Recensie: Damon Galgut – De belofte
Om vele redenen goed
Dat De belofte van Damon Galgut een goed boek is, nadat het met de Booker Prize is gelauwerd, is makkelijk om te zeggen. Lastiger is het om te bepalen wat dit boek precies zo goed maakt, vooral omdat er veel redenen zijn om het boek goed te vinden. Zo geeft het een mooi tijdsbeeld, worden personages realistisch neergezet, zijn er personages die niet streven en toch interessant zijn, is het perspectief origineel, en heeft het verhaal een heldere structuur en verhaallijn, maar word je als lezer daarbinnen verrast.
Het verhaal is opgebouwd in hoofdstukken waarin steeds een lid van de familie Swart sterft. De belofte uit de titel dwingt de moeder op haar sterfbed af bij haar man: hij moet het huis waarin de zwarte hulp Salomé woont aan haar schenken. De dochter Amor hoort haar vader dit beloven en ze gaat ervan uit dat de belofte wordt nagekomen. De achtergrond waartegen dit verhaal zich afspeelt zijn politieke ontwikkelingen in Zuid-Afrika. Zo valt de dood van de moeder samen met de township-rellen in 1984, sterft de vader rond een toespraak van Mandela voor het rugbyteam dat het land leek te verenigen. Zus Astrid sterft nadat ze net bij de inauguratie van president Mbeki was geweest, broer Anton sterft als president Zuma aftreedt. De manieren waarop deze familieleden sterven wordt steeds grimmiger en de familie verliest zijn bezittingen en fortuin. De geschiedenis van Zuid-Afrika wordt de lezer niet opgedrongen, maar is functioneel op de achtergrond aanwezig. Zo begint het boek bij de apartheid en mag Salomé van de wet niet eens een huis bezitten en het eindigt ermee dat Salomé uiteindelijk het huis krijgt, maar er niet veel meer om geeft. Dit zou te lezen kunnen zijn als de lange weg die de donkere bevolking heeft moeten ondergaan om als gelijkwaardig te worden gezien. Op het einde zegt Lukas, de zoon van Salomé, tegen Amor:
Het is niks, zegt Lukas. Hij glimlacht weer, op die kille, razende manier. Het is wat je niet meer nodig hebt, wat je niet erg vindt om weg te gooien. Onbruikbare spullen. Dat is wat je aan mijn moeder geeft, dertig jaar te laat. Vrijwel niets.
Zo zit het niet, zegt Amor.
Zo zit het wel. En nog steeds begrijp je het niet, weggeven kan niet. Het is al van ons. Dit huis, maar ook het huis waarin jij woont, en het land waarop het staat. Van ons! Je hebt niet het recht om het zomaar weg te geven als je er klaar mee bent. Alles wat jij hebt, blanke dame, is al van mij. Ik hoef er niet om te vragen.
De personages worden niet gespaard. De lezer krijgt alle emoties mee, ook als de personages walgen van andere personages. De verteller hopt van personage naar personage en geeft veel personages een achtergrondverhaal en aandacht. De centrale focus blijft echter steeds op de familie Swart op de ouders en de drie kinderen Anton, Astrid en Amor. Amor heeft maar één wens: dat de belofte wordt nagekomen. Voor de rest verdwijnt ze vooral. Anton schiet bij de township-rellen een vrouw dood en komt daarna in een staat van verval waar hij niet meer uitkomt. Astrid is vooral bezig met haar eigen positie te verbeteren en komt nogal tragisch aan haar einde. Het vertelperspectief is interessant: af en toe geeft een ik-verteller commentaar, af en toe wordt een lezer aangesproken, een alwetende verteller kan met elk personage meegaan, en ook daar commentaar op geven. Door de strakke structuur verder is dit niet erg, eerder prettig en verfrissend. Misschien is echter het meest aantrekkelijke nog de schrijfstijl, die, ook in vertaling, te typeren is als zowel direct als beeldend. Een voorbeeld waaruit die stijl blijkt, er waarin het perspectief van personaal naar het ik-perspectief wisselt, als Amor nog jong is:
Ze is het gewend om behandeld te worden als een vlek, een veeg aan de rand van ieders blikveld. Te jong, te onnozel, om serieus te worden genomen. En vreemd ook, een vreemd kind. Ongewoon en misschien tragisch, makkelijk om over het hoofd te zien. Maar vanavond lijkt haar broer, vanaf zijn hoge plekje, me opgemerkt te hebben.
Erik-Jan Hummel
Damon Galgut – De belofte. Vertaald door Rob van der Veer. Querido, Amsterdam. 320 blz. € 21,99.