Column: Coen Peppelenbos – ‘niets is moeilijker dan de mens die de ander het menszijn niet gunt’
‘niets is moeilijker dan de mens die de ander het menszijn niet gunt’
Kunnen we ons nog die gedenkwaardige avond herinneren waarop René van der Gijp aankondigde als Renate verder te willen leven. Net daarvoor had de Vlaamse Bo Van Spilbeeck (voorheen Boudewijn Van Spilbeeck) bekendgemaakt dat hij als vrouw aangesproken wilde worden. Na de reclame kwam Gijp terug met een pruik op en lippenstift op. De mannen aan tafel hadden het niet meer van het lachen. Toen er later wat kritiek loskwam, was het allemaal maar een grapje. Je moest het programma niet serieus nemen. Die transmensen en homo’s hadden geen humor, et cetera.
Dit soort humor ten koste van anderen valt te verwachten bij de mannen die uit een klassieke machowereld komen en die met droge ogen kunnen beweren dat er geen homo’s in het voetbal voorkomen. Je kijkt wel link uit om je binnen de voetbalwereld te outen (dat merkte ook Josh Cavallo toen hij uit de kast kwam). Wat voor homo’s geldt, geldt in nog heviger mate voor transgenders. Je moet een hoop moed en kracht verzamelen om dat aan te kunnen. In eerste plaats heb je die moed en kracht nodig voor jezelf en daarna voor de reacties uit de maatschappij.
Onlangs kondigde Marieke Lucas Rijneveld aan op Twitter dat hij als ‘he/him’ verder ging. Naast positieve, aardige reacties kwam er ook een reeks nare reacties los. Dat viel te verwachten bij de anonieme eencelligen die Twitter tot een dagelijkse ergernis maken. Blocken en negeren, maar intussen is het allemaal wel gezegd en je weet weer hoe vijandig de wereld is buiten de beschermende schil van je eigen vriendenkring.
Wat niet te verwachten is, is dat je een door jou gewaardeerd schrijfster op Facebook ziet die aankondigt dat zij in het vervolg ‘uit solidariteit’ ook met hij en hem aangesproken wil worden. Ze had alvast de naam Victor aan haar eigen naam toegevoegd.
Dan kan het weer gewoon draaien om het werk zelf, precies wat schrijvers graag willen. Al dat gedoe er omheen en die interesse in de persoon en diens biografische wederwaardigheden, trauma’s, gektes en kledingstijl is daarmee ook passé.
Even later bij iemand die een tegenwerping maakt:
Het was ook niet mijn intentie hem te helpen en mijn solidariteit is ironie. Zo mannelijk ben ik dan weer wel – empathie oké, maar niet met deze aandachttrekkerij. Ik zou er haast aan toevoegen: ‘Zeker weer die periode in de maand.’ En even grijnzen achter mijn snor.
Later volgden door haar en anderen ook nog opmerkingen over het gebrekkige gevoel voor humor dat Rijneveld zou bezitten.
Inmiddels is de Facebookpost met alle reacties verwijderd, maar het is allemaal wel geschreven. Je verwacht dat (voormalige) voetbalanalisten dit soort teksten bezigen, maar het shockerende is dat mensen die je veel hoger inschatte precies dezelfde dingen zeggen. En dat er veel collega-schrijvers in meegaan die niet protesteren is wellicht nog erger. Als homoseksueel weet je dat het maar een dun laagje beschaving is dat jou de ruimte geeft om te zijn wie je bent. Je bent altijd alert op mensen die je geaardheid ridiculiseren of veroordelen. Bij deze Facebookpost met alle goedkeurende reacties werd niet alleen Rijneveld belachelijk gemaakt, maar voelde ik mij ook in de rug aangevallen.
Aandachttrekkerij! Alsof Marieke Lucas Rijneveld, winnaar van de International Booker Prize, aandacht nodig heeft. Twee jaar geleden interviewde ik Rijneveld op de Dag van Taal, Kunsten en Cultuur voor een bomvolle collegezaal met docenten. De sporadische aandacht die Rijneveld had gegeven aan gender (door bijvoorbeeld ’tafelmens’ genoemd te willen worden bij De Wereld Draait Door) bleek voor enkele leerlingen al van onschatbare waarde te zijn, bleek uit reacties van de leraren. Je kunt als schrijver in het publieke debat een voorbeeldfunctie hebben alleen al door uit te dragen wie je bent. Dat is los van de in mijn ogen onmiskenbare literaire kwaliteit van zijn werk van enorme invloed op zijn lezers en het publieke debat.
Marieke Lucas Rijneveld schreef in de Volkskrant een gedicht, waarin de laatste regels zo’n beetje alles samenvatten.
Nee, niets is moeilijker dan de mens
die de ander het menszijn niet gunt,
die het blad voor de mond plaatst,
terwijl iedereen als ontwerp ter
wereld komt en een eindversie
nooit definitief, nooit compleet is.
Coen Peppelenbos