordat iets doodgewoons in een monster verandert dat onder aanvoering van Gozert met veel geweld en kabaal bestreden moet worden.
Gozert mist de subtiele humor en de spannende confrontaties tussen fantasie en werkelijkheid die Koolwijks boeken over Vlo en Stiekel zo sterk maken. In Gozert gaat het van dik hout zaagt men planken en dat maakt het boek zo halverwege nogal langdradig. Als Ties in het bos loopt, weet je meteen dat hij zich inbeeldt dat hij aangevallen zal worden, en die aanval gebeurt niet door één draak, maar door tien draken. Voor de derde keer zet Ties de boel zo op stelten dat de andere patiënten van de jeugdpsychiatrische instelling helemaal van slag zijn. Voor de paniek en het verdriet van de andere kinderen heeft Ties geen oog. Hij is het eeuwige slachtoffer, en daarin wordt hij keer op keer bevestigd door Gozert.
Ook Ties’ ontmoeting met Luna, een meisje dat stemmen hoort, overtuigt niet. Hij objectiveert en manipuleert Luna: hij vindt haar mooi, mysterieus en wil haar ervan overtuigen dat ook zij de stem van Gozert hoort. Een andere reden waarom Gozert mij niet overtuigt, is het gebrek aan ontwikkeling in het boek. Ties is uiteindelijk bereid om zijn medicijnen te nemen en afscheid te nemen van Gozert omdat hij niet op de ‘zombie-afdeling’ terecht wil komen, de gesloten afdeling van de kliniek. Angst is een oninteressante drijfveer. Wat de jongen innerlijk beweegt, maakt Koolwijk niet duidelijk.
De laatste hoofdstukken zijn ronduit saai. Koolwijk kiest voor een deus ex machina en niet voor verdieping. Gozert is uit beeld en de Ties die we nu horen lijkt het geslaagde product van te veel groepstherapie en psycho-educatie. De overleden broer Tijs die uit de lucht komt vallen als Gozert zich toch weer meldt, zorgt voor een melodramatisch slot dat niet past bij de rest van het boek. Ook de quasi-adoptie van Luna door Ties’ ouders komt nogal ongeloofwaardig over.
Zes jaar geleden verscheen ook een boek van een Nederlandse kinderboekenschrijver over een jongen met een onzichtbaar vriendje en een stem in zijn hoofd: Groter dan de lucht, erger dan de zon van Daan Remmerts de Vries. De 11-jarige Elmer heeft Lomax in zijn hoofd. Lomax geeft net als Gozert opdrachten. Het uitvoeren van die opdrachten brengt Elmer in grote moeilijkheden. Zijn ouders verhuizen steeds weer om hun zoon een frisse start te gunnen. Pas als Elmer leert dat hij Lomax niet hoeft te gehoorzamen gaat het beter. Elmer is net zo’n Einzelgänger als Ties, maar omdat hij een rijk innerlijk leven heeft en omdat Remmerts de Vries drie verschillende vertelsituaties gebruikt die laten zien welke ontwikkeling de jongen doormaakt, blijft Groter dan de lucht, dat in 2015 met een Zilveren Griffel werd bekroond, van begin tot eind boeiend.
Een onbekende overleden broer en een stem in het hoofd komen ook in Josja Pruis, winnaar van de Woutertje Pieterse Prijs 2007, van Harm de Jonge voor. De mysterieuze Josja Pruis heeft twee stemmen in zijn hoofd: zijn eigen stem en die van zijn tweelingbroer Kai. Josja’s vader is ook overleden. Dat vertelt Homme Prins, wiens tweelingbroer en vader ook zijn overleden. Homme vraagt zich af of Josja zijn broer zou kunnen zijn.
Tussen Josja Pruis en Groter dan de lucht, erger dan de zon verscheen Herinneringen van een denkbeeldige vriend (2012) van de Amerikaanse schrijver Matthew Dicks.* Herinneringen van een denkbeeldige vriend wordt verteld vanuit het perspectief van Budo, de onzichtbare vriend van Max. Budo is Max dankbaar omdat hij zo’n rijke verbeelding heeft. Dankzij Max’ fantasie is hij een echt individu geworden met een menselijk uiterlijk, een eigen wil en de vrijheid om de wereld te verkennen. Budo stelt dat hij zijn eigen gedachten, ideeën en leven heeft buiten Max om en dat hij zijn bedenker zelfs in de steek kan laten. Een van Ties’ grootste angsten is dat Gozert wegblijft.
Het kan zijn dat Koolwijk Herinneringen van een denkbeeldige vriend nooit heeft gelezen, maar de overeenkomsten met Gozert zijn opvallend. De eerste hoofdstukken van Dicks’ boek lezen als de blauwdruk van het personage Gozert. De wanhoop waarmee Budo zich aan Max vastklampt om te overleven lijkt op de hardnekkigheid van Gozert die maar blijft verschijnen, zelfs in Luna’s hoofd en de smartphone van Ties’ moeder. Budo is in staat informatie te verzamelen van andere mensen waarmee hij Max helpt. Dat doet Gozert ook. Het sprookjeskwartetspel aan het begin van Gozert, één van de mooiste scènes van Koolwijks boek, wint Ties omdat Gozert hem vertelt welke kaarten zijn ouders hebben.
In Koolwijks boek is het voor Ties heel belangrijk dat Gozert onzichtbaar is en niet denkbeeldig. Hij bestaat echt, maar alleen Ties kan hem zien. Dicks’ personages discussiëren over het verschil tussen een geest zijn en imaginair zijn. Wie een geest is, heeft ooit geleefd terwijl een denkbeeldige vriend nooit echt heeft bestaan.
Gozert heeft veel gemeen met Herinneringen van een denkbeeldige vriend, maar mist de originaliteit en gelaagdheid van Dicks’ boek dat een heel universum van onzichtbare vrienden bevat die elkaar opzoeken en elkaars mensen helpen en ondertussen een heleboel interessante vragen over wat het betekent om te leven bespreken.
*Op de avond van de uitreiking van de Gouden Griffel wees leesexpert Martin Bootsma op Twitter op het verband tussen Gozert en Herinneringen van een denkbeeldige vriend.
Dit boek. pic.twitter.com/MSa1Q8e8O1
— Ⓜartin Bootsma (@meesterlezer) October 5, 2021
Marie-José Klaver
Pieter Koolwijk – Gozert. Met illustraties van Linde Faas. Lemniscaat, Rotterdam. 236 blz. € 15,99.